Berekende velden gebruiken
In veel gevallen moet u de geladen veldgegevens aanpassen of transformeren. Bijvoorbeeld om een voornaam en achternaam aaneen te schakelen tot een volledige naam, een deel van een productnummer te extraheren, de gegevensnotatie te wijzigen of twee getallen met elkaar te vermenigvuldigen.
Voor dergelijke gevallen kunt u gebruikmaken van berekende velden. Een berekend veld gebruikt een uitdrukking om het resultaat van het veld te definiëren. U kunt functies, velden en operatoren in de uitdrukking gebruiken. U kunt alleen verwijzen naar velden in de tabel die u bewerkt. U kunt verwijzen naar een ander berekend veld in uw berekend veld.
U kunt berekende velden toevoegen en bewerken in de tabeleditor van gegevensbeheer.
Zie Een tabel bewerken voor meer informatie over het bewerken van tabellen.
Een berekend veld toevoegen
Doe het volgende:
-
Klik op Veld toevoegen en selecteer Berekend veld.
De editor voor Berekend veld toevoegen wordt geopend.
- Typ de naam van het berekende veld in Naam.
-
Definieer de uitdrukking van het berekende veld Uitdrukking. U kunt dit op twee manieren doen.
-
Selecteer in de lijsten (Functies), (Velden) en (Bewerkingen) items die u aan de uitdrukking wilt toevoegen.
Het item dat u selecteert, wordt op de positie van de cursor toegevoegd aan de Uitdrukking.
-
Typ de uitdrukking voor het berekende veld in Uitdrukking.
Tijdens het typen worden ter assistentie functies en velden, alsmede opties voor functiesyntaxis aangeboden.
Voorbeeldresultaten van het berekende veld worden weergegeven in Voorbeeld.
-
-
Klik op Maken om het berekende veld te maken en de editor te sluiten.
Een berekend veld bewerken
U kunt voor een berekend veld de naam wijzigen of de uitdrukking bewerken.
Doe het volgende:
-
Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst naast de veldnaam.
De editor voor Berekend veld bijwerken wordt geopend.
- Bewerk de naam van het berekende veld in Naam als u deze wilt wNaam:ijzigen.
-
Bewerk de uitdrukking van het berekende veld.
-
Klik op Bijwerken om het berekende veld bij te werken en de editor te sluiten.
Welke functies kan ik gebruiken in de uitdrukking van een berekend veld?
U kunt de functies die hieronder worden aangegeven, gebruiken voor het maken van de uitdrukking van een berekend veld. Dit is een subset van de uitdrukkingen die beschikbaar zijn in het load-script voor gegevens. De uitdrukking mag niet resulteren in een aggregatie van gegevens uit meerdere records. U mag ook niet met interrecord-functies verwijzen naar gegevens in andere records.
Ga voor meer informatie naar Scriptuitdrukkingen.
Tekenreeksfuncties die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
Met deze functies kunt u gegevens in de indeling van teksttekenreeksen wijzigen of extraheren.
Functie | Beschrijving |
---|---|
Capitalize | Capitalize() returns the string with all words in initial uppercase letters. De functie Capitalize() converteert het eerste teken van elk woord in een teksttekenreeks naar hoofdletters en converteert alle andere tekens naar kleine letters. |
Chr | Chr() retourneert het Unicode-teken dat overeenkomt met het ingevoerde gehele getal. |
FindOneOf |
FindOneOf() doorzoekt een tekenreeks om de positie te vinden van enig teken uit de reeks van opgegeven tekens. De positie van het N-de exemplaar van een teken uit de zoekset wordt geretourneerd, waarbij N de optionele derde parameter van de functie is. Als er geen derde parameter wordt opgegeven, wordt het eerste exemplaar geretourneerd. Als geen waarde wordt gevonden, wordt 0 geretourneerd. |
Index | Index() doorzoekt een tekenreeks om de beginpositie te vinden van de n-de keer dat een opgegeven subtekenreeks voorkomt. Een optioneel derde argument levert de waarde van n, die 1 is als het argument wordt weggelaten. Bij een negatieve waarde wordt gezocht vanaf het einde van de tekenreeks. De nummering van de posities in de tekenreeks loopt van links naar rechts en begint bij 1. |
KeepChar |
KeepChar() retourneert een tekenreeks die bestaat uit tekens van de eerste rekenreeks die overeenkomen met de tekens in de tweede tekensreeks. Deze functie is hoofdlettergevoelig. |
Left | Left() retourneert een tekenreeks die bestaat uit de eerste (meest linker) van de invoertekenreeks, waarbij het aantal tekens wordt bepaald door het tweede argument. |
Len | Len() retourneert de lengte van de invoertekenreeks. |
Lower | Lower() converteert alle tekens in de invoertekenreeks naar kleine letters. |
LTrim | LTrim() retourneert de invoertekenreeks, ontdaan van beginspaties. |
Mid | Mid() retourneert het gedeelte van de invoertekenreeks dat begint op de positie van het teken dat is gedefinieerd door het tweede argument, 'start', en retourneert het aantal tekens dat is gedefinieerd door het derde argument, 'count'. Als 'count' wordt weggelaten, wordt de rest van de invoertekenreeks geretourneerd. Het eerste teken in de invoertekenreeks heeft het nummer 1. |
Ord | Ord() returneert de numerieke (ASCII of Unicode) waarde van het eerste teken van een tekenreeks. Deze functie is handig om tekenreeksen te evalueren of te vergelijken op basis van hun onderliggende tekencodes, bijvoorbeeld bij het sorteren of filteren van tekenreeksen met niet-standaard tekens. |
PurgeChar | PurgeChar() retourneert een tekenreeks die bestaat uit de tekens die zijn opgenomen in de invoertekenreeks ('text'), behalve de tekens die voorkomen in het tweede argument ('remove_chars'). |
Repeat | Repeat() vormt een tekenreeks die bestaat uit de invoertekenreeks die het aantal keren wordt herhaald dat wordt gedefinieerd door het tweede argument. |
Replace | Replace() retourneert een tekenreeks nadat alle treffers van een bepaalde subtekenreeks in de tekenreeks zijn vervangen door een andere subtekenreeks. De functie is niet-recursief en wordt van links naar rechts uitgevoerd. |
Right |
Right() retourneert een tekenreeks die bestaat uit de laatste tekens (meest rechts) van de invoertekenreeks, waarbij het aantal tekens wordt bepaald door het tweede argument. |
RTrim | RTrim() retourneert de invoertekenreeks, ontdaan van eindspaties. |
SubStringCount | SubstringCount() retourneert het aantal keren dat de opgegeven subtekenreeks voorkomt in de tekst van de invoertekenreeks. Als er geen overeenkomst wordt gevonden, wordt 0 geretourneerd. |
TextBetween |
TextBetween() retourneert de tekst in de invoertekenreeks die tussen de tekens staat die zijn opgegeven als scheidingstekens. |
Trim | Trim() retourneert de invoertekenreeks, ontdaan van alle begin- en eindspaties. |
Upper | Upper() converteert alle tekens in de invoertekenreeks naar hoofdletters voor alle teksttekens in de uitdrukking. Cijfers en symbolen worden genegeerd. |
Datumfuncties die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
Datum- en tijdfuncties in Qlik Sense worden gebruikt voor het transformeren en converteren van datum- en tijdwaarden.
Functies zijn gebaseerd op een serienummer voor datum-tijd dat gelijk is aan het aantal dagen sinds 30 december 1899. De waarde van het gehele getal geeft de dag aan en de fractionele waarde geeft de tijd van de dag aan.
In Qlik Sense wordt de numerieke waarde van het argument gebruikt, dus een getal is ook geldig als argument als het niet is opgemaakt als datum of tijd. Als het argument niet overeenkomt met een numerieke waarde, bijvoorbeeld als het een tekenreeks is, wordt in Qlik Sense geprobeerd om de tekenreeks te interpreteren op basis van de omgevingsvariabelen voor datum en tijd.
Als de datumnotatie die in het argument wordt gebruikt, niet overeenkomt met de notatie die is ingesteld in de systeemvariabele DateFormat, kan de datum niet correct worden geïnterpreteerd in Qlik Sense. U kunt dit oplossen door de instellingen te wijzigen of gebruik te maken van een interpretatiefunctie.
Ga voor meer informatie naar DateFormat.
Functie | Beschrijving |
---|---|
addmonths | Deze functie retourneert de datum n maanden na startdate of, als n negatief is, de datum n maanden vóór startdate. |
addyears | Deze functie retourneert de datum n jaar na startdate of, als n negatief is, de datum n jaar vóór startdate. |
age | De functie age retourneert de leeftijd op het tijdstip van de timestamp (in voltooide jaren) van iemand die is geboren op date_of_birth. |
converttolocaltime | Converteert een UTC- of GMT-tijdstempel naar een lokale tijd met twee representaties. De plaats kan een reeks steden, plaatsen en tijdzones overal ter wereld zijn. |
day |
Deze functie retourneert een geheel getal dat de dag representeert als de breuk van expression wordt geïnterpreteerd als een datum volgens de standaardinterpretatie van getallen. |
dayend | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de laatste milliseconde van de dag in time. De standaarduitvoernotatie is de TimestampFormat die is ingesteld in het script. |
daylightsaving | Converteert een UTC- of GMT-tijdstempel naar een lokale tijd met twee representaties. De plaats kan een reeks steden, plaatsen en tijdzones overal ter wereld zijn. |
dayname | Deze functie retourneert een datum met een onderliggende numerieke waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de dag met time. |
daynumberofquarter | Converteert een UTC- of GMT-tijdstempel naar een lokale tijd met twee representaties. De plaats kan een reeks steden, plaatsen en tijdzones overal ter wereld zijn. |
daynumberofyear | Deze functie berekent het dagnummer van het jaar waarbinnen een tijdstempel valt. De berekening wordt uitgevoerd vanaf de eerste milliseconde van de eerste dag van het jaar, maar de beginmaand kan worden verschoven. |
daystart |
Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel met de eerste milliseconde van de dag in het argument time. De standaarduitvoernotatie is de TimestampFormat die is ingesteld in het script. |
firstworkdate | De functie firstworkdate retourneert de laatste begindatum waarbij no_of_workdays (maandag-vrijdag) kan worden gehaald als niet later wordt gestopt dan end_date, waarbij rekening wordt gehouden met een eventueel opgegeven vakantiedagen. end_date en holiday moeten geldige datums of tijdstempels zijn. |
GMT | Deze functie retourneert de huidige Greenwich Mean Time, zoals afgeleid uit de landinstellingen. |
hour | Deze functie retourneert een geheel getal dat het uur representeert als de breuk van de expression wordt geïnterpreteerd als een datum volgens de standaardinterpretatie van getallen. |
inday | Deze functie retourneert True als timestamp binnen de dag valt die base_timestamp bevat. |
indaytotime | Deze functie retourneert True als timestamp binnen het gedeelte van de dag ligt dat base_timestamp bevat tot en met de exacte milliseconde van base_timestamp. |
inlunarweek | Deze functie bepaalt of timestamp binnen de maanweek valt die base_date bevat. Maanweken in Qlik Sense worden gedefinieerd door het feit dat 1 januari wordt gezien als de eerste dag van de week. Met uitzondering van de laatste week van het jaar, bevat elke week precies zeven dagen. |
inlunarweektodate | Met deze functie wordt bepaald of timestamp binnen het gedeelte van de maanweek ligt tot en met de laatste milliseconde van base_date. Maanweken in Qlik Sense worden gedefinieerd door het feit dat 1 januari wordt gezien als de eerste dag van de week en, met uitzondering van de laatste week van het jaar, bevat elke week precies zeven dagen. |
inmonth | Deze functie retourneert True als timestamp in de maand valt die base_date bevat. |
inmonths | Deze functie bepaalt of een tijdstempel valt binnen dezelfde periode van de maand, twee maanden, kwartaal, tertiaal of half jaar als basisdatum. Het is tevens mogelijk om te bepalen of de tijdstempel binnen een voorafgaande of volgende tijdsperiode valt. |
inmonthstodate | Deze functie bepaalt of een tijdstempel binnen het gedeelte van een periode van de maand, twee maanden, kwartaal, tertiaal of half jaar tot en met de laatste milliseconde van base_date valt. Het is tevens mogelijk om te bepalen of de tijdstempel binnen een voorafgaande of volgende tijdsperiode valt. |
inmonthtodate | Retourneert True als date binnen het gedeelte van de maand ligt dat basedate bevat tot en met de laatste milliseconde van basedate. |
inquarter | Deze functie retourneert True als timestamp binnen het kwartaal valt dat base_date bevat. |
inquartertodate | Deze functie retourneert True als timestamp binnen het gedeelte van het kwartaal ligt dat base_date bevat tot en met de laatste milliseconde van base_date. |
inweek | Deze functie retourneert True als timestamp binnen de week valt die base_date bevat. |
inweektodate | Deze functie retourneert True als timestamp binnen het gedeelte van de week ligt dat base_date bevat tot en met de laatste milliseconde van base_date. |
inyear | Deze functie retourneert True als timestamp binnen het jaar valt dat base_date bevat. |
inyeartodate | Deze functie retourneert True als timestamp binnen het gedeelte van het jaar ligt dat base_date bevat tot en met de laatste milliseconde van base_date. |
lastworkdate | De functie lastworkdate retourneert de vroegste einddatum waarbij no_of_workdays (maandag-vrijdag) kan worden gehaald als wordt begonnen op start_date , waarbij rekening wordt gehouden met een eventueel opgegeven holiday. start_date en holiday moeten geldige datums of tijdstempels zijn. |
localtime | Deze functie retourneert een tijdstempel met de huidige tijd voor een opgegeven tijdzone. |
lunarweekend | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de laatste milliseconde van de laatste dag van de maanweek die date bevat. Maanweken in Qlik Sense worden gedefinieerd door het feit dat 1 januari wordt gezien als de eerste dag van de week en, met uitzondering van de laatste week van het jaar, bevat elke week precies zeven dagen. |
lunarweekname | Deze functie retourneert een weergavewaarde voor het jaar en maanweeknummer dat overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van de week die date bevat. Maanweken in Qlik Sense worden gedefinieerd door het feit dat 1 januari wordt gezien als de eerste dag van de week en, met uitzondering van de laatste week van het jaar, bevat elke week precies zeven dagen. |
lunarweekstart | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van de maanweek die date bevat. Maanweken in Qlik Sense worden gedefinieerd door het feit dat 1 januari wordt gezien als de eerste dag van de week en, met uitzondering van de laatste week van het jaar, bevat elke week precies zeven dagen. |
makedate | Deze functie retourneert een datum die is berekend voor het jaar YYYY, de maand MM en de dag DD. |
maketime | Deze functie retourneert een tijd die is berekend voor het uur hh, de minuut mm en de seconde ss. |
makeweekdate | Deze functie retourneert een datum die is berekend voor het jaar, het weeknummer en de dag van de week. |
minute | Deze functie retourneert een geheel getal dat de minuut representeert als de breuk van de expression wordt geïnterpreteerd als een datum volgens de standaardinterpretatie van getallen. |
month | Deze functie retourneert een duale waarde: een maandnaam zoals vastgelegd in de omgevingsvariabele MonthNames, en een geheel getal tussen 1-12. De maand wordt berekend volgens de datuminterpretatie van de uitdrukking, in overeenstemming met de standaardinterpretatie van getallen. Ga voor meer informatie naar MonthNames. |
monthend | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de laatste milliseconde van de laatste dag van de maand die date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
monthname | Deze functie retourneert de maand (opgemaakt volgens de scriptvariabele MonthNames) en het jaar met een onderliggende numerieke waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van de maand. Ga voor meer informatie naar MonthNames. |
monthsend | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de laatste milliseconde van de periode van een maand, twee maanden, kwartaal, tertiaal of half jaar die een basisdatum bevat. Het is tevens mogelijk om de tijdstempel voor een voorafgaande of volgende tijdsperiode te bepalen. |
monthsname | Deze functie retourneert een weergavewaarde die het bereik vertegenwoordigt van de maanden van de periode (geformatteerd volgens de scriptvariabele MonthNames) alsmede het jaar. De onderliggende numerieke waarde komt overeen met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de periode van een maand, twee maanden, kwartaal, tertiaal of half jaar die een basisdatum bevat. |
monthsstart | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met de tijdstempel van de eerste milliseconde van de periode van een maand, twee maanden, kwartaal, tertiaal of half jaar die een basisdatum bevat. Het is tevens mogelijk om de tijdstempel voor een voorafgaande of volgende tijdsperiode te bepalen.De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
monthstart | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van de maand die date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
networkdays | De functie networkdays retourneert het aantal werkdagen (maandag-vrijdag) tussen start_date en end_date, waarbij rekening wordt gehouden met een eventueel opgegeven holiday. |
now | Deze functie retourneert een tijdstempel van de huidige tijd. Deze functie retourneert waarden in de indeling van de systeemvariabele TimeStamp. De standaardwaarde voor timer_mode is 1. |
quarterend | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de laatste milliseconde van het kwartaal dat date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
quartername | Deze functie retourneert de maanden van het kwartaal (opgemaakt volgens de scriptvariabele MonthNames) en het jaar met een onderliggende numerieke waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van het kwartaal. |
quarterstart | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van het kwartaal dat date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
second | Deze functie retourneert een geheel getal dat de seconde representeert als de breuk van de expression wordt geïnterpreteerd als een datum volgens de standaardinterpretatie van getallen. |
timezone | De functie retourneert de tijdzone zoals gedefinieerd op de computer waarop de Qlik-engine wordt uitgevoerd. |
today | Deze functie retourneert de huidige datum. Deze functie retourneert waarden in de indeling van de systeemvariabele DateFormat. |
UTC | Retourneert de huidige Coordinated Universal Time. |
week | Deze functie retourneert een geheel getal dat het weeknummer representeert conform ISO 8601. Het weeknummer wordt berekend volgens de datuminterpretatie van de uitdrukking, in overeenstemming met de standaardinterpretatie van getallen. |
weekday | Deze functie retourneert een duale waarde met: De naam van een dag zoals gedefinieerd in de omgevingsvariabele DayNames. Een geheel getal tussen 0 en 6 dat overeenkomt met de nominale dag van de week (0-6). |
weekend | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de laatste milliseconde van de laatste dag (zondag) van de kalenderweek die date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
weekname | Deze functie retourneert het jaar en weeknummer met een onderliggende numerieke waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van de week die date bevat. |
weekstart | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van de kalenderweek die date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
weekyear | Deze functie retourneert het jaar waarbij het weeknummer hoort, op basis van de omgevingsvariabelen. Het weeknummer varieert van 1 tot ongeveer 52. |
year | Deze functie retourneert een geheel getal dat het jaar representeert als de expression wordt geïnterpreteerd als een datum volgens de standaardinterpretatie van getallen. |
yearend | Deze functie retourneert een waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de laatste milliseconde van de laatste dag van het jaar dat date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
yearname | Deze functie retourneert een jaar in vier cijfers als weergavewaarde met een onderliggende numerieke waarde die overeenkomt met een tijdstempel van de eerste milliseconde van de eerste dag van het jaar dat date bevat. |
yearstart | Deze functie retourneert een tijdsstempel die overeenkomt met het begin van de eerste dag van het jaar dat date bevat. De standaarduitvoernotatie is de DateFormat die is ingesteld in het script. |
yeartodate | Deze functie bepaalt of de invoertijdstempel binnen het jaar valt waarin het script voor het laatst is geladen en retourneert True als dat het geval is en False als dat niet het geval is. |
Opmaak- en interpretatiefuncties die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
De opmaakfuncties gebruiken de numerieke waarde van de invoeruitdrukking en zetten deze om in een tekstwaarde. De interpretatiefuncties, daarentegen, doen het omgekeerde: zij nemen tekenreeksuitdrukkingen en evalueren deze als getallen, waarbij de notatie van het resulterende getal wordt opgegeven. In beide gevallen is de uitvoerwaarde dubbel, met een tekstwaarde en een numerieke waarde.
Kijk bijvoorbeeld naar de verschillen in uitvoer tussen de functie Date en Date#.
Functie | Uitvoer (tekst) | Uitvoer (numeriek) |
---|---|---|
Date#('20140831', 'YYYYMMDD') | 20140831 | 41882 |
Date(41882, 'YYYY.MM.DD') | 2014.08.31 | 41882 |
Deze functies zijn handig als er in uw gegevens datumvelden voorkomen die niet worden geïnterpreteerd als datum omdat de notatie niet overeenkomt met de ingestelde datumnotatie van Qlik Sense. In dit geval kan het nuttig zijn om de functies te nesten:
Date(Date#(DateInput, 'YYYYMMDD'),'YYYY.MM.DD')
Hierdoor wordt het veld DateInput geïnterpreteerd volgens de invoernotatie, YYYYMMDD, en geretourneerd in de notatie die u wilt gebruiken, YYYY.MM.DD.
Functie | Beschrijving |
---|---|
Date | Date() maakt een uitdrukking op als een datum met de opmaak die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens, in het besturingssysteem of in een opmaakreeks is ingesteld, indien opgegeven. |
date_hash |
Date# evalueert een uitdrukking als een datum in de opmaak die is gespecificeerd in het tweede argument, indien opgegeven. |
Dual |
Dual() combineert een getal en een tekenreeks tot één record, zodat de nummerweergave van de record kan worden gebruikt voor sorterings- en berekeningsdoeleinden, terwijl de tekenreekswaarde kan worden gebruikt voor weergavedoeleinden. |
Interval | Interval() maakt een getal op als een tijdsinterval met de opmaak die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens, in het besturingssysteem of in een opmaakreeks is ingesteld, indien opgegeven. |
interval_hash | Interval#() evalueert een tekstuitdrukking als een tijdsinterval in de opmaak die standaard is ingesteld in het besturingssysteem of in de opmaak die is gespecificeerd in het tweede argument, indien opgegeven. |
Money | Money() maakt een uitdrukking op numerieke wijze op als een geldwaarde in de opmaak die is ingesteld in de systeemvariabelen die zijn ingesteld in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem, tenzij een opmaakreeks is opgegeven, alsmede optionele scheidingstekens voor decimalen en duizendtallen. |
money_hash |
Money#() converteert een teksttekenreeks naar een geldwaarde, in de indeling die is ingesteld in het load-script of in het besturingssysteem, tenzij een opmaakreeks is opgegeven. Aangepaste scheidingstekens voor decimalen en scheidingstekens voor duizendtallen zijn optionele parameters. |
Num | Num() geeft de opmaak van een getal, wat wil zeggen dat deze functie de numerieke waarde van de invoer converteert naar tekst met gebruikmaking van de opmaak die is opgegeven in de tweede parameter. Als de tweede parameter wordt weggelaten, worden de scheidingstekens voor decimalen en duizendtallen gebruikt die zijn ingesteld in het load-script voor gegevens. Aangepaste scheidingstekens voor decimalen en scheidingstekens voor duizendtallen zijn optionele parameters. |
num_hash |
Num#() interpreteert een tekenreeks als een numerieke waarde, wat wil zeggen dat deze functie de invoerreeks converteert naar een getal met gebruikmaking van de opmaak die is opgegeven in de tweede parameter. Als de tweede parameter wordt weggelaten, worden de scheidingstekens voor decimalen en duizendtallen gebruikt die zijn ingesteld in het load-script voor gegevens. Aangepaste scheidingstekens voor decimalen en scheidingstekens voor duizendtallen zijn optionele parameters. |
Text | Text() dwingt af dat de uitdrukking wordt behandeld als tekst, ook als een numerieke interpretatie mogelijk is. |
Time | Time() maakt een uitdrukking op als een tijdwaarde in de tijdnotatie die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem is ingesteld, tenzij een opmaakreeks is opgegeven. |
time_hash |
Time#() evalueert een uitdrukking als een tijdwaarde in de tijdnotatie die in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem is ingesteld, tenzij een opmaakreeks is opgegeven. |
Timestamp | TimeStamp() maakt een uitdrukking op als een datum- en tijdwaarde in de notatie voor tijdstempels die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem is ingesteld, tenzij een opmaakreeks is opgegeven. |
timestamp_hash | Timestamp#() evalueert een uitdrukking als een datum- en tijdwaarde in de notatie voor tijdstempels die in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem is ingesteld, tenzij een opmaakreeks is opgegeven. |
Numerieke functies die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken om numerieke waarden af te ronden.
Functie | Beschrijving |
---|---|
ceil | Ceil() rondt een getal naar boven af op het dichtstbijzijnde veelvoud van de step die is verschoven met het offset -getal. |
div | Div() retourneert het gehele deel van de rekenkundige deling van het eerste argument door het tweede argument. Beide parameters worden geïnterpreteerd als reële getallen. Ze hoeven dus geen gehele getallen te zijn. |
even | Even() retourneert True (-1), als integer_number een even geheel getal of nul is. Retourneert False (0), als integer_number een oneven geheel getal is en NULL als integer_number niet een geheel getal is. |
fabs | Fabs() retourneert de absolute waarde van x. Het resultaat is een positief getal. |
fact | Fact() retourneert de faculteit van een positief geheel getal x. |
floor |
Floor() rondt een getal naar beneden af op het dichtstbijzijnde veelvoud van de step die is verschoven met het offset -getal. |
fmod | fmod() is een gegeneraliseerde modulo-functie die het gehele deel van de rekenkundige deling van het eerste argument (het deeltal) op het tweede argument (de deler) retourneert. Het resultaat is een reëel getal. Beide argumenten worden geïnterpreteerd als reële getallen. Ze hoeven dus geen gehele getallen te zijn. |
frac | Frac() retourneert het breukgedeelte van x. |
mod | Mod() is een wiskundige modulo-functie die de niet-negatieve restwaarde van een deling van gehele getallen retourneert. Het eerste argument is het deeltal en het tweede argument de deler. Beide argumenten moeten gehele getallen zijn. |
odd | Odd() retourneert True (-1), als integer_number een oneven geheel getal of nul is. Retourneert False (0), als integer_number een even geheel getal is en NULL als integer_number niet een geheel getal is. |
round |
Round() retourneert het resultaat van de afronding omhoog of omlaag naar het dichtstbijzijnde veelvoud van de step die is verschoven met het offset -getal. |
sign | Sign() retourneert 1, 0 of -1, afhankelijk van het feit of x een positief getal, 0 of een negatief getal is. |
Voorwaardelijke functies die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken om een voorwaarde te evalueren en vervolgens verschillende antwoorden te retourneren, afhankelijk van de waarde van de voorwaarde.
Functie | Beschrijving |
---|---|
alt | De functie alt retourneert de eerste parameter waaraan een geldige numerieke waarde kan worden toegewezen. Als deze niet wordt gevonden, wordt de laatste parameter geretourneerd. U kunt een willekeurig aantal parameters gebruiken. |
class | De functie class wijst de eerste parameter toe aan een klasse-interval. Het resultaat is een duale waarde met a<=x<b als de tekstwaarde, waarbij a en b de boven- en ondergrens van het bereik zijn, en met de ondergrens als numerieke waarde. |
if | De functie if retourneert een waarde afhankelijk van het feit of de opgegeven voorwaarde wordt geëvalueerd als True of False. |
match |
Met de functie match vergelijkt u de eerste parameter met alle volgende parameters en krijgt u de numerieke locatie van de overeenkomende uitdrukkingen als resultaat. De vergelijking is hoofdlettergevoelig. |
mixmatch | Met de functie mixmatch vergelijkt u de eerste parameter met alle volgende parameters en krijgt u de numerieke locatie van de overeenkomende uitdrukkingen als resultaat. De vergelijking is niet hoofdlettergevoelig en maakt geen onderscheid tussen de Japanse Hiragana- en Katakana-tekensystemen. |
pick | De functie pick retourneert de n-de uitdrukking in de lijst. |
wildmatch | Met de functie wildmatch vergelijkt u de eerste parameter met alle volgende parameters en krijgt u het aantal overeenkomende uitdrukkingen als resultaat. Bij deze functie kunt u jokertekens ( * en ?) gebruiken in de tekenreeksen die worden vergeleken. * komt overeen met een willekeurige reeks tekens. ? komt overeen met een willekeurig enkel teken. De vergelijking is niet hoofdlettergevoelig en maakt geen onderscheid tussen de Japanse Hiragana- en Katakana-tekensystemen. |
NULL-functies die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken om terug te gaan of Null-waarden te detecteren.
Functie | Beschrijving |
---|---|
Null |
De functie Null retourneert een NULL-waarde. |
IsNull |
De functie IsNull test of de waarde van een uitdrukking NULL is. Als dit het geval is, wordt -1 (True) geretourneerd, anders 0 (False). |
Wiskundige functies die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken voor wiskundige berekeningen.
Functie | Beschrijving |
---|---|
e |
De functie retourneert het grondtal van de natuurlijke logaritmen, e ( 2,71828...). |
rand |
De functie retourneert een willekeurig getal tussen 0 en 1. Hiermee kunnen steekproefgegevens worden gemaakt. |
Exponentiële en logaritmische functies die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken voor exponentiële en logaritmische functies.
Functie | Beschrijving |
---|---|
exp |
De natuurlijk exponentiële functie, e^x, die de natuurlijke logaritme e als grondtal gebruikt. Het resultaat is een positief getal. |
log |
De natuurlijke logaritme van x. De functie is alleen gedefinieerd als x> 0. Het resultaat is een getal. |
log10 |
De algemene logaritme (grondtal 10) van x. De functie is alleen gedefinieerd als x> 0. Het resultaat is een getal. |
pow |
Retourneert x tot de macht y. Het resultaat is een getal. |
sqr |
x kwadraat (xtot de macht 2). Het resultaat is een getal. |
sqrt |
Vierkantswortel van x. De functie is alleen gedefinieerd als x >= 0. Het resultaat is een positief getal. |
Verdeelfuncties die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken voor statistische verdeelberekeningen.
Functie | Beschrijving |
---|---|
ChiDist |
ChiDist() retourneert de eenzijdige waarschijnlijkheid van de chi2-verdeling. De chi2-verdeling is gekoppeld aan een chi2-test. |
ChiInv |
ChiInv() retourneert het omgekeerde van de eenzijdige waarschijnlijkheid van de chi2-verdeling. |
FDist | FDist() retourneert de gecumuleerde waarschijnlijkheid van de F-verdeling. |
FInv | FInv() retourneert het omgekeerde van de gecumuleerde waarschijnlijkheid van de F-verdeling. |
NormDist | NormDist() retourneert de cumulatieve normale verdeling van het opgegeven gemiddelde en de opgegeven standaarddeviatie. Als mean = 0 en standard_dev = 1, retourneert de functie de standaard normale verdeling. |
NormInv | NormInv() retourneert het omgekeerde van de normale cumulatieve verdeling van het opgegeven gemiddelde en de opgegeven standaarddeviatie. |
TDist | TDist() retourneert de waarschijnlijkheid van de t-verdeling van de student, waarbij een numerieke waarde een berekende waarde van t is, waarvan de waarschijnlijk moet worden berekend. |
TInv | TInv() retourneert de waarde t van de t-verdeling van de student als functie van de waarschijnlijkheid en de vrijheidsgraden. |
Geospatiale functies die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functie gebruiken om geospatiale gegevens te verwerken.
Functie | Beschrijving |
---|---|
GeoMakePoint |
GeoMakePoint() wordt gebruikt in scripts en diagramuitdrukkingen om een punt met lengtegraad en breedtegraad te maken en aan te duiden. |
Kleurfuncties die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken voor het instellen en evalueren van kleureigenschappen.
Functie | Beschrijving |
---|---|
ARGB |
ARGB() wordt gebruikt in uitdrukkingen om de kleureigenschappen van een diagramobject in te stellen of te evalueren, waarbij de kleur wordt gedefinieerd door een rode component r, een groene component g een blauwe component b, met een alfafactor (ondoorzichtigheid) van alpha. |
HSL |
HSL() wordt gebruikt in uitdrukkingen om de kleureigenschappen van een diagramobject in te stellen of te evalueren, waarbij de kleur wordt gedefinieerd door waarden van hue, saturation en luminosity tussen 0 en 1. |
RGB | RGB() retourneert een geheel getal dat overeenkomst met de kleurcode van de kleur die is gedefinieerd door de drie parameters: de rode component r, de groene component g en de blauwe component b. Deze componenten moeten beschikken over gehele getalwaarden tussen 0 en 255. De functie kan worden gebruikt in uitdrukkingen voor het instellen of evalueren van de kleureigenschappen van een diagramobject. |
Logische functies die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken voor het verwerken van logische bewerkingen.
Functie | Beschrijving |
---|---|
IsNum |
Retourneert -1 (True) als de uitdrukking kan worden geïnterpreteerd als een getal, anders 0 (False). |
IsText |
Retourneert -1 (True) als de uitdrukking een tekstrepresentatie heeft, anders 0 (False). |
Systeemfuncties die kunnen worden gebruikt in de uitdrukking van een berekend veld
U kunt deze functies gebruiken voor toegang tot eigenschappen van het systeem, apparaat en de Qlik Sense-app.
Functie | Beschrijving |
---|---|
system-functions |
Deze functie retourneert een tekenreeks met de naam van de gebruiker die momenteel is verbonden. Kan zowel worden gebruikt in het script voor het laden van gegevens als in een diagramuitdrukking. |
ReloadTime |
Deze functie retourneert een tijdstempel voor het moment waarop het laden van de laatste gegevens werd voltooid. Kan zowel worden gebruikt in het script voor het laden van gegevens als in een diagramuitdrukking. |