Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Interval - script- en diagramfunctie

Interval() maakt een getal op als een tijdsinterval met de opmaak die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens, in het besturingssysteem of in een opmaakreeks is ingesteld, indien opgegeven.

Intervallen kunnen worden opgemaakt als een tijd, als dagen of als een combinatie van dagen, uren, minuten, seconden en fracties van seconden.

Syntaxis:  

Interval(number[, format])

Retourgegevenstypen: dubbele waarde

Argumenten
Argument Beschrijving
number Het getal dat moet worden opgemaakt.
format Tekenreeks die beschrijft hoe de resulterende intervalreeks moet worden opgemaakt. Bij weglating wordt gebruikgemaakt van de tijdnotatie en het scheidingsteken voor decimalen die zijn ingesteld in het besturingssysteem. Bij weglating wordt gebruikgemaakt van de tijdnotatie en het scheidingsteken voor decimalen die zijn ingesteld in het besturingssysteem.

De functie Interval ondersteunt vele opmaakopties voor verschillende tijdstructuren, bijvoorbeeld:

hh:mm—eenvoudige uren en minuten

hh:mm:ss—uren, minuten en seconden

d hh:mm—dagen, uren en minuten

Beschrijvingen van conventies voor getal- en tijdnotaties

Voorbeeld: diagramuitdrukkingen
Voorbeeld Resultaat
Interval( 0.375 ) Retourneert 9:00:00 als de TimeFormat h:mm:ss is.
Interval(.375​, 'hh:mm' )

Retourneert 9:00 als de in de functie geleverde notatie hh.mm is.

Interval( 0.375​, 'd hh' ) Retourneert 0 09 als de in de functie geleverde notatie d hh is.

Voorbeeld - Basisprincipes voor Interval

Voorbeeld – Scenario met Interval

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!