Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Diagramlagen

Met een diagramlaag kunt u kleine cirkeldiagrammen of staafdiagrammen boven locaties op uw kaart weergeven. Er wordt één dimensie gebruikt om de locaties te identificeren en een tweede dimensie om de cirkel- of staafdiagrammen te maken.

U kunt de diagrammen van labels voorzien en hun grootte bepalen met een uitdrukking. De informatiebel bevat nuttige informatie over de inhoud van het geselecteerde diagram.

Kaart met diagramlaag waarop de herkomst van middelen in landen van de Europese Unie als cirkeldiagrammen wordt weergegeven. De grootte van elk cirkeldiagram geeft het gemiddelde absorptiepercentage van de middelen aan.

Kaart met dichtheidslaag.

Een diagramlaag toevoegen

  1. Klik in Lagen in de geavanceerde eigenschappen op Laag toevoegen en selecteer Diagramlaag.
  2. Klik in Dimensies onder Locatie op Toevoegen en selecteer een veld met puntgegevens om als locaties op uw kaart te gebruiken. Klik op Toevoegen en selecteer een veld met gegevens om als dimensie in uw diagrammen te gebruiken.
  3. Klik in Metingen op Toevoegen en selecteer een veld met gegevens om als meting in uw diagrammen te gebruiken.
  4. Als er problemen met de puntlocaties zijn, past u de locatie-instellingen aan in Locatie in het eigenschappenvenster.

    Kaartdiagram Kaartdiagram

  5. Stel desgewenst in Opties > Algemeen na Max. aantal zichtbare objecten de maximumlocaties in om weer te geven in de laag.

    Het maximale aantal waarden in een kaartlaag is 50.000. Standaard worden in lagen maximaal 4000 waarden voor puntlagen en 1000 waarden voor andere lagen weergegeven.

Nadat de laag is toegevoegd, kunt u de instellingen ervoor bijstellen in het eigenschappenvenster.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!