App-gegevens laden
Zorg dat uw apps altijd de laatste gegevens bevatten door ze opnieuw te laden. In tegenstelling tot automatische updates, worden apps niet automatisch vernieuwd als hun gegevensbronnen zijn gewijzigd. U kunt apps handmatig opnieuw laden om ze te synchroniseren met de laatste gegevens of u kunt taken voor geplande ladingen maken voor extra gebruiksgemak. U kunt ladingen via verschillende methoden uitvoeren om te zorgen dat uw inzichten actueel zijn.
Voor informatie over welke gebruikers gegevens opnieuw kunnen laden, gaat u naar:
Het laden van app-gegevens plannen
Maak taken om ladingen voor uw app te plannen. Het schema kan op tijd gebaseerde of op gebeurtenis gebaseerde triggers gebruiken.
Een taak maken:
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
-
Klik in uw activiteitencentrum op
van de app en klik op Schema.
-
Voer een van de volgende handelingen uit in uw app:
-
Klik op de naam van de app om het informatiegebied van de app te openen en klik op
> Schema.
-
Klik op de naam van de app om het informatiegebied van de app te openen en klik op Geen schema in de schemasectie
. Als de app al actieve taken heeft, kan deze sectie andere tekst weergeven.
-
-
-
Klik op Nieuwe taak maken.
-
Voer voor Taaknaam een naam voor de taak in.
-
Voer desgewenst een beschrijving in.
-
Selecteer een van de volgende opties onder Actie:
-
Volledig laden: alle gegevens in de app vernieuwen.
-
Gedeeltelijk laden: vernieuw alleen de Load- en Select-instructies die voorafgegaan worden door een Add-, Merge- of Replace-prefix, waarbij de overige gegevens in de app onaangeroerd blijven. Ga voor meer informatie naar Gedeeltelijke lading.
-
-
Selecteer onder Gebaseerd op de trigger voor de taak. U hebt de volgende opties:
-
Tijdgebonden: plan de vernieuwing op een specifiek tijdstip. Configureer vervolgens de taak met de bijbehorende instellingen voor die trigger. Ga voor meer informatie naar Schema's op tijdbasis.
De volgende op tijd gebaseerde triggers zijn beschikbaar:
-
Dagelijks
-
Wekelijks
-
Maandelijks
-
Jaarlijks
-
-
Op gebeurtenis gebaseerd: plan de vernieuwing om te starten wanneer een specifieke gebeurtenis plaatsvindt. Ga voor meer informatie naar Schema's op basis van een gebeurtenis.
De volgende op gebeurtenis gebaseerde triggers zijn beschikbaar:
-
Andere taak is geslaagd
-
Andere taak mislukt
InformatieGebruik triggers op basis van gebeurtenissen om taakketens te maken voor het vernieuwen van gegevens. Zie Taakketens maken voor het vernieuwen van gegevens voor verdere instructies. -
-
Schema's op tijdbasis
Als u een schema op tijdbasis maakt, kunt u het volgende kiezen:
-
De frequentie en interval van de vernieuwing
-
De tijdzone en tijd van de dag
-
Hoe lang het schema van kracht blijft
-
Volledig of Gedeeltelijke lading
Het herhalen van vernieuwingen kan met de volgende intervallen worden ingesteld:
-
Dagelijks: stel het aantal keren per dag, de tijdzone en de tijd van de dag in.
-
Wekelijks: stel de dagen van de week, het aantal keren per dag, de tijdzone en de tijd van de dag in.
-
Maandelijks: stel de dagen van de maand, het aantal keren per dag, de tijdzone en de tijd van de dag in.
-
Jaarlijks: stel de maanden, dagen van de maand, het aantal keren per dag, de tijdzone en de tijd van de dag in.
Voor schema's die meerdere keren per dag op basis van een interval worden uitgevoerd, kunt u ook definiëren tussen welke uren van de dag het schema wordt uitgevoerd. Geef een specifieke tijd op waarop het schema die dag start.
Standaard worden schema's voortdurend uitgevoerd, zonder einddatum. U kunt ervoor kiezen om een begindatum of een einddatum in te stellen of het schema alleen tussen twee datums uit te voeren.
Schema's op basis van een gebeurtenis
Met op gebeurtenissen gebaseerde schema's kunt u taken voor verschillende apps, scripts en gegevensstromen aan elkaar koppelen. Dit is handig voor opeenvolgende vernieuwingen van deze bedrijfsmiddelen.
Ga voor meer informatie naar Taakketens maken voor het vernieuwen van gegevens.
Taken beheren
U kunt bestaande taken beheren als u daarvoor de machtigingen hebt.
Taken weergeven en beheren:
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
-
Klik in uw activiteitencentrum op
van de app en klik op Schema.
-
Voer een van de volgende handelingen uit in uw app:
-
Klik op de naam van de app om het informatiegebied van de app te openen en klik op
> Schema.
-
Klik op de naam van de app om het informatiegebied van de app te openen en klik op Geen schema > Schema toevoegen.
-
-
-
Klik op
naast een taak en selecteer een van de beschikbare opties. U kunt ook naar het tabblad Geschiedenis gaan om een gedetailleerde geschiedenis te bekijken van wanneer de taak is uitgevoerd.
Ga voor meer informatie naar Taken beheren voor het vernieuwen van gegevens.
Beperkingen en overwegingen
-
Een taak voor het vernieuwen van gegevens wordt gedeactiveerd als deze vijf keer achter elkaar niet wordt uitgevoerd. Als u de eigenaar van de taak bent, ontvangt u meldingen wanneer dit gebeurt. De meldingsinstellingen kunnen voor één app, alle apps in een ruimte of alle apps in een tenant worden aangepast. Ga voor meer informatie naar Eigendom van taken.
-
Wanneer een eigenaar van een taak vertrekt of wordt verwijderd van de tenant, moet een andere gebruiker eigenaar worden van de taak of u moet de taak verwijderen en opnieuw maken. Anders mislukken de geplande vernieuwingen. Voor meer informatie over het wijzigen van de eigenaar gaat u naar Eigendom van taken.
-
Als u een groot aantal vernieuwingsprocessen voor gegevens in de wachtrij of in uitvoering hebt (en daarnaast aanvullende gelijktijdige CPU- en geheugenintensieve processen), zult u merken dat sommige vernieuwingsprocessen zo nu en dan merkbaar later dan hun geplande starttijd worden uitgevoerd.
-
Taken voor het vernieuwen van gegevens zijn niet inbegrepen voor de gepubliceerde kopie van een app. Voor gepubliceerde apps moeten taken opnieuw worden geconfigureerd in de versie in de beheerde ruimte.
-
Als uw app taken voor het vernieuwen van gegevens heeft en u verplaatst deze tussen ruimten (persoonlijke of gedeelde ruimten), dan worden deze taken gedeactiveerd. U kunt ze opnieuw activeren wanneer u klaar bent om de geplande vernieuwingen te hervatten. Zie: Een taak activateren en deactiveren .
Eigendom van taken
Een taak voor het vernieuwen van gegevens wordt uitgevoerd namens de gebruiker die eigenaar is van de taak in plaats van de eigenaar van de app, het script of de gegevensstroom. De eigenaar van de taak moet de juiste toegangsmachtigingen hebben voor de app, het script, of de gegevensstroom en de gegevensbronnen ervan om de taak uit te kunnen voeren. Bepaalde acties resulteren in wijzigingen in wie eigenaar is van de taak. De eigenaar van de taak wordt bepaald door de volgende regels:
-
Wanneer u een taak aanmaakt voor het plannen van app-ladingen, wordt u de eigenaar van die taak.
-
Als een andere gebruiker een bestaande taak bewerkt of opslaat, wordt hij de nieuwe eigenaar van die taak.
-
Als een andere gebruiker het load-script wijzigt door bewerkingen uit te voeren in Editor voor laden van gegevens (of door gegevens te laden in Gegevensbeheer), wordt hij de nieuwe eigenaar van alle taken voor geplande ladingen van die app.
-
Wanneer de distributielijst van de app wordt gemaakt of aangepast, doordat een bronbestand wordt geüpload in de sectie Rapportage of door het load-script handmatig te bewerken, wordt u de nieuwe eigenaar van alle taken die zijn gemaakt voor geplande ladingen van die app.
Voor meer informatie over het gezamenlijk ontwikkelen van gevensmodellen voor apps raadpleegt u Gezamenlijk load-scripts voor gegevens ontwikkelen in gedeelde ruimten.
Taken beheren voor het vernieuwen van gegevens
Tenantbeheerders en analysebeheerders kunnen taken voor geplande vernieuwingen van gegevens bewerken en verwijderen. Dit doen ze in het Beheer-activiteitencentrum. Ga voor meer informatie naar:
Gedeeltelijke lading
Schakel Gedeeltelijke lading in om een specifiek gedeelte van het load-script uit te voeren en de bijbehorende tabellen bij te werken. Bij een volledige lading worden altijd eerst alle tabellen in het bestaande gegevensmodel verwijderd en vervolgens wordt het load-script uitgevoerd. Bij een gedeeltelijke lading gebeurt dit niet. Hierbij blijven alle tabellen in het gegevensmodel behouden en worden alleen de instructies Load en Select uitgevoerd voorafgegaan door het voorvoegsel Add, Merge of Replace.
U moet eerst Gedeeltelijke lading configureren in het load-script in de editor voor laden van gegevens. Zie Gedeeltelijke lading voor meer informatie.
Handmatig app-gegevens laden
U kunt een app handmatig laden door een laadgebeurtenis toe te voegen aan de wachtrij.
Doe het volgende:
Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik in uw activiteitencentrum op
van de app en selecteer Nu opnieuw laden.
Klik in uw app op de naam van de app om het informatiegebied van de app te openen en klik op
> Nu opnieuw laden.
Laadstatus controleren
U kunt de laadstatus van een app controleren. Er worden verschillende statussen weergegeven, afhankelijk van uw locatie in de interface.
Vanuit de weergave Laadgeschiedenis
Wanneer u Laadgeschiedenis opent, kunt u de laadstatus van de app voor alle ladingen bekijken. De status kan Geslaagd, Bezig met opnieuw laden of Mislukt zijn. U kunt deze informatie bekijken in:
- De lijstweergave van apps in de kolom Laatst gewijzigd.
- De app-kaart in tegelweergave of gegroepeerde weergave.
Ga voor meer informatie naar De laadgeschiedenis van een app weergeven.
Vanuit de weergave Geschiedenis in het planningsvenster
Wanneer u het planningsvenster voor het maken van taken opent, ga dan naar het tabblad Geschiedenis. Deze weergave toont u de laadstatus voor alle ladingen die door een taak zijn geactiveerd.
In deze weergave kan de status Geslaagd, Wordt uitgevoerd of Mislukt zijn.
Ga voor meer informatie naar De vernieuwingsgeschiedenis van een taak bekijken.
De laadgeschiedenis van een app weergeven
Laadgeschiedenis bevat de laadgeschiedenis voor de geselecteerde app. De laadgeschiedenis is handig om de volledige laadgeschiedenis van de app te bekijken: handmatige ladingen, ladingen die via een taak gepland zijn en ladingen die gestart zijn via Qlik toepassingsautomatisering of directe API-aanroepen. U kunt de status, begin- en eindtijden en de duur van de vorige en huidige ladingen weergeven. U kunt ook het bijbehorende logboekbestand bekijken en downloaden.
Er zijn twee manieren om de laadgeschiedenis van een app te bekijken.
- Klik in de lijstweergave van apps op de datum in de kolom Laatst gewijzigd en selecteer Laadgeschiedenis weergeven.
- Selecteer Details en klik op Laadgeschiedenis.
Laadgeschiedenis van een app

Klik op de pagina Laadgeschiedenis op de knop Weergeven om het laadoverzicht te bekijken. U kunt desgewenst ook een gedetailleerd logboekbestand downloaden. Wanneer het limiet voor het aantal opgeslagen logboeken is bereikt, worden oude logboeken vervangen door nieuwe logboeken waarbij het eerste logboek wordt vervangen door het nieuwste enzovoort.
Mogelijk wilt u een lading van uw app annuleren als het laden te lang duurt of als de app is bijgewerkt met nieuwe gegevens en u een nieuwe lading wilt starten. Ga naar Laadgeschiedenis en klik op Annuleren om een lading te annuleren.
De geannuleerde lading verschijnt in uw Laadgeschiedenis.
Geschiedenis voor taken bekijken
Naast de weergave Laadgeschiedenisweergave, kunt u ook een uitvoeringsgeschiedenis bekijken die gericht is op de taken die aangemaakt zijn voor geplande ladingen van een app. Zie De vernieuwingsgeschiedenis van een taak bekijken voor meer informatie.
Tijdstempels begrijpen: Bijgewerkt, Wijzigingsdatum en Datum laatste lading
De tijdstempel Bijgewerkt wordt onderaan elke app-tegel in activiteitencentra weergegeven. Deze kan ook bekeken worden als u in de app selecteert en vervolgens Details selecteert. Dezelfde tijdstempel wordt getoond als Wijzigingsdatum in Details. De indeling van de datum kan variëren. Als de app bijvoorbeeld recent is bijgewerkt, ziet de waarde Bijgewerkt op de app-tegel er mogelijk als volgt uit: 15 minuten geleden bijgewerkt.
U kunt Datum laatste lading weergeven door te selecteren in de app en vervolgens Details te selecteren. Deze waarde wordt alleen bijgewerkt als de gegevens van de app worden geladen. Bij een lading worden ook de tijdstempels gewijzigd voor Bijgewerkt en Wijzigingsdatum.
Velden Wijzigingsdatum en Datum laatste lading in app Details

De volgende tabel toont de bewerkingen waarbij de tijdstempels Bijgewerkt(zelfde als Wijzigingsdatum) en Datum laatste lading worden vernieuwd:
Bewerking | Bijgewerkt, Wijzigingsdatum | Datum laatst opnieuw geladen |
---|---|---|
Opnieuw laden | Ja | Ja |
Naam wijzigen | Ja | Nee |
Beschrijving wijzigen | Ja | Nee |
Miniatuur wijzigen | Ja | Nee |
App publiceren | Ja | Nee |
Eigenaar wijzigen | Ja | Nee |
Script wijzigen | Ja | Nee |
Nieuw werkblad | Nee | Nee |
Werkblad wijzigen | Nee | Nee |
Andere manieren om een app te laden
Dit helponderwerp gaat met name over het laden vanuit uw activiteitencentra. U kunt apps op andere manieren laden, zoals vanuit:
Editor voor laden van gegevens of Gegevensbeheer in een app
Knopobject in een app
Qlik toepassingsautomatisering
De methode die u gebruikt om uw app-ladingen te activeren kunnen van invloed zijn op de capaciteitslimiet van uw Qlik Cloud-abonnement. Ladingen die buiten de Editor voor laden van gegevens of Gegevensbeheer zijn geactiveerd, zoals via app-knoppen, activiteitencentra of automatiseringen tellen mee voor het maximumaantal geplande ladingen per app per dag. Ga voor meer informatie naar: