Een Hugging Face-verbinding maken
Maak een verbinding met de Hugging Face‑analysebron om te communiceren met Hugging Face,. Maak de verbinding op de pagina Maken van het Analyse-activiteitencentrum, Editor voor laden van gegevens, of Script.
Gegevens die van deze verbindingen zijn ontvangen, kunnen in het load-script en ook in diagramuitdrukkingen worden gebruikt om uw analyse-apps van Qlik Sense te verbeteren.
Configuraties en configureerbare instellingen
Stel uw Hugging Face-analyseverbinding in met behulp van een van de volgende configuraties. Elke verbinding kan uit één configuratie bestaan.
Elke beschikbare configuratie van de Hugging Face-connector komt overeen met een algemene taak die u wilt uitvoeren met een model dat beschikbaar is via het Hugging Face-platform. Er zijn duizenden modellen beschikbaar voor elke taak.
Niet alle Hugging Face-modellen zijn beschikbaar om te gebruiken met de Qlik Hugging Face-connector. Of een model beschikbaar is voor gebruik in Qlik Sense, hangt deels af van externe factoren. Aanvullende modelspecifieke beperkingen en vereisten zijn mogelijk van toepassing. Dit is van invloed op hoe u de connector kunt configureren en ermee gegevens kunt uitwisselen. Voor de volledige details van elk specifiek model, raadpleegt u de officiële documentatie van Hugging Face.
Feature Extraction
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die taken voor kenmerkextractie uitvoeren. Doorgaans is kenmerkextractie een technisch proces van machine learning dat veel praktische toepassingen biedt. Met behulp van deze taak kunnen invoergegevens worden omgezet in numerieke kenmerken.
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van taken voor kenmerkextractie: Feature Extraction
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Feature Extraction voor modellen die worden gebruikt in taken voor kenmerkextractie. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Question Answering
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die taken uitvoeren voor het beantwoorden van vragen. Met het beantwoorden van vragen kan een model worden gebruikt om een antwoord op een vraag te achterhalen op basis van een afzonderlijk contextsegment. In Qlik Sense worden zowel de vraag als de context gegeven in de app- of scriptgegevens.
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van taken voor het beantwoorden van vragen: Question Answering
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Question Answering voor modellen die worden gebruikt voor taken voor het beantwoorden van vragen. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Summarization
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die samenvattingstaken uitvoeren. Een model voert een samenvatting uit door een specifieke invoertekst te nemen en een korte samenvatting van deze tekst als uitvoer te geven, waarbij de belangrijke details worden behouden.
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van samenvattingstaken: Summarization
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Summarization voor modellen die worden gebruikt voor samenvattingstaken. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Minimum Token Length | Stel een gehele waarde in als het minimumaantal tokens dat in de modeluitvoer mag worden gebruikt. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, heeft de uitvoer geen minimumlengte. |
Maximum Token Length | Stel een gehele waarde in als het maximumaantal tokens dat in de modeluitvoer mag worden gebruikt. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, heeft de uitvoer geen maximumlengte. |
Top K | Stel een gehele waarde in als het aantal meest waarschijnlijke tokens dat in de modeluitvoer mag worden gebruikt. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, bevat de uitvoer geen hoogste aantal van de meest waarschijnlijke tokens die in de uitvoer moet worden gebruikt. |
Top P |
Geef een numeriek getal (een zwevendekommagetal) op om de willekeurigheid van de uitvoer te beheren wat betreft de waarschijnlijkheid van het token. Raadpleeg de documentatie van Hugging Face voor de volledige details. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, wordt de uitvoer niet beheerd voor de desgewenste willekeurigheid. |
Temperature | Geef een zwevendekommagetal op (tussen 0.00 en 100.0) om de willekeurigheid van de uitvoer te beheren. Een hogere waarde resulteert in meer willekeurige tokens. De standaardwaarde is 1.0. Optionele parameter. |
Repetition Penalty | Geef een zwevendekommagetal op (tussen 0.00 en 100.0) om een straf af te dwingen voor tokens die worden herhaald. De standaardwaarde is 1.0. Optionele parameter. |
Maximum Query Time | Geef een zwevendekommagetal op (tussen 0 en 120.0) voor de maximumtijd in seconden voor een query. Dit is een zachte limiet. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, wordt er geen maximumquerytijd ingesteld. |
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Sentence Similarity
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die een overeenkomstanalyse van zinnen uitvoeren. In dit taakttype wordt een model vergeleken met één of meer afzonderlijke zinnen met een bronzin. Hierdoor worden inbeddingen geproduceerd die informatie over de gelijkenis opslaan. Deze inbeddingen zijn numerieke waarden. Het gebruik van inbeddingen is een geavanceerd machinelearningproces.
In Qlik Sense wordt de bronzin geleverd in de connectorconfiguratie en de invoerzinnen (die het model vergelijkt met de bronzin) worden geleverd in de app- of scriptgegevens.
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van taken voor overeenkomst van zinnen: Sentence Similarity
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Sentence Similarity voor modellen die worden gebruikt in taken die zijn gerelateerd aan overeenkomstanalyse van zinnen. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Source Sentence |
De tekenreeks die het model vergelijkt met de ingevoerde gegevensitems waarbij de overeenkomst tussen de twee tekenreeksen wordt beoordeeld. |
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Text Classification
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die tekstclassificatietaken uitvoeren. Tekstclassificatie is een veelzijdig taaktype waarmee een model een sentimentanalyse, grammaticacontroles en andere acties voor taalverwerking kan uitvoeren.
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van tekstclassificatietaken: Text Classification
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Text Classification voor modellen die worden gebruikt voor tekstclassificatietaken. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Text Generation
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die tekstgeneratietaken uitvoeren. Modellen die dit taaktype gebruiken, kunnen onvolledige tekstsegmenten voltooien of teksten parafraseren.
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van tekstgeneratietaken: Text Generation
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Text Generation voor modellen die worden gebruikt voor tekstgeneratietaken. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Maximum Token Length | Stel een gehele waarde in als het maximumaantal tokens dat in de modeluitvoer mag worden gebruikt. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, heeft de uitvoer geen maximumlengte. |
Top K | Stel een gehele waarde in als het aantal meest waarschijnlijke tokens dat in de modeluitvoer mag worden gebruikt. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, bevat de uitvoer geen hoogste aantal van de meest waarschijnlijke tokens die in de uitvoer moet worden gebruikt. |
Top P |
Geef een numeriek getal (een zwevendekommagetal) op om de willekeurigheid van de uitvoer te beheren wat betreft de waarschijnlijkheid van het token. Raadpleeg de documentatie van Hugging Face voor de volledige details. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, wordt de uitvoer niet beheerd voor de desgewenste willekeurigheid. |
Temperature | Geef een zwevendekommagetal op (tussen 0.00 en 100.0) om de willekeurigheid van de uitvoer te beheren. Een hogere waarde resulteert in meer willekeurige tokens. De standaardwaarde is 1.0. Optionele parameter. |
Repetition Penalty | Geef een zwevendekommagetal op (tussen 0.00 en 100.0) om een straf af te dwingen voor tokens die worden herhaald. De standaardwaarde is 1.0. Optionele parameter. |
Maximum Query Time | Geef een zwevendekommagetal op (tussen 0 en 120.0) voor de maximumtijd in seconden voor een query. Dit is een zachte limiet. Optionele parameter. Als er geen waarde is opgegeven, wordt er geen maximumquerytijd ingesteld. |
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Token Classification
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die tokenclassificatietaken uitvoeren. Met behulp van tokenclassificatie kan een model tekenreeksen (tokens) identificeren als indeelbare eenheden (zoals plaatsen, personen en delen van taal).
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van tokenclassificatietaken: Token Classification
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Token Classification voor modellen die worden gebruikt voor tokenclassificatietaken. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Aggregation Strategy |
De classificaties van de eenheden in uw invoer kunnen aggregatieverwerking ondergaan. Deze parameter geeft de aggregatiestrategie aan die wordt toegepast bij het maken van classificaties. Kies uit de volgende opties:
Simple is de standaardoptie. |
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Translation
Gebruik deze configuratie om te werken met modellen die vertaaltaken uitvoeren. Modellen kunnen invoertekst in een bepaalde taal vertalen in een andere taal.
Raadpleeg de volgende hulpbronnen van Hugging Face voor meer informatie:
-
Overzicht van vertaaltaken: Translation
-
Gedetailleerde uitleg van parameters: Inference API - Detailed parameters
Veld | Beschrijving |
---|---|
Configuration | Selecteer de connectorconfiguratie. Selecteer Translation voor modellen die worden gebruikt voor vertaaltaken. |
Hugging Face Inference API endpoint | Geef de eindpunt-URL op waarmee Qlik Sense toegang krijgt tot het model. Dit gebeurt over het algemeen via Hugging Face Inference API. |
Hugging Face API Token | Geef het Hugging Face API-token op dat u hebt gegenereerd na het maken van uw account. Hiermee worden uw aanmeldgegevens geverifieerd zodat u de externe services kunt gebruiken. Zie: Een API‑token genereren. |
Source Language |
Geef de taal van de invoertaal op die u wilt vertalen. Optionele parameter. InformatieDe vertaalmogelijkheden van elk model kunnen variëren. Een model kan bijvoorbeeld zijn ontworpen om alleen tekst tussen twee specifieke talen te vertalen. In dit geval kunt u deze parameter het beste leeg laten.
|
Target Language |
Geef de taal op waarin u wilt dat de invoertekst wordt vertaald. Optionele parameter. InformatieDe vertaalmogelijkheden van elk model kunnen variëren. Een model kan bijvoorbeeld zijn ontworpen om alleen tekst tussen twee specifieke talen te vertalen. In dit geval kunt u deze parameter het beste leeg laten.
|
Use Cache |
Dit is standaard ingesteld op True. Selecteer of u caching wilt gebruiken om modelreacties te herbruiken als hetzelfde verzoek twee keer wordt ingediend. Afhankelijk van uw model, wilt u deze instelling mogelijk uitschakelen. |
Wait For Model |
Dit is standaard ingesteld op False. Als dit is ingeschakeld, kunt u het aantal verzoeken aan de API verminderen, door te wachten totdat het model gereed is voordat u een verzoek indient. |
Association Field |
Geef een koppelingsveld op, dit is een veld van de invoergegevenstabel dat een unieke id bevat. Dit is een optionele parameter. Bij een eindpuntverzoek moet dit veld in de brongegevens zijn opgenomen om de geretourneerde resultatentabel met een sleutel aan de bronveldtabel te kunnen koppelen. Het aangewezen veld wordt geretourneerd als een veld in de respons en de respons kan worden gekoppeld aan de brongegevens in het gegevensmodel. Dit kan elk veld met een unieke ID zijn, zowel van de brongegevens of als deel van het tabelload-proces. |
Name | De naam van de verbinding. Als u geen naam opgeeft, wordt de standaardnaam gebruikt. |
Een nieuw verbinding maken
U maakt een verbinding met de analyseconnector vanuit het Analyse-activiteitencentrum, vanuit de Editor voor laden van gegevens in een bestaande app of vanuit de Script in een bestaand script. Volg de onderstaande stappen om een verbinding te maken.
Doe het volgende:
-
Open de connector via de Editor voor laden van gegevens of de Script.
-
Klik op Nieuwe verbinding maken.
-
Onder Ruimte selecteert u de ruimte waarin de verbinding wordt geplaatst.
-
Selecteer Hugging Face in de lijst met gegevensconnectoren.
-
Vul de velden van dialoogvenster voor verbindingen in.
-
Klik op Maken.
De gegevensverbinding wordt opgeslagen in de ruimte waarin de app is gemaakt, zodat deze ook in andere apps en scripts van Qlik Sense kan worden gebruikt. Deze wordt ook weergegeven onder Gegevensverbindingen in Editor voor laden van gegevens of Script.
Nadat u de verbinding hebt gemaakt, kunt u deze gebruiken om gegevens met de verzoeken en de reactie van het platform te laden. Daarnaast kunt u de verbinding gebruiken in diagramuitdrukkingen. Ga voor meer informatie naar Gegevens selecteren en laden via een Hugging Face‑verbinding en Hugging Face verbindingen gebruiken in visualisatie-uitdrukkingen.