Cirkeldiagram en ringdiagram
Het cirkeldiagram en het ringdiagram geeft de relatie tussen waarden weer en de relatie van een enkele waarde ten opzichte van het totaal. U kunt een cirkeldiagram gebruiken als u een afzonderlijke gegevensserie hebt met uitsluitend positieve waarden. U kunt een ringdiagram gebruiken als u een enkele gegevensreeks hebt die negatieve waarden bevat.
In het cirkeldiagram vormen de dimensies sectoren van de metingswaarden. Een cirkeldiagram kan één dimensie en maximaal twee metingen hebben. De eerste meting wordt gebruikt om de hoek van elk segment in het diagram te bepalen.
Desgewenst kan een tweede meting worden gebruikt om de straal van elk cirkelsegment te bepalen. Een cirkeldiagram in deze stijl wordt ook wel een roosdiagram genoemd.
In de cirkelpresentatie van het cirkeldiagram worden negatieve waarden in de straalmeting niet ondersteund en uitgesloten. Negatieve waarden in de straalmeting worden wel ondersteund in de ringpresentatie en zijn naar binnen, naar het midden van het cirkeldiagram gericht.
Wanneer gebruiken
U kunt een cirkeldiagram primair gebruiken om een bepaalde sector te vergelijken met het totaal. Het cirkeldiagram is vooral handig als er slechts twee sectoren zijn, bijvoorbeeld ja/nee of in wachtrij/gereed.
We raden niet aan dat u de resultaten van twee cirkeldiagrammen onderling met elkaar vergelijkt.
Voordelen
Het cirkeldiagram biedt direct een overzicht van de verhoudingen als er weinig sectoren als dimensies worden gebruikt. Tot 10 sectoren of minder blijft het cirkeldiagram visueel effectief.
Nadelen
Het kan lastig zijn om verschillende sectoren van een cirkeldiagram te vergelijken, vooral bij cirkeldiagrammen met veel sectoren.
Het cirkeldiagram neemt relatief veel ruimte in beslag in verhouding tot de waarden die worden gevisualiseerd.
Beperkingen
Als kleuren op dimensie wordt gebruikt in dit diagram, kunnen maximaal 100 unieke dimensiewaarden en 100 unieke kleuren in de legenda worden geplot.