Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

E-mail configureren voor rapporten en meldingen

Configureer een e-mailprovider om gebruikers in staat te stellen diagrammen te delen en een abonnement te nemen op rapporten. Gebruikers kunnen ook meldingen ontvangen over apps, opmerkingen, ruimten en waarschuwingen.

U moet een e-mailprovider opgeven die wordt gebruikt voor het verzenden van e-mail. Kies tussen Microsoft 365 of een SMTP-provider zoals G Suite. Microsoft 365 maakt gebruikt van het OAuth 2.0-protocol, waardoor het niet nodig is om gebruikersreferenties te delen.

Er kan slechts één actieve provider worden geconfigureerd, en om beveiligingsredenen worden alleen de referenties voor de actieve provider opgeslagen. Hiermee wordt voorkomen dat gevoelige gegevens worden opgeslagen die momenteel niet in gebruik zijn. Door het activeren van een nieuwe provider wordt de huidige actieve provider gedeactiveerd. Als u Geen selecteert, worden opgeslagen instellingen verwijderd.

Tenantbeheerders kunnen de e-mailinstellingen configureren.

Een SMTP e-mailprovider configureren

SMTP is een standaardprotocol dat wordt gebruikt voor het verzenden van e-mails en het stelt u in staat om verbinding te maken met uw provider naar keuze om berichten te verzenden.

Doe het volgende:

  1. In het Beheer-activiteitencentrum gaat u naar Instellingen.

  2. Onder E-mailprovider selecteert u SMTP.

  3. Voer het SMTP-serveradres in van waaraf e-mailmeldingen moeten worden verzonden.

  4. Voer het poortnummer in voor de e-mailserver.

  5. Kies het beveiligingstype:

    • StartTLS

    • SSL/TLS

    • Geen

  6. Voer het e-mailadres van de verzendende partij in. Dit is het e-mailadres dat ontvangers zien in het Van-veld van de e-mail.

  7. Ga als volgt te werk voor Gebruikersnaam:

    • Als u van plan bent om het e-mailadres van de afzender te gebruiken voor de aanmeldgegevens van de e-mailserver, schakel het selectievakje Gelijk aan e-mailadres van afzender dan in.

    • Als het e-mailadres van de afzender niet wordt gebruikt voor de aanmeldgegevens van de e-mailserver, schakel het selectievakje Gelijk aan e-mailadres van afzender dan uit en geef het e-mailadres op in het veld Gebruikersnaam.

  8. Voer het wachtwoord in voor de e-mailaccount.

  9. Klik op Opslaan om de e-mailprovider te activeren.

    InformatieAls u al een actieve provider hebt, wordt deze gedeactiveerd.
  10. Klik op Test-e-mail verzenden om de configuratie te verifiëren.

  11. Voer het e-mailadres in waarop u een testbericht wilt ontvangen en klik op Verzenden.
    Als de configuratie juist is, ontvangt u een bericht met het onderwerp "Test-e-mail van het Qlik Cloud Beheer-activiteitencentrum" van het geconfigureerde e-mailadres voor de verzender.

    InformatieOm te voorkomen dat ontvangen e-mails in de map met ongewenste mail belanden, moet u de IP-adressen voor uw regio aan de acceptatielijst toevoegen. Deze adressen kunnen ook worden gebruikt voor DNS SPF-records. Ga voor meer informatie naar Domeinnamen en IP-adressen op de allowlist plaatsen.

Een Microsoft 365 e-mailprovider configureren met OAuth2

Bij het instellen van Microsoft 365 als e-mailprovider in Qlik Cloud, moet u de tenant-id, client-id en het clientgeheim opgeven. Deze details zijn onderdeel van het OAuth 2.0-authenticatieproces om een veilige communicatie te garanderen tussen uw applicatie en Microsoft 365.

Informatie

Als u de Microsoft 365 SMTP-serviceverbinding gebruikt, controleer dan de specifieke limieten voor een afzonderlijk postvak in Microsoft Graph servicespecifieke beperkingen onder "Beperkingen Outlook-service". Bij het gebruik van rapportages in tabelvorm of abonnementen kunnen deze servicebeperkingen worden bereikt door de bestandsproductie van uw Qlik Cloud-tenant.

Doe het volgende:

  1. In het Beheer-activiteitencentrum gaat u naar Instellingen.

  2. Onder E-mailprovider selecteert u Microsoft 365.

  3. Voer het e-mailadres van de verzendende partij in.

    Dit moet een UserPrincipalName (UPN) zijn voor het gebruikersaccount van een Microsoft Entra ID. Het e-mailadres dat ontvangers zien in het Van-veld van de e-mail is het volledige e-mailadres van de gebruiker.

    Informatie

    U kunt de zender beperken tot specifieke postvakken. Ga voor meer informatie naar Applicatiemachtigingen beperken voor specifieke Exchange Online-postvakken.

  4. Geef voor Tenant-id de unieke id op die is toegewezen aan uw Microsoft 365-tenant.

  5. Geef de client-id en het clientgeheim op voor de registratie van uw Active Directory-app. Deze worden gebruikt voor authenticatie met de e-mailservice.

  6. Klik op Opslaan om de e-mailprovider te activeren.

    InformatieAls u al een actieve provider hebt, wordt deze gedeactiveerd.
  7. Klik op Test-e-mail verzenden om de configuratie te verifiëren.

  8. Voer het e-mailadres in waarop u een testbericht wilt ontvangen en klik op Verzenden.
    Als de configuratie juist is, ontvangt u een bericht met het onderwerp "Test-e-mail van het Qlik Cloud Beheer-activiteitencentrum" van het geconfigureerde e-mailadres voor de verzender.

    InformatieOm te voorkomen dat ontvangen e-mails in de map met ongewenste mail belanden, moet u de IP-adressen voor uw regio aan de acceptatielijst toevoegen. Deze adressen kunnen ook worden gebruikt voor DNS SPF-records. Ga voor meer informatie naar Domeinnamen en IP-adressen op de allowlist plaatsen.

De tenant-id, client-id en het clientgeheim ophalen

Om de tenant-id te vinden, meldt u zich aan bij het Microsoft Entra-beheercentrum en gaat u naar Identiteit > Overzicht. De tenant-id wordt getoond op het tabblad Eigenschappen.

U moet een nieuwe app-registratie in Microsoft Entra ID maken om de client-id en het clientgeheim op te halen. Nadat de app is gemaakt, doet u het volgende:

  1. Ga naar de overzichtspagina van de app en kopieer de Applicatie-id (client).

  2. Ga naar Certificaten en geheimen > Clientgeheimen en selecteer Nieuw clientgeheim. Kopieer het geheim en sla deze veilig op.

U moet ook een Microsoft Graph-machtiging toevoegen voor het verzenden van e-mails.

  1. Ga naar API-machtigingen en klik op Een machtiging toevoegen.

  2. Klik onder Microsoft API's op Microsoft Graph en selecteer Applicatiemachtigingen.

  3. Voeg de machtiging Mail.Send toe.

Raadpleeg voor meer informatie de volgende artikelen van Microsoft Learn:

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!