Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Werkbladen opmaken

U kunt de stijl van uw werkblad aanpassen, de titel en beschrijving wijzigen, voorwaarden toevoegen voor wanneer het werkblad in de app wordt weergegeven en werkbladminiaturen toevoegen.

De titel en beschrijving van een werkblad wijzigen

U kunt de titel en beschrijving van uw werkbladen wijzigen. U kunt een werkblad met een vaste titel gebruiken of een werkblad met een dynamische titel gebaseerd op een uitdrukking.

  1. Klik in het app-overzicht op App-objecten om de werkbladen weer te geven.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u zich in de rasterweergave bevindt, Rasterweergave, klikt u op de werkbladtitel en vervolgens op Bewerken.
    • Als u zich in de lijstweergave bevindt, Lijstweergave, klikt u op Bewerken.
  3. Bewerk Titel en Beschrijving.
  4. Klik buiten het tekstgebied.
Uw wijzigingen worden opgeslagen.
Tip

U kunt ook de titel van een werkblad wijzigen door erop te klikken in de werkbladeditor.

In Geavanceerde opties kunt u de titel en beschrijving wijzigen in het deelvenster Werkbladeigenschappen.

Gebruik maken van een werkblad met dynamische titel

In Geavanceerde opties kunt u een werkblad met een dynamische titel instellen gebaseerd op een uitdrukking in de eigenschap Titeluitdrukking van het deelvenster werkbladeigenschappen. U kunt elke gewenste geldige diagramuitdrukking gebruiken.Ga voor meer informatie naar Uitdrukkingen gebruiken in visualisaties.

Als u een dynamische titel van het werkblad instelt, wordt de vaste titel (Titel) niet gebruikt.

Dynamische werkbladtitels aanmaken met expressies

De werkbalk en koptekst in werkbladen verbergen

U kunt de werkbalk en werkbladkop in uw app verbergen. Dit betekent dat deze gebieden niet op werkbladen worden weergegeven en dat geldt dan voor alle gebruikers, ongeacht zijn of haar machtigingen. Iedere gebruiker met het recht Kan bewerken in de app kan deze elementen in- of uitschakelen.

Werkbalk

De werkbalk is het gedeelte boven het werkblad met de volgende knoppen:

  • Bedrijfsmiddelen

  • Inzichtenadviseur

  • Selecties (getoond met het pictogram Selectiefunctie)

  • Werkblad bewerken

  1. Klik op de naam van de app in de navigatiebalk en klik vervolgens op Instellingen om app-opties te openen.
  2. Schakel bij Uiterlijk Werkbalk tonen uit.

Werkbladkop

De werkbladkop is het gedeelte van het werkblad met de titel van het werkblad, de titelafbeelding en de navigatiepijlen voor het werkblad.

Als u de werkbladkop verbergt, worden de navigatiepijlen verplaatst naar de werkbalk.

  1. Klik op de naam van de app in de navigatiebalk en klik vervolgens op Instellingen om app-opties te openen.
  2. Schakel bij Opmaak werkbladtitel Werkbladkop tonen uit.

Wanneer gebruiken

Voordelen

Door de werkbalk en de werkbladkoppen te verbergen, ontstaat er meer ruimte voor diagrammen, filtervakken en andere objecten.

Als werkbladkoppen worden uitgeschakeld, wordt dit gebied niet weergegeven wanneer u werkbladen downloadt of deelt, abonnementen verzendt of Qlik toepassingsautomatisering-rapporten genereert. Dit is handig als u werkbladen gebruikt om PowerPoint-presentaties of dashboards te maken.

Als de werkbalk wordt verwijderd, hebben app-ontwikkelaars meer controle over welke functies gebruikers gemakkelijk kunnen gebruiken. Door bijvoorbeeld de knop Werkblad bewerken te verbergen, kunt u andere app-ontwikkelaars ontmoedigen de app te bewerken.

Nadelen

Door de werkbalk te verbergen, worden mogelijkheden zoals bladwijzers, opmerkingen, Insight Advisor of het bewerken van werkbladen niet volledig verwijderd. Bladwijzers blijven in het app-overzicht staan. Maak gebruikers van de app kunnen denken dat deze functies niet meer beschikbaar zijn.

Als u de werkbalk en werkbladkop verbergt, is gebruik van de snelkoppelingen op het toetsenbord of knopobjecten de enige manier om tussen werkbladen te navigeren. Ga voor meer informatie naar Toetsenbordnavigatie en sneltoetsen in apps en Knoppen maken.

Als het selectiegebied wordt verborgen, kan het zijn dat gebruikers zich niet realiseren dat er selecties op de app zijn toegepast. Het is mogelijk een idee om filtervakken aan uw werkbladen of filters aan individuele diagrammen toe te voegen. Ga voor meer informatie naar Filtervakken maken en Filters toepassen op visualisaties.

Voorbeelden

Een werkblad dat de werkbalk en werkbladkop weergeeft. De werkbalk toont Opmerkingen, Insight Advisor, huidige selecties en meer. De werkbladkop bevat de titel van het werkblad, de titelafbeelding en de navigatiepijlen voor het werkblad.

Een Qlik Sense-werkblad waar de werkbalk en werkbladkop bovenaan zichtbaar zijn.

Hetzelfde werkblad als hierboven, maar hier is de werkbalk zichtbaar en de werkbladkop verborgen. Gebruikers kunnen de titelafbeelding, werkbladtitel of navigatiepijlen niet meer zien.

Een Qlik Sense-werkblad waarbij de werkbladkop is verborgen.

Hetzelfde werkblad als hierboven, maar hier is de werkbladkop zichtbaar en de werkbalk verborgen. Gebruikers kunnen niet zien welke selecties zijn toegepast.

Een Qlik Sense-werkblad waarbij de werkbladkop is verborgen.

Hetzelfde werkblad als hierboven, maar hier zijn zowel de werkbladkop als de werkbalk verborgen.

Een Qlik Sense-werkblad waar zowel de werkbalk als de werkbladkop verborgen zijn.

Voorwaarde weergeven instellen voor een werkblad

U kunt een voorwaarde instellen op Voorwaarde weergeven voor het weergeven of verbergen van een werkblad in een app, afhankelijk van het feit of een uitdrukking als Waar of Niet waar wordt geëvalueerd. Het werkblad wordt alleen getoond als de uitdrukking als Waar wordt geëvalueerd. Door een werkblad te verbergen worden er in een app geen gegevens verborgen of uitgesloten.

U kunt bijvoorbeeld een werkblad maken dat alleen zichtbaar is als bepaalde waarden in uw gegevens aanwezig zijn. Doorgaans moet u een if -functie gebruiken.Ga voor meer informatie naar if - script- en diagramfunctie.

Voorwaarde weergeven instellen voor een werkblad

De miniatuur van een werkblad wijzigen

In Geavanceerde opties kunt u de standaardminiatuur vervangen om het onderscheid tussen werkbladen in het app-overzicht en het bedrijfsmiddelenvenster vergemakkelijken. U kunt een van de standaardafbeeldingen of een eigen afbeelding gebruiken.

Houd rekening met het volgende:

  • De volgende indelingen worden ondersteund: .png, .jpg, .jpeg en .gif.
  • De optimale hoogte/breedteverhouding van een miniatuur is 8:5 (breedte:hoogte).
  • U kunt alleen de miniatuur van een privéwerkblad toevoegen of wijzigen.
  1. Klik in het app-overzicht op App-objecten om de werkbladen weer te geven.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u zich in de rasterweergave bevindt, Rasterweergave, klikt u op de werkbladtitel en vervolgens op Bewerken.
    • Als u zich in de lijstweergave bevindt, Lijstweergave, klikt u op Bewerken.
  3. Klik op Afbeelding in de standaardminiatuur.

    De Mediabibliotheek wordt geopend.

  4. Klik op een map in de mediabibliotheek, bijvoorbeeld In app of Standaard.

  5. Klik op Vinkje om het bewerken te beëindigen.

De afbeelding die u hebt geselecteerd wordt nu gebruikt als miniatuur voor het werkblad en is zichtbaar in het bedrijfsmiddelenvenster en in het app-overzicht.

TipU kunt ook de miniatuur van een werkblad wijzigen in het bedrijfsmiddelenvenster of in het venster Werkbladeigenschappen.

Ga voor meer informatie naar Een Qlik Sense-site beheren: Objecten uploaden naar inhoudsbibliotheken (alleen in het Engels).

Een achtergrondkleur of afbeelding toevoegen

U kunt de achtergrond van een werkblad aanpassen. U kunt een specifieke achtergrondkleur kiezen of kleuruitdrukking. Een afbeelding in de mediabibliotheek kan als achtergrond worden ingesteld. De afbeelding kan worden geplaatst en de grootte kan worden aangepast zodat deze niet de gehele achtergrond vult.

De volgende indelingen worden ondersteund: .png, .jpg, .jpeg en .gif. Als u een gif-bestand gebruikt, kan deze geanimeerd of statisch zijn.

Opmerking over Qlik Cloud Government

Qlik Sense Enterprise SaaS - Government (VS) biedt geen ondersteuning voor achtergrondafbeeldingen of -kleuren in werkbladen.

  1. Open het werkblad in bewerkingsmodus.
  2. Schakel Geavanceerde opties in.
  3. Klik onder Werkbladeigenschappen op Stijl.
  4. Stel Achtergrond in op Aangepast. De standaardwaarde is Auto.
  5. Achtergrondkleur:

    • Enkele kleur: kies een kleur met de kleurenkiezer.

    • Op uitdrukking: stel een kleur in met een door de gebruiker gedefinieerde uitdrukking. Ga voor meer informatie naar Kleur toekennen op uitdrukking.

  6. Achtergrondafbeelding: selecteer de afbeelding in de mediabibliotheek. De standaardinstelling is Geen.
  7. Klik op Afbeelding in de standaardminiatuur.

    De Mediabibliotheek wordt geopend.

  8. Klik op een map in de mediabibliotheek, bijvoorbeeld In app of Standaard. Klik op een map in de mediabibliotheek, bijvoorbeeld In app of Standaard. U kunt er ook voor kiezen om media te uploaden als de afbeelding die u wilt nog niet in de mediabibliotheek staat.

  9. Selecteer de afbeelding die u wilt gebruiken en klik op Invoegen.

  10. Gebruik de vervolgkeuzelijst om de grootte van uw afbeelding te wijzigen:
    • Oorspronkelijke grootte
    • Altijd passend
    • Aanpassen aan breedte
    • Aanpassen aan hoogte
    • Passend maken
    • Altijd vullen
  11. Onder Positie kunt u de uitlijning van de afbeelding wijzigen. Bijvoorbeeld: de afbeelding kan op het werkblad worden gecentreerd of rechtsboven in de hoek worden uitgelijnd.

De afbeelding en achtergrondkleur die u selecteert, zijn nu zichtbaar op het werkblad.

Werkblad in bewerkingsmodus et een achtergrondafbeelding links

Een werkblad in bewerkingsmodus

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!