Kennisbanken maken

Kennisbanken bieden niet-gestructureerde gegevens die assistenten gebruiken om antwoorden te genereren op vragen van gebruikers.

Een kennisbank bestaat uit één of meer gegevensbronnen. Gegevensbronnen die zijn toegevoegd aan een kennisbank worden geïndexeerd voor gebruik in assistenten. U kunt bronnen die zijn bijgewerkt opnieuw indexeren, zowel handmatig of door een synchronisatie van de gegevensbron in te plannen. Ga voor meer informatie naar Gegevensbronnen van kennisbanken indexeren.

U kunt vijf kennisbanken per assistent gebruiken.

Ondersteunde bestandstypen en gegevensbronnen

Een kennisbank kent de volgende beperkingen voor gegevensbronnen:

• Maximale bestandsgrootte: 50 MB

• Maximumaantal bestanden per kennisbank: 10.000

De volgende bestandstypen worden ondersteund als informatiebronnen voor kennisbanken van Qlik Answers:

• TXT

• PDF

• DOC, DOCX

• PPTX

• HTM, HTML

• MD

• ODT

• RTF

De volgende verbindingen worden ondersteund voor het openen van ondersteunde bestandstypen:

• Amazon S3
• Amazon S3 V2
• Azure Storage
• Dropbox
• Google-cloudopslag
• Office 365 SharePoint
• SFTP

Nieuwe kennisbanken maken

U kunt gegevensbronnen toevoegen tijdens het maken van de kennisbank of u kunt ze later toevoegen.

Tijdens het toevoegen van gegevensbronnen van verbindingen kunt u bestanden handmatig toevoegen of ze dynamisch selecteren. Door bestanden dynamisch te selecteren, kunt u de map in de verbinding selecteren waaruit bestanden worden opgenomen. U kunt vervolgens filterregels en standaarduitdrukkingen gebruiken. Filterregels zijn:

• Mapdiepte

• Max. aantal bestanden

• Max. aantal bestanden per map

• Max. bestandsgrootte

• Gewijzigd na datum

Doe het volgende:

1. Ga naar de pagina Maken van het Analyse-activiteitencentrum en selecteer Kennisbank.

2. Voer achter Naam een naam in voor uw kennisbank.

3. Na Beschrijving kunt u desgewenst een beschrijving voor de kennisbank invoeren.

4. Na Ruimte selecteert u de doelruimte voor de kennisbank.

5. Na Label kunt u eventueel labels invoeren die u wilt toepassen op de kennisbanken.

6. Klik op Maken.

7. Voeg gegevensbestanden toe aan de kennisbank. U kunt het volgende doen:

   • Voeg bestanden van een verbinding toe.

     Doe het volgende:

     1. Klik op Gegevensverbinding gebruiken.

     2. Selecteer een gegevensverbinding en klik op Volgende.

     3. Ga als volgt te werk om bestanden handmatig te selecteren:

        1. Klik op Handmatige selectie.

        2. Selecteer de bestanden die u wilt toevoegen en klik op Selecteren.

     4. Ga als volgt te werk om bestanden dynamisch te selecteren:

        1. Klik op Dynamische regels.

        2. Na Map selecteert u de map.

        3. Gebruik de filterregels of voeg standaard uitdrukkingspatronen toe om te selecteren welke bestanden u wilt opnemen.

        4. Klik op Selecteren.

   • Voeg bestanden van de catalogus toe.

     Doe het volgende:

     1. Klik op Kiezen uit catalogus.

     2. Selecteer de bestanden die u wilt toevoegen en klik op Selecteren.

   • Upload bestanden vanaf uw computer.

     Doe het volgende:

     1. Klik op Bestanden doorbladeren en uploaden.

     2. In Nieuwe bestanden toevoegen aan kennisbank klikt u op Door bestanden bladeren en bestanden importeren.

     3. Sleep en plaats uw gegevensbestanden in het dialoogvenster.

        U kunt ook op Bladeren klikken en naar uw gegevensbestanden navigeren.

     4. Selecteer een doelruimte voor de bestanden.

     5. Klik op Uploaden.

   Sluit Nieuwe bestanden toevoegen aan kennisbank als u later gegevensbestanden wilt toevoegen.

De bestanden die zijn toegevoegd aan de kennisbank kunnen nu geïndexeerd worden. Ga voor meer informatie naar Gegevensbronnen van kennisbanken indexeren.

U kunt aanvullende gegevensbronnen toevoegen aan de kennisbank. Ga voor meer informatie naar Gegevensbronnen toevoegen aan kennisbanken.