Scripts uitvoeren

Voer uw load-script uit om gegevens te exporteren met de laatste gegevens van de gegevensbron.

Scripts in Qlik Cloud Analyse worden niet automatisch uitgevoerd om hun uitvoer bij te werken. Door het script uit te voeren, laadt het load-script nogmaals de laatste gegevens van de gegevensbron van het script om ze vervolgens te exporteren. Scripts kunnen handmatig of volgens een schema worden uitgevoerd.

Voor informatie over welke gebruikers gegevens opnieuw kunnen laden, gaat u naar:

• Machtigingen in gedeelde ruimtes beheren

• Rechten in beheerde ruimtes beheren

U kunt de uitvoeringsstatus van een script controleren. Dit kan Geslaagd, Bezig met opnieuw laden of Mislukt zijn.

• In de lijstweergave van scripts door te klikken op de waarde in de kolom Laatst gewijzigd.
• In Laadgeschiedenis.
• In het dialoogvenster Schema voor taken die zijn geconfigureerd voor geplande ladingen van het script (toont alleen statussen voor uitvoeringen die zijn gestart door taken).

Scriptuitvoeringen plannen

Maak taken om uitvoeringen van het script te plannen. Het schema kan tijd- of gebeurtenis-gebaseerde triggers gebruiken.

Een taak maken:

1. Voer een van de volgende handelingen uit:

   • Klik in uw activiteitencentrum op van het script en klik op Schema.

   • Open in uw script de sectie Overzicht en klik op >  Schema.

2. Klik op Nieuwe taak maken.

3. Voer voor Taaknaam een naam voor de taak in.

4. Voer desgewenst een beschrijving in.

5. Selecteer onder Gebaseerd op de trigger voor de taak. U hebt de volgende opties:

   • Tijdgebonden: plan de vernieuwing op een specifiek tijdstip. Configureer vervolgens de taak met de bijbehorende instellingen voor die trigger. Ga voor meer informatie naar Schema's op tijdbasis.

     De volgende op tijd gebaseerde triggers zijn beschikbaar:

     • Dagelijks

     • Wekelijks

     • Maandelijks

     • Jaarlijks

   • Op gebeurtenis gebaseerd: plan de vernieuwing om te starten wanneer een specifieke gebeurtenis plaatsvindt. Ga voor meer informatie naar Schema's op basis van een gebeurtenis.

     De volgende op gebeurtenis gebaseerde triggers zijn beschikbaar:

     • Andere taak is geslaagd

     • Andere taak mislukt

     InformatieGebruik triggers op basis van gebeurtenissen om taakketens te maken voor het vernieuwen van gegevens. Zie Taakketens maken voor het vernieuwen van gegevens voor verdere instructies.

Schema's op basis van een gebeurtenis

Met op gebeurtenissen gebaseerde schema's kunt u taken voor verschillende apps, scripts, gegevensstromen en tabelrecepten aan elkaar koppelen. Dit is handig voor opeenvolgende vernieuwingen van deze bedrijfsmiddelen.

Ga voor meer informatie naar Taakketens maken voor het vernieuwen van gegevens.

Beperkingen en overwegingen

• Een taak voor het vernieuwen van gegevens wordt gedeactiveerd als deze vijf keer achter elkaar niet wordt uitgevoerd. Als u de eigenaar van de taak bent, ontvangt u meldingen wanneer dit gebeurt. De meldingsinstellingen kunnen voor één app, alle apps in een ruimte of alle apps in een tenant worden aangepast. Ga voor meer informatie naar Eigendom van taken.

• Wanneer een eigenaar van een taak vertrekt of wordt verwijderd van de tenant, moet een andere gebruiker eigenaar worden van de taak of u moet de taak verwijderen en opnieuw maken. Anders mislukken de geplande vernieuwingen. Voor meer informatie over het wijzigen van de eigenaar gaat u naar Eigendom van taken.

• Als u een groot aantal vernieuwingsprocessen voor gegevens in de wachtrij of in uitvoering hebt (en daarnaast aanvullende gelijktijdige CPU- en geheugenintensieve processen), zult u merken dat sommige vernieuwingsprocessen zo nu en dan merkbaar later dan hun geplande starttijd worden uitgevoerd.

• Taken voor het vernieuwen van gegevens zijn niet inbegrepen voor de gepubliceerde kopie van een script. Voor gepubliceerde scripts moeten de taken opnieuw geconfigureerd worden in de versie in de beheerde ruimte.

• Als uw script taken voor het vernieuwen van gegevens heeft en u verplaatst deze tussen ruimten (persoonlijke of gedeelde ruimten), dan worden deze taken gedeactiveerd. U kunt ze opnieuw activeren wanneer u klaar bent om de geplande vernieuwingen te hervatten. Zie: Een taak activateren en deactiveren .

Scripts handmatig uitvoeren

U kunt een script handmatig uitvoeren.

Doe het volgende:

• Klik op van het script en selecteer Nu uitvoeren.

De uitvoeringsgeschiedenis van een script weergeven

Laadgeschiedenis bevat de uitvoeringsgeschiedenis voor het geselecteerde script. Gebruik dit om problemen met geplande uitvoeringen op te lossen. U kunt de status, begin- en eindtijden en de duur van de vorige en huidige uitvoeringen van het script weergeven. U kunt ook het bijbehorende logboekbestand bekijken en downloaden.

Er zijn twee manieren om de laadgeschiedenis van een script te bekijken.

• Klik in Overzicht van een script op Laadgeschiedenis.
• Klik in de lijstweergave van scripts in het Analyse-activiteitencentrum op de datum in de kolom Laatst gewijzigd en selecteer Laadgeschiedenis weergeven.

Klik op de pagina Laadgeschiedenis op de knop Weergeven om het uitvoeringsoverzicht te bekijken. U kunt desgewenst ook een gedetailleerd logboekbestand downloaden. Wanneer het limiet voor het aantal opgeslagen logboeken is bereikt, worden oude logboeken vervangen door nieuwe logboeken waarbij het eerste logboek wordt vervangen door het nieuwste enzovoort.

Mogelijk wilt u een uitvoering van uw script annuleren als het te lang duurt of als het script is bijgewerkt met nieuwe gegevens en u een nieuwe uitvoering wilt starten. Ga naar Laadgeschiedenis en klik op Annuleren om een uitvoering te annuleren.

De geannuleerde uitvoering verschijnt in uw Laadgeschiedenis.

Geschiedenis voor taken bekijken

Naast de weergave Laadgeschiedenis, kunt u ook een uitvoeringsgeschiedenis bekijken die gericht is op de taken die aangemaakt zijn voor geplande ladingen van het script. Ga voor meer informatie naar De vernieuwingsgeschiedenis van een taak bekijken.