Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Datumbereikkiezer

Met de datumbereikkiezer (Date picker) kunt u één datum of een datumbereik in een kalender selecteren. Het is inbegrepen in Dashboard bundle.

Date picker heeft twee modi:

  • In de enkeledatummodus selecteert u een datum in een eenvoudige kalender.
  • In de datumintervalmodus kunt u een datumbereik in de kalender selecteren, of een van de vooraf gedefinieerde bereiken die beschikbaar zijn.

Datums die gekoppeld zijn aan gegevens worden in de kalender zwart weergegeven. Datums zonder gekoppelde gegevens zijn grijs. Gebruikers kunnen elke datum selecteren.

Wanneer gebruiken

De datumbereikkiezer is handig wanneer u een of meer datumvelden moet gebruiken voor het filteren van uw selecties. In tegenstelling tot een filtervak, geeft een datumbereikkiezer alleen datumvelden weer.

Een datumbereikkiezer maken

U kunt een datumbereikkiezer maken op het werkblad dat u aan het bewerken bent.

  1. Open in het bedrijfsmiddelenvenster van de geavanceerde bewerkingsmodus Aangepaste objecten > Dashboard bundle en sleep een Date picker-object naar het werkblad.
  2. Selecteer het datumveld dat u als filter in Date field wilt gebruiken.

    De lijst bevat alleen velden die door Qlik Sense als datumveld worden herkend.

    TipAls u een tijdstempelveld wilt gebruiken, moet u het omzetten naar een datum. Gebruik de uitdrukking =date(floor(myTimeStamp_Field)) in plaats van myTimeStamp_Field.
  3. Selecteer in Single date / interval (Enkele datum/interval) of u een enkele datum of een datuminterval wilt kunnen kiezen.

    Met Date interval (Datuminterval) kunt u een datumbereik kiezen.

    Met Single date (Enkele datum) kunt u slechts één datum kiezen.

Nadat u de datumbereikkiezer hebt gemaakt, kunt u desgewenst het uiterlijk ervan aanpassen en andere instellingen wijzigen.

Het beschikbare datumbereik instellen

U kunt het datumbereik waaruit een keuze kan worden gemaakt, instellen door de optie Advanced setup in te stellen op On. U kunt uitdrukkingen of expliciete datumwaarden gebruiken. In de hieronder gebruikte uitdrukkingen wordt verwezen naar een veld met de naam DateField.

  • Stel de eerste datum van de kalender in met Min date (Minimumdatum).

    De standaardwaarde is =Min( {1} [DateField]). Deze uitdrukking retourneert de eerste datum in DateField in de volledige gegevensverzameling.

  • Stel de laatste datum van de kalender in met Max date (Maximumdatum).

    De standaardwaarde is =Max( {1} [DateField]). Deze uitdrukking retourneert de laatste datum in DateField in de volledige gegevensverzameling.

  • Stel met Start date (Begindatum) de datum in die moet worden getoond wanneer de datumbereikkiezer wordt geopend.

    De standaardwaarde is =Min([DateField]). Deze uitdrukking retourneert de eerste datum in DateField in de huidige selectie.

De landinstelling van de kalender instellen

U kunt de landinstelling van de kalender instellen zodat lokale namen voor dagen en maanden worden weergegeven. Wijzig de instelling Locale (Landinstellingen) onder Calendar Settings > Language and labels (Kalenderinstellingen > Taal en labels) in de tweelettercode van de landinstelling die u wilt gebruiken. U kunt de standaardwaarde en voor Engels bijvoorbeeld wijzigen in nl voor Nederlands.

Vooraf gedefinieerde bereiken gebruiken

In de datumintervalmodus zijn enkele vooraf gedefinieerde bereiken beschikbaar waaruit u kunt kiezen als Show predefined ranges (Vooraf gedefinieerde bereiken tonen) is ingesteld op On (Aan). U kunt de tekstlabels voor de vooraf gedefinieerde bereikselecties aanpassen met de instellingen onder Calendar Settings > Predefined ranges (Kalenderinstellingen > Vooraf gedefinieerde bereiken):

  • Custom Range (Aangepast bereik) staat voor de optie waarmee u vrijelijk een datuminterval in de kalender kunt selecteren. De standaardwaarde is Range.
  • Today (Vandaag) staat voor de datumwaarde van vandaag. De standaardwaarde is Today.
  • Yesterday (Gisteren) staat voor de datumwaarde van gisteren. De standaardwaarde is Yesterday.
  • Last $ days (Afgelopen $ dagen) staat voor de twee opties voor het tonen van de afgelopen 7 of 30 dagen. $ wordt in de tekenreeks vervangen door 7 of 30. De standaardwaarde is Last $ days.
  • This vertegenwoordigt de huidige periode. Standaard is Month geselecteerd. U kunt het volgende selecteren:
    • Day
    • Month
    • Quarter
    • Year
    • None
  • Last geeft de vorige periode aan. Standaard is Month geselecteerd. U kunt het volgende selecteren:

    • Day
    • Month
    • Quarter
    • Year
    • None

    U kunt opgeven hoeveel van de vorige periodes u wilt opnemen in Last number of.

    U kunt de huidige periode opnemen door Include current te selecteren.

Tekstlabels aanpassen

U kunt de tekstlabels aanpassen die worden getoond wanneer de datumbereikkiezer wordt gebruikt.

Met de instelling Default Text (Standaardtekst) onder Calendar Settings > Language and labels (Kalenderinstellingen > Taal en labels) kunt u de tekstprompt wijzigen die wordt getoond wanneer de datumbereikkiezer is geminimaliseerd. De standaardinstelling is 'Select date range' (Datumbereik selecteren).

Stijl aanpassen

Als Geavanceerde opties is ingeschakeld, zijn er een aantal stijlopties beschikbaar onder Uiterlijk in het eigenschappenvenster.

Klik op Stijlen onder Uiterlijk > Presentatie om de stijl van het diagram verder aan te passen. U kunt uw stijlen resetten door te klikken op naast elke sectie. Als u op Alles opnieuw instellen klikt, worden de stijlen voor alle beschikbare tabbladen in het stijlvenster opnieuw ingesteld.

Raadpleeg Aangepaste stijl toepassen op een visualisatie voor algemene informatie over het stijlen van een afzonderlijke visualisatie.

De tekst aanpassen

U kunt de tekst voor de titel, subtitel en voetnoot instellen onder Uiterlijk > Algemeen. Schakel Titels tonen uit als u deze elementen wilt verbergen.

De zichtbaarheid van de verschillende labels in het diagram is afhankelijk van diagramspecifieke instellingen en labelweergave-opties. Deze kunnen worden geconfigureerd in het eigenschappenvenster.

U kunt de stijl van de tekst bepalen die in het diagram verschijnt.

  1. Klik op Geavanceerde opties.

  2. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

  3. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

  4. Stel op het tabblad Algemeen het lettertype, de nadrukstijl, de grootte en de kleur in voor de volgende tekstelementen:

    • Titel

    • Ondertitel

    • Voetnoot

De achtergrond aanpassen

U kunt de achtergrond van het diagram aanpassen. De achtergrond kan worden ingesteld met een kleur en afbeelding.

  1. Klik op Geavanceerde opties.

  2. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

  3. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

  4. Op het tabblad algemeen van het stijlvenster kunt u een achtergrondkleur (enkele kleur of uitdrukking) selecteren. U kunt de achtergrond ook instellen op een afbeelding uit uw mediabibliotheek of van een URL.

    Informatie

    Om een achtergrondafbeelding van een URL toe te voegen, moet de oorsprong van de URL worden toegevoegd aan de allowlist in het unhoudbeveiligingsbeleid van uw tenant. De oorsprong moet worden toegevoegd met de volgende richtlijn: img-src. Dit doet een tenantbeheerder.

    Ga voor meer informatie naar Een CSP-vermelding maken.

    Als u een achtergrondkleur gebruikt, kunt u de schuifregelaar gebruiken om de mate van transparantie van de achtergrond aan te passen.

    Wanneer u een achtergrondafbeelding gebruikt, kunt u de afbeeldingsgrootte en -positie aanpassen.

De rand en schaduw aanpassen

U kunt de rand en schaduw van het diagram aanpassen.

  1. Klik op Geavanceerde opties.

  2. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

  3. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

  4. Op het tabblad Algemeen van het stijlvenster, onder Rand, wijzigt u de omvang van de Omtrek om de randlijnen rondom het diagram te vergroten of te verkleinen.

  5. Selecteer een kleur voor de rand.

  6. Wijzig de Hoekstraal om de ronding van de rand in te stellen.

  7. Onder Schaduw op het tabblad Algemeen selecteert u de omvang en de kleur van de schaduw. Selecteer Geen om de schaduw te verwijderen.

Beperkingen

De datumbereikkiezer kan een filterbereik van meer dan 28 jaar of met meer dan 10.000 waarden niet filteren. Als uw datumbereik een groot aantal datums bevat, dient u een ander object te gebruiken zoals een lijndiagram.

Zie Beperkingen voor meer informatie over algemene beperkingen.

Meer informatie

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!