De opmaakfuncties leggen de opmaakindeling op voor de ingevoerd numerieke velden of uitdrukkingen. Afhankelijk van het gegevenstype, kunt u de tekens opgeven voor het scheidingsteken voor decimalen, scheidingsteken voor duizendtallen enzovoort.
Alle functies retourneren een dubbele waarde met zowel de tekenreeks als de getalwaarde, maar kunnen worden beschouwd als een conversie van getal naar tekenreeks. Dual() is een speciaal geval, maar de andere opmaakfuncties nemen de numerieke waarde van de invoeruitdrukking en genereren een tekenreeks die het getal vertegenwoordigt.
De interpretatiefuncties, daarentegen, doen het omgekeerde: zij nemen tekenreeksuitdrukkingen en evalueren deze als getallen, waarbij de notatie van het resulterende getal wordt opgegeven.
De functies kunnen zowel worden gebruikt in load-scripts voor gegevens als in diagramuitdrukkingen.
InformatieAlle getallen moeten worden weergegeven met een decimale punt als scheidingsteken voor decimalen.
Gebruik de vervolgkeuzelijst bij elke functie om een korte beschrijving en de syntaxis van de functie te bekijken. Klik op de functienaam in de beschrijving van de syntaxis voor meer informatie.
ApplyCodepage() hiermee past u een andere codepagina-tekenset toe op het veld of de tekst die wordt aangegeven in de uitdrukking. Gebruik een getalnotatie voor het codepage-argument.
Date() maakt een uitdrukking op als een datum met de opmaak die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens, in het besturingssysteem of in een opmaakreeks is ingesteld, indien opgegeven.
Dual() combineert een getal en een tekenreeks tot één record, zodat de nummerweergave van de record kan worden gebruikt voor sorterings- en berekeningsdoeleinden, terwijl de tekenreekswaarde kan worden gebruikt voor weergavedoeleinden.
Interval() maakt een getal op als een tijdsinterval met de opmaak die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens, in het besturingssysteem of in een opmaakreeks is ingesteld, indien opgegeven.
Money() maakt een uitdrukking op numerieke wijze op als een geldwaarde in de opmaak die is ingesteld in de systeemvariabelen die zijn ingesteld in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem, tenzij een opmaakreeks is opgegeven, alsmede optionele scheidingstekens voor decimalen en duizendtallen.
Num() geeft de opmaak van een getal, wat wil zeggen dat deze functie de numerieke waarde van de invoer converteert naar tekst met gebruikmaking van de opmaak die is opgegeven in de tweede parameter. Als de tweede parameter wordt weggelaten, worden de scheidingstekens voor decimalen en duizendtallen gebruikt die zijn ingesteld in het load-script voor gegevens. Aangepaste scheidingstekens voor decimalen en scheidingstekens voor duizendtallen zijn optionele parameters.
Time() maakt een uitdrukking op als een tijdwaarde in de tijdnotatie die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem is ingesteld, tenzij een opmaakreeks is opgegeven.
TimeStamp() maakt een uitdrukking op als een datum- en tijdwaarde in de notatie voor tijdstempels die in de systeemvariabelen in het load-script voor gegevens of in het besturingssysteem is ingesteld, tenzij een opmaakreeks is opgegeven.
Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!