Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Werken met variabelen in de editor voor het laden van gegevens

Een variabele in Qlik Sense is een container waarin een statische waarde of een berekening wordt opgeslagen, bijvoorbeeld een numerieke of alfanumerieke waarde. Als u de variabele in de app gebruikt, wordt een eventuele wijziging die wordt aangebracht in de variabele overal toegepast waar de variabele wordt gebruikt. U kunt variabelen definiëren in het overzicht Variabelen of in het script met de editor voor het laden van gegevens. U kunt de waarde van variabelen instellen met de instructies Let of Set in het load-script voor gegevens.

TipU kunt tevens werken met de Qlik Sense-variabelen uit het overzicht van variabelen bij de bewerking van een werkblad. Variabelen in uitdrukkingen gebruiken

Overzicht

Als het eerste teken van een variabelewaarde het isgelijkteken '=' is, probeert Qlik Sense de waarde als formule (Qlik Sense-uitdrukking) te interpreteren. Vervolgens wordt niet de formuletekst, maar het resultaat weergegeven of geretourneerd.

Bij het gebruik van de variabele wordt deze vervangen door de waarde ervan. Variabelen kunnen in het script worden gebruikt voor uitbreiding met een dollarteken en in verschillende besturingsopdrachten. Dat is zeer handig als dezelfde tekenreeks vaak in het script wordt herhaald, bijvoorbeeld een pad.

Bepaalde speciale systeemvariabelen worden aan het begin van de scriptuitvoering door Qlik Sense ingesteld, ongeacht hun eerdere waarden.

Een variabele definiëren

Variabelen bieden de mogelijkheid om statische waarden of het resultaat van een berekening op te slaan. Gebruik de volgende syntaxis bij het definiëren van een variabele:

set variablename = string

of

let variable = expression

De Set-instructie wordt gebruikt voor tekenreekstoewijzing. Het wijst de tekst rechts van het isgelijkteken toe aan de variabele. De Let-instructie evalueert een uitdrukking rechts van het isgelijkteken tijdens de runtime van het script en wijst het resultaat toe aan de uitdrukking van de variabele.

Variabelen zijn hoofdlettergevoelig.

InformatieHet wordt niet aanbevolen om een variabele dezelfde naam te geven als een veld of functie in Qlik Sense.

Voorbeelden:  

set x = 3 + 4; // de variabele zal de tekenreeks '3 + 4' ophalen als de waarde.

let x = 3 + 4; // retourneert 7 als de waarde.

set x = Today(); // retourneert 'Today()' als de waarde.

let x = Today(); // retourneert de datum van vandaag als de waarde, bijvoorbeeld '9/27/2021'.

Variabelen een naam geven

Aanbevolen wordt om te overwegen of u een gestandaardiseerde naamgevingsconventie wilt gebruiken voor de variabelen die u in een app maakt. U kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat alle namen van uw variabelen beginnen met v. Voorbeeld: vUserText. Dit zorgt ervoor dat variabelen snel worden herkend als variabelen en worden onderscheiden van metingen, velden en functies.

Een variabele verwijderen

Als u een variabele uit het script verwijdert en de gegevens opnieuw laadt, blijft de variabele in de app. Als u de variabele volledig uit de app wilt verwijderen, moet u de variabele ook uit het variabelendialoogvenster verwijderen.

Ga voor meer informatie naar Een variabele verwijderen.

De waarde van een variabele laden als een veldwaarde

Als u de waarde van een variabele wil laden als een veldwaarde in een LOAD-opdracht en het resultaat van de dollaruitbreiding is tekst in plaats van numeriek of een uitdrukking, moet u de uitgebreide variabele tussen enkele aanhalingstekens zetten.

Voorbeeld:  

In dit voorbeeld wordt de systeemvariabele die de lijst met scriptfouten bevat in een tabel geladen. Zoals u ziet, zijn voor uitbreiding van in de clausule geen aanhalingstekens vereist, terwijl bij de uitbreiding van aanhalingstekens zijn vereist.ScriptErrorCountScriptErrorList

IF $(ScriptErrorCount) >= 1 THEN LOAD '$(ScriptErrorList)' AS Error AutoGenerate 1; END IF

Berekeningen met variabelen

Er zijn diverse manieren om variabelen te gebruiken met berekende waarden in Qlik Sense, en het resultaat is afhankelijk van de wijze waarop u de variabele definieert en aanroept in een uitdrukking.

In dit voorbeeld laden we enkele inline-gegevens:

LOAD * INLINE [ Dim, Sales A, 150 A, 200 B, 240 B, 230 C, 410 C, 330 ];

Eerst definiëren we twee variabelen:

Let vSales = 'Sum(Sales)' ;
Let vSales2 = '=Sum(Sales)' ;

In de tweede variabele plaatsen we een isgelijkteken voor de uitdrukking. Hierdoor wordt de variabele berekend voordat de variabele wordt uitgebreid en de uitdrukking wordt geëvalueerd.

Als u de variabele vSales zonder toevoeging gebruikt, is het resultaat de tekenreeks Sum(Sales) en wordt er geen berekening uitgevoerd.

Als u een dollar-tekenuitbreiding toevoegt en $(vSales) in de uitdrukking aanroept, wordt de variabele uitgebreid en wordt de som van Sales weergegeven.

En tot slot als u $(vSales2) aanroept, wordt de variabele eerst berekend en daarna uitgebreid. Dit betekent dat het weergegeven resultaat de totale som van Sales is. Het verschil tussen =$(vSales) en =$(vSales2) metinguitdrukkingen wordt duidelijk uit de tabel met de resultaten:

Resultaten
Dim $(vSales) $(vSales2)
A 350 1560
B 470 1560
C 740 1560

Zoals u ziet, is het resultaat van $(vSales) de deelsom voor een dimensiewaarde, terwijl het resultaat van $(vSales2) de totale som is.

De volgende scriptvariabelen zijn beschikbaar:

Meer informatie

 

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!