Ga naar hoofdinhoud

coalesce - script- en diagramfunctie

De functie coalesce retourneert de eerste parameter waaraan een geldige non-NULL kan worden toegewezen. U kunt een willekeurig aantal parameters gebruiken.

Syntaxis:  

coalesce(expr1[ , expr2 , expr3 , ...])

Argumenten:  

Argumenten
Argument Beschrijving
expr1 De eerste uitdrukking voor controle op een geldige niet-null getalsnotatie.
expr2 De tweede uitdrukking voor controle op een geldige niet-null getalsnotatie.
expr3 De derde uitdrukking voor controle op een geldige niet-null getalsnotatie.

Voorbeelden:  

Voorbeelden
Voorbeeld Resultaat
Deze uitdrukking wijzigt alle NULL-waarden van een veld in 'N/A'.

Coalesce(ProductDescription, ProductName, ProductCode, 'no description available')

Deze uitdrukking selecteert drie verschillende velden met een productomschrijving als sommige velden geen waarden voor het product bevatten. De eerste velden zonder een null-waarde worden in de opgegeven volgorde geretourneerd. Als geen enkel veld een waarde bevat, is het resultaat 'geen omschrijving beschikbaar'.

Coalesce(TextBetween(FileName, '"', '"'), FileName)

Deze uitdrukking zorgt ervoor dat de tekst tussen aanhalingstekens van het veld FileName wordt ingekort. Als de opgegeven FileName tussen aanhalingstekens staat, wordt deze verwijderd en wordt de ingesloten FileName zonder aanhalingstekens geretourneerd. Als de functie TextBetween de scheidingstekens niet kan vinden, wordt null geretourneerd. De Coalesce zal deze afwijzen en in plaats daarvan de onbewerkte FileName retourneren.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!