GetObjectDimension - diagramfunctie

Overzicht

Open de editor voor laden van gegevens en voeg het onderstaande load-script toe aan een nieuwe sectie.

Het load-script bevat:

• Een gegevensverzameling die wordt geladen in een tabel met de naam Example.

• De volgende velden in de gegevenstabel:

  • TransactionDate

  • CustomerID

  • TransactionQuantity

Load-script

Example:
LOAD * INLINE [
TransactionDate, CustomerID, TransactionQuantity
2018/08/30, 049681, 13
2018/08/30, 203521, 6
2018/08/30, 203521, 21
];

Resultaten

Laad de gegevens en open een werkblad. Maak een nieuwe tabel en voeg deze velden toe als dimensies:

• TransactionDate

• CustomerID

• TransactionQuantity

Maak de volgende metingen:

• =GetObjectDimension (), om de eerste dimensie in de tabel te vinden.
• =GetObjectDimension (0), om de eerste dimensie in de tabel te vinden.
• =GetObjectDimension (1), om de tweede dimensie in de tabel te vinden.

Als u naar de resultaten kijkt, kunt u zien dat de functie GetObjectDimension de naam van de dimensie retourneert die in de functieparameters is aangegeven.

Overzicht

Dit voorbeeld gebruikt de functie GetObjectDimension in combinatie met filterselecties. De dimensie- en metingberekening die in het diagramobject verschijnt, verandert op basis van het filter dat u selecteert.

Open de editor voor laden van gegevens en voeg het onderstaande load-script toe aan een nieuwe sectie.

Het load-script bevat:

• Een gegevensverzameling die is geladen in twee inline-gegevenstabellen: Sales en Filter. De eerste tabel, Sales, bevat verkoopgegevens. De tweede tabel, Filter, bevat een lijst met veldnamen die gebruikt zullen worden om dimensies te wisselen. Met de wisselknop kunt u schakelen tussen dimensies in een diagram en de metingberekening aanpassen die verschijnt afhankelijk van de geselecteerde dimensie.

• De volgende velden in de tabel Sales:

  • Country

  • Salesperson

  • SalesValue

• Het volgende veld in de tabel Filter: FilterField.

Load-script

Sales:
LOAD * INLINE [
Country, SalesPerson, SalesValue
USA, John, 500
USA, Alice, 700
Canada, Bob, 300
Canada, Carol, 400
Mexico, Dave, 200
];

Filter:
LOAD * INLINE [
FilterField
Country
SalesPerson
];

Resultaten

1. Laad de gegevens en open een werkblad. Maak een nieuw filtervak en voeg dit veld toe als dimensie:

   • FilterField

2. Klik in het bedrijfsmiddelenvenster onder Velden met de rechtermuisknop op Filterveld en selecteer Veldinstellingen. Selecteer het selectievakje Altijd één geselecteerde waarde en klik op Opslaan.

3. Maak een tabel en voeg een dimensie toe door de volgende uitdrukking in te voeren: 

   • =$(= FilterField)

   • Voer onder Label de volgende uitdrukking in om de kolomnaam voor de dimensie te definiëren: ='$(= FilterField)'

4. Maak de volgende meting:

   • =If(GetObjectDimension() = 'Country', Sum(SalesValue), Avg(SalesValue)), om de verkoopwaarden bij elkaar op te tellen als de geselecteerde dimensie Country is, anders om het gemiddelde van de verkoopwaarde te retourneren als de geselecteerde dimensie SalesPerson is.

   • Voer onder Label de volgende uitdrukking in om de kolomnaam voor de meting te definiëren op basis van de filterselectie: =If(GetObjectDimension() = 'Country', 'Sum(SalesValue)', 'Avg(SalesValue)')

Wanneer u in de analysemodus schakelt tussen SalesPerson en Country in het filter FieldFilter, verandert de tabel om de geselecteerde dimensie en de bijbehorende metingberekening voor die dimensie op te nemen. Als u bijvoorbeeld Country selecteert in het filter, dan toont de tabel Country als dimensie in de eerste kolom. De meting gebruikt dan de functie GetObjectDimension, stelt dit gelijk aan Country, en retourneert de Sum(SalesValue).