Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Uw Qlik AutoML-ervaring aanpassen

Uw ervaring in Qlik Cloud kan worden aangepast om uw interacties met Qlik AutoML te verbeteren.

Uw hub aanpassen

U kunt uw ervaringen met Qlik AutoML verbeteren door aan te passen wat er in de cloud-hub wordt weergegeven wanneer u zich aanmeldt bij een tenant.

U kunt items toevoegen en verwijderen van uw startpagina door op Uw startpagina aanpassen te klikken. U kunt favorieten, specifieke collecties, gegevens, ML-experimenten en ML-implementaties toevoegen en verwijderen voor een soepelere interactie met de hub.

Voeg Qlik AutoML-items toe aan uw Favorieten door op Toevoegen aan favorieten te klikken op het item in de hub. Klik op Verwijderen uit favorieten om het item uit Favorieten te verwijderen.

U kunt een Qlik AutoML-item toevoegen aan een collectie door er met de rechtermuisknop op te klikken en vervolgens Toevoegen aan verzameling Toevoegen aan collectie te selecteren.

Ga voor meer informatie naar De Qlik Cloud Analyse-hub .

Meldingen voor Qlik AutoML configureren

U kunt als gebruiker in de Qlik Cloud-tenant de Qlik AutoML-meldingen aanpassen aan uw voorkeuren. De meldingsinstellingen verschillen per individuele gebruiker en zijn uniek voor die gebruiker. Meldingen kunnen worden aangepast voor de gehele tenant (algemeen) of voor een specifieke, gedeelde of beheerde ruimte. Meldingsinstellingen die op ruimteniveau worden toegepast, overschrijven de algemene meldingsinstellingen voor die ruimte.

De volgende meldingen kunnen worden aangepast op zowel tenant- als ruimteniveau:

  • Een ML-implementatie is gemaakt

  • Een experimentversie is gereed

  • Een model heeft de training voltooid

  • Een voorspelling is gemaakt op basis van een ML-implementatie

Leveringsopties voor meldingen

Selecteer een of meer opties voor meldingen.

Webmeldingen: In de browser als u Qlik Cloud gebruikt.

Pushmeldingen: Naar uw mobiel, als u de Qlik Sense Mobile SaaS-app geïnstalleerd hebt. Ga voor meer informatie naar Pushmeldingen beheren.

E-mail: Meldingen worden verzonden naar het e-mailadres dat voor het account is geregistreerd.

E-mailsamenvatting: Bepaalde meldingen worden verzameld in één enkele e-mail, die dagelijks wordt verzonden naar het e-mailadres dat voor het account is geregistreerd. U kunt de starttijd instellen voor uw dagelijkse samenvatting.

Om de levering van al uw pushmeldingen, meldingen van e-mail en e-mailsamenvattingen tijdelijk stop te zetten, klikt u rechtsboven aan op de pagina Profielinstellingen op Meldingen pauzeren. Webmeldingen worden in deze periode nog wel verzonden. Deze meldingen worden tijdelijk gepauzeerd tot u deze hervat door op Meldingen hervatten te klikken. U kunt deze meldingen hervatten op de pagina Profielinstellingen in de meldingsinstellingen voor een ruimte of in de meldingsinstellingen voor een individuele bron (zoals een opmerking). Wanneer u de meldingen weer inschakelt, ontvangt u geen meldingen die u zou hebben ontvangen toen u de meldingen tijdelijk had gepauzeerd.

Algemene meldingen

Algemene meldingsinstellingen worden geconfigureerd om de meldingen van een individuele gebruiker voor de gehele tenant te beheren.

  1. Open het gebruikersprofielmenu en klik op Profielinstellingen.

  2. Klik op Meldingen.

  3. Vouw het menu voor AutoML uit.

  4. Klik op de selectievakjes per meldingsgebeurtenis en leveroptie om af te stemmen op uw voorkeuren.

Ga voor meer informatie naar Meldingen.

Meldingen op ruimteniveau

U kunt de meldingsinstellingen configureren om uw algemene instellingen voor een specifieke ruimte te overschrijven.

  1. Open een gedeelde of beheerde ruimte in Catalogus en klik op Ruimtedetails.

  2. Klik op Meldingen.

  3. Vouw het menu voor AutoML uit.

  4. Klik op de selectievakjes per meldingsgebeurtenis en leveroptie om af te stemmen op uw voorkeuren.

Verschillen tussen algemene meldingsinstellingen en meldingsinstellingen op ruimteniveau worden vermeld in de Profielinstellingen onder Uitzonderingen. Van hieruit kunt u meldingsinstellingen bewerken en verwijderen die op ruimteniveau zijn geconfigureerd.

  1. Open het gebruikersprofielmenu en klik op Profielinstellingen.

  2. Klik op Meldingen.

  3. Vouw onder Uitzonderingen het gewenste tabblad uit en klik op Bewerken of Standaardinstellingen herstellen.

Ga voor meer informatie naar Ruimtemeldingen beheren.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!