Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Gegevensverbindingen beheren

In Qlik Cloud Analyse kunt u de gegevensverbindingen in ruimten beheren vanuit Ruimtedetails > Verbindingen. U beheert uw gegevensverbindingen op het tabblad Gegevensverbindingen.

Dit Help-onderwerp richt zich op het beheren van gegevensverbindingen. Zie Verbindingen en Automatiseringsverbindingen voor informatie over het beheren van automatiseringsverbindingen.

Gegevensverbindingen aan ruimten toevoegen

U kunt verbindingen toevoegen aan gegevensbronnen terwijl u een ruimte beheert. NFS-verbindingen (Network File System) kunnen niet direct aan een ruimte worden toegevoegd en moeten in een app worden toegevoegd.

Voor informatie over ondersteunde verbindingen raadpleegt u Analysegegevens laden.

  1. Klik in een ruimte op Ruimtedetails en selecteer Verbindingen.

    Het tabblad Gegevensverbindingen is standaard geopend.

  2. Klik op Verbinding toevoegen.

  3. Standaard is ingesteld dat de gegevensverbinding wordt gemaakt in de huidige ruimte, maar u kunt dit desgewenst wijzigen naar een andere ruimte.

  4. Selecteer een gegevensconnector.

    Het instellingenvenster dat specifiek hoort bij het geselecteerde type gegevensbron wordt geopend.

  5. Voer de instellingen voor de verbinding met de gegevensbron in.
  6. Klik eventueel op Test verbinding om uw instellingen te controleren.
  7. Klik op Maken.

Gegevensverbindingen bewerken

U kunt bestaande gegevensverbindingen bewerken. De gebruikersreferenties worden elke keer gewist als u een verbinding bewerkt.

Om een gegevensverbinding te bewerken, hebt u de ruimtemachtigingen nodig om gegevensbronnen in de ruimte te beheren (zie Ruimtemachtigingen). U moet ook de eigenaar van de verbinding zijn.

  1. Klik in een ruimte op Ruimtedetails en selecteer Verbindingen.

    Het tabblad Gegevensverbindingen is standaard geopend.

  2. Klik op Meer naast de gegevensverbinding die u wilt bewerken en selecteer Bewerken.

    Het instellingenvenster behorend bij dit specifieke type gegevensverbinding wordt geopend.

  3. Bewerk de instellingen voor de verbinding met de gegevensbron.
  4. Klik op Opslaan.

Gegevensverbindingen verwijderen

  1. Klik in een ruimte op Ruimtedetails en selecteer Verbindingen.

    Het tabblad Gegevensverbindingen is standaard geopend.

  2. Klik op Meer naast de gegevensverbinding die u wilt bewerken en selecteer Verwijderen.

  3. Klik in het dialoogvenster op Verwijderen om de verwijdering te bevestigen.

Gegevensverbindingen verplaatsen

Nadat een gegevensverbinding is gemaakt in een ruimte, kan de verbinding niet meer naar een andere ruimte worden verplaatst, tenzij u als tenantbeheerder, analysebeheerder of gegevensbeheerder toegang hebt tot het Beheer-activiteitencentrum. Als u een bestaande gegevensverbinding wilt verplaatsen naar een andere ruimte, neem dan contact op met een beheerder of maak een nieuwe verbinding in de gewenste ruimte met dezelfde instellingen als de bestaande verbinding.

Raadpleeg Gegevensverbindingen verplaatsen voor documentatie over hoe een beheerder een verbinding kan verplaatsen.

Ruimtemachtigingen

Gegevensverbindingen zijn een type gegevensbron in Qlik Cloud Analyse.

Leden van een gedeelde ruimte met een van de volgende rollen kunnen gegevensbronnen in die ruimte beheren:

  • Eigenaar

  • Kan beheren

  • Kan bewerken

  • Kan gegevens bewerken in apps

Leden van een beheerde ruimte met een van de volgende rollen kunnen gegevensbronnen in die ruimte beheren:

  • Eigenaar

  • Kan beheren

  • Kan uitvoeren (met Professional- of Full User-recht)

Leden van een ruimte die de rol Kan gegevens gebruiken hebben, kunnen ook de gegevensbronnen in de ruimte bekijken, en zij kunnen de gegevens overal gebruiken waar ze de machtiging hebben om apps te maken.

InformatieDe rol Kan gegevens gebruiken is een rol op het niveau van ruimten, die leden van een ruimte de machtiging geeft om de in die ruimte opgeslagen gegevensbronnen weer te geven en te gebruiken. Het voordeel van deze rol is dat u gebruikers toegang kunt geven tot gegevensbestanden en gegevensverbindingen in uw ruimte, zonder hen de hogere machtigingen te geven die ze normaal zouden moeten hebben voor toegang tot gegevensbronnen binnen een ruimte.

Voor meer informatie over de vereisten van ruimterollen voor gegevensbronacties, raadpleegt u:

Gegevensverbindingen beheren

Tenantbeheerders en analysebeheerders kunnen alle gegevensverbindingen in de ruimte beheren vanuit het Beheer-activiteitencentrum. Ga voor meer informatie naar Gegevensverbindingen beheren voor beheerders.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!