Qlik-script traceerhints
Bij het gebruik van de QlikView 12- of Qlik Sense-connectoren om logboekbestanden te parseren, zal Qlik Lineage Connectors proberen om het databasetype te identificeren tijdens het lezen van CONNECT TO-instructies in het Qlik-script. Afhankelijk van het verbindingstype, kan het databasetype niet worden geïdentificeerd. U kunt deze informatie wel toevoegen via een script.
Alle verwezen bronnen die Qlik Lineage Connectors lokaal detecteert worden als een Qlik Resource Identifier (QRI) naar Qlik Cloud verzonden. Een QRI bevat informatie over het gegevensbrontype, de indeling of het platform waarop de gegevens zijn opgeslagen en het canonieke pad binnen het netwerk en binnen het netwerkknooppunt.
Traceringshint verbinden
Via een TRACE-instructie wordt aanvullende informatie naar Qlik Lineage Connectors verzonden. Deze opdracht voegt een opmerking toe aan het logboekbestand dat vervolgens door Qlik Lineage Connectors wordt gelezen. Door deze informatie toe te voegen, wordt een nauwkeuriger QRI verkregen dat kan worden gedetecteerd bij verschillende instanties van Qlik Lineage Connectors en andere bronnen die rechtstreeks toegankelijk zijn vanuit Qlik Cloud.
Voorbeeld van een traceringshint
De Qlik Lineage Connectors traceringshint voor aanvullende verbindingsinformatie heeft de volgende indeling:
De traceringshint wordt als metagegevens toegevoegd aan de verbinding en elke query, waarna de verbindingsinstructie deze hint gebruikt om de informatie over elke bron te verbeteren.
De tracering bestaat uit de volgende elementen:
- !!qlc
Dit is een vlag die Qlik Lineage Connectors informeert dat de opvolgende informatie belangrijk is.
- "Connect"
Dit trefwoord wijst Qlik Lineage Connectors op aanvullende informatie voor de volgende CONNECT-instructie die wordt verwerkt.
- "connection_name"
Dit is de naam van de verbinding. Dit kan het adres van de machine of een beschrijvende naam zijn. Deze naam groepeert alle opvolgende SQL-query's en is van essentieel belang voor het vormen van QRI's die elke bron in de herkomstgrafiek aanduiden. Het helpt ook om gegevens die on-premises worden geopend via Qlik Cloud-gebaseerde query's af te stemmen zodat ze naar dezelfde bronnen verwijzen.
TipGebruik het database-adres en eventueel het poortnummer. - "default_database" en "default_schema"
Bij query's die na de verbindingsinstructie zijn uitgevoerd, kunnen de database- en schemadetails afhankelijk van het databasesysteem vaak worden weggelaten. Dit kan worden weggelaten omdat de verbindingsreeks de noodzakelijke database- en schema-informatie al bevat. Qlik Lineage Connectors gebruikt automatisch de opgegeven database en het schema voor query's die deze informatie niet expliciet bevatten.
- "database_type"
Afhankelijk van het feit of de bibliotheek verschillende verbindingstypen gebruikt of alleen vertrouwt op OLEDB/ODBC, heeft Qlik Lineage Connectors mogelijk moeite om het databasetype juist te identificeren. U kunt het databasetype daarom handmatig instellen en de automatische detectie van Qlik Lineage Connectors overschrijven.