Scriptvariabelen van Direct Query
U kunt scriptvariabelen gebruiken om de interne structuur van een Direct Query-app te beschrijven en te manipuleren.
Gebruik de vervolgkeuzelijst om van elke variabele een korte beschrijving en de syntaxis te bekijken.
Met deze variabele kan een applicatie de leeftijd specificeren waarop een queryresultaat in cache als verlopen wordt beschouwd.
De leeftijd wordt gedefinieerd vanaf het moment dat het resultaat voor het eerst in de cache wordt opgeslagen. Als de leeftijd van een resultaat in cache groter is dan of gelijk aan n seconden, wordt dit beschouwd als verlopen en wordt het niet gebruikt als resultaat in cache voor een matchende query. In plaats daarvan zal de betreffende query worden uitgevoerd alsof er geen resultaat in cache bestaat.
Wanneer de query opnieuw wordt uitgevoerd, kan het nieuwe resultaat in cache worden opgeslagen, afhankelijk van de huidige cache- en geheugenstatus. Als het in cache wordt opgeslagen, begint de telling opnieuw tot het resultaat is verlopen bij n seconden.
De standaardwaarde voor deze variabele is 30. Dit betekent dat het queryresultaat in cache na 30 seconden wordt beschouwd als verlopen.
Waarde | Beschrijving |
---|---|
-1 |
Deze instelling betekent dat de cache wordt bewaard gedurende de tijd dat de gebruiker aangemeld is. |
0 |
Opslag in cache wordt volledig uitgeschakeld. |
1-9,223,372,036,854,775,807 | Stelt de verlopen-leeftijd van een resultaat in cache in seconden in. |
> 9,223,372,036,854,775,807 | Hetzelfde als de variabele instellen op 30. |
DirectQueryResultCacheExpirySeconds=n;
Deze variabele stelt een applicatie in staat om het maximale aantal rijen op te geven dat per diagram wordt opgehaald van de externe database. De variabele heeft geen invloed op enige aggregatiebewerkingen.
De standaardwaarde voor deze variabele is 1000. Dit betekent dat sommige diagrammen, bijvoorbeeld een tabel, niet meer dan 1000 rijresultaten tonen, zelfs als de query om het diagram te vullen 50.000 rijen heeft opgeleverd. U kunt DirectQueryRowFetchMaxCount aanpassen om meer rijen van de database op te halen om alle gegevens te tonen. Als de variabele een waarde heeft buiten het bereik dat wordt ondersteund, wordt de standaardwaarde van 1000 gebruikt.
Waarde | Beschrijving |
---|---|
0 |
Deze instelling haalt alle rijen dynamisch op door een extra query uit te voeren om te bepalen hoeveel rijen moeten worden opgehaald. InformatieOmdat daarbij voor elke lading of selectie twee query's worden uitgevoerd in plaats van één, kan het duurder zijn waar het gaat om databaseprestaties en kosten.
|
1-100,000 | Stelt het maximumaantal rijen in dat per diagram wordt opgehaalde van de externe database. |
> 100.000 | Dit is hetzelfde als het instellen van de variabele op 0. |
DirectQueryRowFetchMaxCount=n;