Variabelen en uitdrukkingen toevoegen aan HTML-rapportsjablonen.

Voeg variabelen en uitdrukkingen toe als objecten aan uw HTML-rapportsjabloon. U kunt een variabele of uitdrukking gebruiken om een waarde of berekening dynamisch op te slaan, zodat deze centraal kan worden gewijzigd en kan worden hergebruikt in een rapport.

Variabelen

U kunt variabelen vanuit de app invoegen in de sjabloon. Net als andere sjabloonobjecten die u maakt, wordt een variabele toegevoegd als een object in de sjabloonconfiguratie en is deze toegankelijk vanuit het objectenvenster. Voeg een instantie van het variabeleobject toe als een variabelelabel.

U kunt zowel gescripte variabelen als in de werkbladweergave gedefinieerde variabelen toevoegen.

Doe het volgende:

1. Plaats in de HTML-ontwerper uw cursor op de locatie in de code waar u de variabele wilt invoegen.

2. Klik in het objectenvenster op .

   

3. Klik op Variabele toevoegen. Er wordt een lijst met beschikbare app-variabelen weergegeven.

4. Klik op het -pictogram rechts van een bestaande variabele om hem toe te voegen.

   

5. De variabeletag worden op uw huidige locatie in de sjablooncode ingevoegd. De pagina met instellingen voor de variabele wordt weergegeven. Onder Uitdrukking kunt u een voorbeeld weergeven van de huidige variabelewaarde.

   

6. Geef in het objectenvenster een unieke naam aan de variabele, zodat u deze later kunt identificeren.

7. Pas zo nodig ook andere parameters aan.

8. U kunt het variabele-object op elk moment opnieuw gebruiken. Open in het objectenvenster en klik op om het object te openen. Klik op Variabeletag toevoegen om de variabele opnieuw toe te voegen.

Voor informatie over andere belangrijke stappen die u moet uitvoeren met variabelen, leest u het volgende:

• Een variabele of uitdrukking opmaken

• Inhoud uit een HTML-rapportsjabloon verwijderen

Uitdrukkingen

Voeg uitdrukkingen toe als objecten met dezelfde syntaxis en functies die beschikbaar zijn in analyse-apps. Net als andere sjabloonobjecten die u maakt, wordt een uitdrukking toegevoegd als een object in de sjabloonconfiguratie en is deze toegankelijk vanuit het objectenvenster. Voeg een instantie van het uitdrukkingsobject toe als een uitdrukkingslabel.

Populaire uitdrukkingen die u mogelijk wilt toevoegen:

• =Count(distinct <your dimension field>): retourneert het aantal unieke waarden voor een dimensieveld dat u in de uitdrukking definieert (bijvoorbeeld Customer of Product).

• =today(): retourneert de huidige datum.

• =year(now): retourneert het huidige jaar.

Een uitdrukking toevoegen

1. Plaats in de HTML-ontwerper uw cursor op de locatie in de code waar u de uitdrukking wilt invoegen.

2. Klik in het objectenvenster op .

   

3. Klik op Uitdrukking toevoegen

4. Configureer de nieuwe uitdrukking door een naam en een beschrijving (optioneel) toe te voegen en de uitdrukking vervolgens te definiëren.

   

5. Controleer de voorbeeldwaarde onder het veld Uitdrukking om er zeker van te zijn dat u de uitdrukking correct hebt geconfigureerd. Klik vervolgens op Maken.

6. De uitdrukkingstag worden op uw huidige locatie in de sjablooncode ingevoegd. De pagina met instellingen voor de uitdrukking wordt weergegeven. Onder Uitdrukking kunt u een voorbeeld weergeven van de huidige variabelewaarde.

   

7. Geef in het objectenvenster een unieke naam aan de variabele, zodat u deze later kunt identificeren.

8. U kunt het uitdrukkingsobject op elk moment opnieuw gebruiken. Open in het objectenvenster en klik op om het object te openen. Klik op Uitdrukkingstag om de uitdrukking opnieuw toe te voegen.

Voor informatie over andere belangrijke stappen die u moet uitvoeren met uitdrukkingen, leest u het volgende:

• Een variabele of uitdrukking opmaken

• Inhoud uit een HTML-rapportsjabloon verwijderen

Een variabele of uitdrukking opmaken

U kunt HTML-code gebruiken om de variabele volgens uw vereisten vorm te geven. Mogelijke aanpassingen zijn lettertypestyling, getalopmaak en het gebruik van de variabele in natuurlijke taal in uw rapport. De opmaak wordt toegepast op de rapportuitvoer.