Rapporten met cycli

Met cycli kunt u meerdere versies van een rapport genereren, uitgesplitst op dimensie, zoals jaar of regio. Cycli worden toegevoegd bij het configureren van een rapporttaak.

Cycli werken door de gegevens in elke versie van het rapport te filteren. Het verschil tussen een cyclus en een rapportfilter is dat door een cyclus toe te voegen, één enkele uitvoering van de rapporttaak meer dan één uniek rapport voor één ontvanger kan genereren. Wanneer u een cyclus toevoegt aan een rapporttaak, wordt er een uniek rapport gegenereerd voor elke unieke waarde in de dimensie die u als cyclus selecteert. Als u meer dan één cyclusveld hebt, krijgt u evenveel rapporten als de combinatie van alle cyclusvelden.

Cycli werken samen met de andere filtertypen die tijdens het genereren van rapporten kunnen worden toegepast. De volgorde van evaluatie is als volgt:

1. Sectietoegang, indien aanwezig

2. Rapportfilter op taakniveau, indien aanwezig

3. Rapportfilter op ontvangerniveau, indien aanwezig

4. Cycli, indien aanwezig

Voorbeeld

U hebt bijvoorbeeld een rapporttaak om verkooprapporten te verzenden. De rapporttaak is geconfigureerd met de volgende instellingen:

• Bestandsnaam: SalesData

• Voer cyclus uit op velden Country en Year

• Tijdstempelnotatie: yyyy-MM-dd_HH-mm

Uw gegevens hebben betrekking op drie landen en twee jaar, dus er worden zes rapporten gegenereerd en verzonden:

• SalesData_ Country1 _ Year1 _2024-11-08_10-30.xlsx

• SalesData_ Country1 _ Year2 _2024-11-08_10-30.xlsx

• SalesData_ Country2 _ Year1 _2024-11-08_10-30.xlsx

• SalesData_ Country2 _ Year2 _11-08_10-30.xlsx

• SalesData_ Country3 _ Year1 _11-08_10-30.xlsx

• SalesData_ Country3 _ Year2 _11-08_10-30.xlsx

Nadat ze zijn aangemaakt, worden de uitvoerbestanden op de normale manier naar hun bestemming gestuurd. Rapportfilters en filters voor sectietoegang worden nog steeds toegepast zoals normaal.

Cycli toevoegen aan uw rapporttaak

Voor meer informatie over het maken van een rapporttaak, gaat u naar Een rapporttaak maken.

Doe het volgende:

1. Maak een rapporttaak en begin met het configuratieproces zoals u gewoonlijk zou doen.

2. Nadat u de sectie Sjabloon van het dialoogvenster hebt voltooid, komt u bij Uitvoer.

3. Gebruik onder Cyclus het vervolgkeuzemenu om maximaal drie dimensies van de app te selecteren.

Namen uitvoerbestanden

Wanneer u een cyclus toevoegt, wordt de naam van de dimensie die in de cyclus wordt toegepast, opgenomen in de namen van de rapportbestanden. Als een waarde voor een dimensie die in de cyclus wordt toegepast speciale tekens bevat, worden deze vervangen door een onderstrepingsteken (_) in de bestandsnaam.

Speciale tekens zijn:

• \ / < > : " ' ? *

• ASCII-stuurtekens

Fouten afhandelen

Als er een fout optreedt voor één of meer rapporten in een cyclus, wordt er voor elk mislukt rapport een leeg bestand gegenereerd. De naam van elk van deze bestanden heeft het prefix "FAILED_" en geeft de combinatie van waarden weer die zorgden voor een fout.

Aanbevolen procedures en beperkingen

Aanbevolen procedures

U moet geen rapportcyclus voor uw rapporttaak starten als uw rapportdimensies veel waarden of unieke waardecombinaties bevatten. Als uw gegevens bijvoorbeeld betrekking hebben op 10 jaar, 196 landen en 50 producten, kan het opstellen van rapporten mogelijk tot 98.000 bestanden genereren (zie guardrail hieronder voor de huidige unieke taakbeperking). Het kan uren of dagen duren om dit te genereren, en het kan een groot volume aan gegenereerde rapporten verbruiken voor uw Qlik Cloud-abonnement.

Beperkingen

• U kunt maximaal drie velden selecteren om te doorlopen voor een rapporttaak.

• Wanneer één of meer cycli worden toegepast, kan een rapporttaak maximaal 500 unieke rapporten genereren. Wanneer er geen cycli worden toegepast, kan een rapporttaak maximaal 100 unieke rapporten genereren.

• De maximale uitvoeringstijd voor een rapporttaak met een cyclus is vier uur.

Zie Limieten en beperkingen voor in-app rapportconfiguratie voor andere beperkingen die van toepassing zijn op in-app rapportage.