Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Vereisten

Voordat u gegevens tijdelijk kunt opslaan of repliceren, moet u zorgen dat er aan de volgende vereisten is voldaan:

  • Installeer het vereiste driver op de server van de gateway voor gegevensverplaatsing

  • Verleen de vereiste machtigingen voor de gegevensbron

  • De gegevensbronconnector configureren

Setup stuurprogramma

U kunt het driver installeren met het installatieprogramma (aanbevolen) of handmatig. U moet een handmatige installatie alleen uitvoeren als er een probleem ontstaat bij het hulpprogramma.

Het hulpprogramma gebruiken om het stuurprogramma te installeren

In deze sectie wordt beschreven hoe u het vereiste driver installeert. Het proces omvat het uitvoeren van een script dat automatisch het vereiste driver downloadt, installeert en configureert. U kunt indien nodig ook scripts uitvoeren om het driver bij te werken en verwijderen.

De installatie voorbereiden

  • Controleer of Python 3.6 of hoger is geïnstalleerd op de Gegevensverplaatsing-gatewayserver.

    Python is al geïnstalleerd op de meeste Linux-distributies. U kunt controleren welke Python-versie is geïnstalleerd op uw systeem door de volgende opdracht uit te voeren:

    python3 --version

De driver installeren

Ga als volgt te werk om het driverte downloaden en installeren:

  1. Op de Gegevensverplaatsing-gatewaymachine wijzigt u de werkdirectory in:

    opt/qlik/gateway/movement/drivers/bin

  2. Voer dan de volgende opdracht uit:

    Syntaxis:

    ./install oracle

    Als het driver niet kan worden gedownload (vanwege toegangsbeperkingen of technische problemen), wordt er een melding getoond met de instructies voor het downloaden van het driver en waarnaar u het moet kopiëren op de Gegevensverplaatsing-gatewaymachine. Nadat u dit hebt gedaan, voert u de opdracht install oracle nogmaals uit.

    Anders wordt de gebruiksrechtovereenkomst voor het driver getoond.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Druk herhaaldelijk op [Enter] om langzaam door de gebruiksrechtovereenkomst te scrollen.
    • Druk herhaaldelijk op de spatiebalk om snel door de gebruiksrechtovereenkomst te scrollen.
    • Druk op q om de licentietekst af te sluiten en de opties te tonen voor het aanvaarden van de gebruiksrechtovereenkomst.
  4. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Typ "y" en druk op [Enter] om de gebruiksrechtovereenkomst te accepteren en de installatie te starten.
    • Typ "n" en druk op [Enter] om de gebruiksrechtovereenkomst af te wijzen en de installatie af te sluiten.
    • Typ "v" en druk op [Enter] om de gebruiksrechtovereenkomst nogmaals te tonen.

  5. Het driver wordt geïnstalleerd.

Het driver bijwerken

Voer de update-opdracht uit als u eerdere versies van het driver wilt verwijderen voordat u het meegeleverde driver installeert.

Ga als volgt te werk om het driver te downloaden en bij te werken:

  1. Op de Gegevensverplaatsing-gatewaymachine wijzigt u de werkdirectory in:

    opt/qlik/gateway/movement/drivers/bin

  2. Voer dan de volgende opdracht uit:

    Syntaxis:

    ./update oracle

    Als het driver niet kan worden gedownload (vanwege toegangsbeperkingen of technische problemen), wordt er een melding getoond met de instructies voor het downloaden van het driver en waarnaar u het moet kopiëren op de Gegevensverplaatsing-gatewaymachine. Nadat u dit hebt gedaan, voert u de opdracht update oracle nogmaals uit.

    Anders wordt de gebruiksrechtovereenkomst voor het driver getoond.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Druk herhaaldelijk op [Enter] om langzaam door de gebruiksrechtovereenkomst te scrollen.
    • Druk herhaaldelijk op de spatiebalk om snel door de gebruiksrechtovereenkomst te scrollen.
    • Druk op q om de licentietekst af te sluiten en de opties te tonen voor het aanvaarden van de gebruiksrechtovereenkomst.
  4. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Typ "y" en druk op [Enter] om de gebruiksrechtovereenkomst te accepteren en de installatie te starten.
    • Typ "n" en druk op [Enter] om de gebruiksrechtovereenkomst af te wijzen en de installatie af te sluiten.
    • Typ "v" en druk op [Enter] om de gebruiksrechtovereenkomst nogmaals vanaf het begin te tonen.
  5. Het oude driver wordt verwijderd en het nieuwe driver wordt geïnstalleerd.

Het driver verwijderen

Voer de uninstall-opdracht uit als u het driver wilt verwijderen.

Ga als volgt te werken om het driver te verwijderen:

  1. Stop alle taken die zijn geconfigureerd om deze connector te gebruiken.

  2. Op de Gegevensverplaatsing-gatewaymachine wijzigt u de werkdirectory in:

    opt/qlik/gateway/movement/drivers/bin

  3. Voer dan de volgende opdracht uit:

    Syntaxis:

    ./uninstall oracle

    driver wordt verwijderd.

Het stuurprogramma handmatig installeren

U moet het driver alleen handmatig uitvoeren als de geautomatiseerde installatie van het stuurprogramma niet is voltooid.

Nadat Gateway voor gegevensverplaatsing is geïnstalleerd, downloadt u het oracle-instantclient-basiclite-<version>.x86_64.rpm stuurprogramma. U vindt een directe downloadlink naar de ondersteunde versie onder binary-artifacts in /opt/qlik/gateway/movement/drivers/manifests/oracle.yaml. Nadat de download is voltooid, kopieert u de RPM naar de machine met de Gateway voor gegevensverplaatsing.

Open vervolgens op de Data Movement gateway-server een opdrachtregel en doe het volgende:

  1. Stop de Data Movement gateway-service:

    sudo systemctl stop repagent

  2. Bevestig eventueel dat de service is gestopt:

    sudo systemctl status repagent

  3. De status zou als volgt moeten zijn:

    Active: inactive (dead) since <timestamp> ago

  4. Installeer het stuurprogramma (RPM).
  5. Maak bovendien een symbolische koppeling in de $Oracle_Home\lib-directory, als die nog niet in uw systeem aanwezig is. Noem de koppeling libclntsh.so, en verwijs het naar een specifieke versie van dit bestand.

    lrwxrwxrwx 1 oracle oracle 63 Oct 2 14:16 libclntsh.so -> /u01/app/oracle/home/lib/libclntsh.so.21.1

  6. Wijzig de werkdirectory in <Data Movement gateway-Install-Dir>/bin en voeg de omgevingsvariabele LD_LIBRARY_PATH toe aan de Oracle instant client-directory en aan de Data Movement gateway lib-directory door de locatie van het stuurprogramma te kopiëren naar het site_arep_login.sh-bestand:

    echo "export LD_LIBRARY_PATH=\$LD_LIBRARY_PATH:/opt/oracle/instantclient_<version>:/opt/qlik/gateway/movement/lib/" >> site_arep_login.sh

  7. Bevestig eventueel dat de locatie van stuurpogramma is gekopieerd:

    cat site_arep_login.sh
  8. Start de Data Movement gateway-service:

    sudo systemctl start repagent

  9. Bevestig eventueel dat de service is gestart:

    sudo systemctl status repagent

    De status zou als volgt moeten zijn:

    Active: active (running) since <timestamp> ago

Zorg voor toegang tot een Oracle-account

U moet de gebruiker van Data Movement gateway toegang tot een Oracle-account geven. Deze gebruiker moet lees-/schrijfrechten hebben op de Oracle-database. Voor informatie over het instellen van toegang tot het Oracle-account, zie Vereiste machtigingen.

Zorg dat de modus ARCHIVELOG aan is

Oracle kan in twee verschillende modi worden uitgevoerd: de modus ARCHIVELOG en de modus NOARCHIVELOG. Voor het gebruik van de Oracle-logboeken met Data Movement gateway, voert u de database uit in de modus ARCHIVELOG. Als het logboek niet is ingesteld op de modus ARCHIVELOG, voer dan de volgende query uit:

ALTER database ARCHIVELOG

Als uw Oracle database-exemplaar op Amazon RDS staat, moet een andere opdracht worden uitgevoerd. Ga voor meer informatie naar Automatische back-ups inschakelen en Archivering instellen

Aanvullende logboekregistratie instellen

Aanvullende logboekregistratie moet worden ingeschakeld voor de Oracle-database, zowel op databaseniveau als op tabelniveau.

Informatie

Bij Tussenopslag vanuit een Oracle stand-by omgeving moet aanvullende logboekregistratie worden ingesteld in het primaire exemplaar van Oracle (zoals hieronder beschreven), niet in het stand-by exemplaar.

Controleren en inschakelen van extra logboekregistratie op databaseniveau

  1. Voer de volgende query uit:

    SELECT name, value, description FROM v$parameter WHERE name = 'compatible';

    Het teruggestuurde resultaat moet zijn van GE to n.n.n waarbij n.n.n de Oracle-databaseversie (bijv. 10.0.0) is.

    Waarschuwing

    De parameterwaarde moet overeenkomen met de werkelijke versie van de database.

  2. Voer de volgende query uit:

    SELECT supplemental_log_data_min FROM v$database;

    Het teruggestuurde resultaat moet YES of IMPLICIT zijn.

    Schakel aanvullende logboekregistratie in door de volgende query uit te voeren:

    ALTER DATABASE ADD SUPPLEMENTAL LOG DATA

    Informatie

    Als uw Oracle database-exemplaar op Amazon RDS staat, moet een andere opdracht worden uitgevoerd. Ga voor meer informatie naar Werken met Amazon RDS for Oracle.

Controleren en inschakelen van extra logboekregistratie op tabelniveau

  1. Om te controleren of aanvullende logboekregistratie is ingeschakeld op tabelniveau, voert u de volgende query uit:

    Syntaxis:

    select count(*) from ALL_LOG_GROUPS where LOG_GROUP_TYPE='ALL COLUMN LOGGING' and OWNER= 'OWNER' and TABLE_NAME='TABLE-NAME';

    Voorbeeld:

    select count(*) from ALL_LOG_GROUPS where LOG_GROUP_TYPE='ALL COLUMN LOGGING' and OWNER= 'HR' and TABLE_NAME='EMPLOYEES';

  2. Voer de volgende query uit om aanvullende logboekregistratie op tabelniveau in te schakelen:

    Syntaxis:

    ALTER TABLE TABLE-NAME ADD SUPPLEMENTAL LOG DATA (ALL) COLUMNS;

    Voorbeeld:

    ALTER TABLE HR.EMPLOYEES ADD SUPPLEMENTAL LOG DATA (ALL) COLUMNS;

Zie ook: Vereiste machtigingen

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!