Stel een bronconnector in voor SAP (Application)

Voordat u de SAP (Application) connector kunt configureren, moet u eerst een van de volgende back-end bronconnectors configureren, volgens uw SAP-pakkettype:

• Oracle

  Informatie

  Bij het gebruik van Oracle als de back-enddatabase, moeten tabellen die u wilt vastleggen worden gedefinieerd met ALL COLUMN SUPPLEMENTAL LOGGING.

  Zie ook: Oracle

• Microsoft SQL Server

  Informatie

  Bij het gebruik van de Microsoft SQL Server als de back-enddatabase, worden transparante tabellen die zijn gedefinieerd als STRING of BINARY STRING niet ondersteund.

  Zie ook: On-premises Microsoft SQL Server (op basis van logboek)

• IBM DB2 voor LUW

  Zie ook: IBM DB2 for LUW

• IBM DB2 voor z/OS

  Zie ook: IBM DB2 for z/OS

• SAP HANA

  Zie ook: SAP HANA (Database)

Voor meer informatie over algemene beperkingen bij het gebruik van SAP (Application) connector, raadpleegt u Beperkingen en overwegingen.

Machtigingen back-end-broneindpunt

De gebruiker die is opgegeven in de onderliggende bron connector-instellingen moet de machtiging SELECT hebben op de volgende objecten:

• DD02L

• DD03L

• DD02T

• DD03T

• T000

• /HTG/GC_HEAD

• /HTG/GC_TABLES1

• /HTG/GC4R_BUSGRP

• /HTG/GC4R_TABLES