In-app rapportage en sectietoegang
U kunt in-app rapportages gebruiken met apps die gebruikmaken van sectietoegang. In dit Help-onderwerp worden de verschillen beschreven die u kunt verwachten bij het configureren van rapporten van een app die sectietoegang gebruikt.
De gegevensreductie die is toegepast op rapportuitvoer is van het volgende afhankelijk:
-
Of de app gebruikmaakt van sectietoegang
-
De rapportfilters die worden gebruikt
-
Of de ontvanger intern of extern is voor de Qlik Cloud-tenant
-
De toegepaste cycli
Raadpleeg de onderstaande secties voor meer informatie over hoe rapporten voor elk type ontvanger worden gegenereerd. Voor meer informatie gaat u naar Wie kan rapporten ontvangen?.
Verschillen tussen interne en externe ontvangers
Identificatie van ontvangers
Om ontvangers als intern of extern te identificeren, worden e-mailadressen van ontvangers gecontroleerd op overeenkomsten met gebruikers in de Qlik Cloud-tenant. Het matchen van e-mailadressen is hoofdletterongevoelig. De controle geeft de volgende resultaten:
-
Als het e-mailadres overeenkomt met het e-mailadres van een gebruiker in de Qlik Cloud-tenant, gaat het om een interne ontvanger.
-
Als er geen overeenkomst is gevonden, dan is de ontvanger extern.
Interne ontvangers
Alle ontvangers van interne rapporten moeten toegang hebben tot de app en moeten worden toegevoegd aan de sectietoegangtabel voor het rapport om het te kunnen genereren en het naar deze ontvangers toe te sturen. Als niet aan deze criteria wordt voldaan, wordt een fout toegevoegd aan de taakuitvoeringsgeschiedenis voor die ontvanger. Wanneer aan de criteria is voldaan, worden de gegevens in de rapportuitvoer ook gefilterd op basis van de beperkingen voor gegevenstoegang die zijn ingesteld voor die gebruiker in het sectietoegangsscript.
Externe ontvangers
Externe ontvangers van rapporten ontvangen een rapportuitvoer zoals gedefinieerd door de toegang van de eigenaar van de rapporttaak.
Capaciteiten voor een rapporttaak
Een rapporttaak kan maximaal 500 unieke rapporten genereren. Deze limiet wordt geëvalueerd voor alle sjablonen die aan de taak zijn toegevoegd, in plaats van per sjabloon in de taak. Deze limiet geldt ook voor alle rapporttaken, ongeacht of er één of meer cycli worden toegepast.
In apps zonder sectietoegang wordt een uniek rapport gegenereerd voor elk afzonderlijk filter op ontvangersniveau dat wordt toegepast voor alle gebruikers die zijn toegevoegd aan de rapporttaak. Dit gedrag is echter anders in apps met sectietoegang.
Als de app sectietoegang heeft:
-
Er wordt een uniek rapport gegenereerd voor elke interne ontvanger die is toegevoegd aan de rapporttaak, ongeacht het filter dat is toegepast op de ontvanger.
-
Voor externe ontvangers wordt alleen een uniek rapport gegenereerd als het filter dat is gedefinieerd voor de ontvanger afwijkt van het filter dat is gedefinieerd voor de eigenaar van de rapportaak. Er wordt één uniek rapport gegeneerd per uniek filter voor externe ontvangers waarop hetzelfde filter is toegepast.
Automatische deactivering van rapporttaken
In sommige scenario's worden rapporttaken automatisch uitgeschakeld in een app die sectietoegang gebruikt. Het volgende gedrag kan worden verwacht:
-
Als een sectietoegangtabel wordt toegevoegd aan of verwijderd uit de app, wordt de rapporttaak automatisch uitgeschakeld. Deze kan handmatig opnieuw worden ingeschakeld. Hiermee kan de rapportontwikkelaar evalueren of hij/zij wil doorgaan met rapportleveringen op basis van de definities van de ontvangers in de distributielijst.
-
Als de app sectietoegang heeft en een tenantbeheerder het eigendom van de rapporttaak in het Beheer-activiteitencentrum wijzigt, wordt de rapporttaak automatisch uitgeschakeld. Hierna kan alleen de nieuwe rapporttaakeigenaar de rapporttaak opnieuw inschakelen.
Beperkingen
Rapportlevering via de Microsoft SharePoint-distributiemap is niet beschikbaar als de app sectietoegang gebruikt.