Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Datumprocessor

Met de datumprocessor kunt u verschillende bewerkingen uitvoeren op kolommen met datum- of tijdstempelgegevens in een transformatiestroom.

Om de naam van de processor te wijzigen, klikt u op het pictogram Bewerken Bewerken dat wordt weergegeven als de muisaanwijzer op de standaardnaam van de processor is geplaatst.

Om de beschrijving te wijzigen, klikt u op het pictogram Bewerken Bewerken dat wordt weergegeven als de muisaanwijzer op Beschrijving is geplaatst.

Zie Datum- en tijdpatronen voor informatie over patronen die u kunt gebruiken voor de datum- en tijdinvoer.

Datums vergelijken

U kunt een datumwaarde in een kolom vergelijken met de waarde in een andere datumkolom of met een opgegeven datum. De uitvoerwaarde is een booleaanse weergave van de vergelijking.

  1. Selecteer Datums vergelijken in Functienaam.

  2. Selecteer in Vergelijkingsmodus welke operator u wilt gebruiken bij het vergelijken van de datums, bijvoorbeeld gelijk of voor.

  3. Selecteer welke kolom u wilt gebruiken bij het vergelijken van datums in Kolom om te verwerken.

  4. Selecteer waarmee u wilt vergelijken in Gebruiken met.

    • Met Waarde kunt u vergelijken met een vaste waarde.

      Stel in Waarde de datum en tijd in waarmee u wilt vergelijken. De invoerindeling is: yyyy-MM-DD HH:mm

    • Kolom vergelijkt met de waarde van een andere kolom in de gegevensverzameling.

      Stel in Kolom de kolom in waarmee u wilt vergelijken,

  5. Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  6. Klik op Toepassen.

Converteren naar datum

Als u een kolom hebt met een ander gegevenstype dan datum, maar die datumwaarden bevat, kunt u deze converteren naar een datum.

  1. Selecteer Converteren naar datum in Functienaam.

  2. Selecteer welke kolom u wilt converteren in Kolom om te verwerken.

  3. Stel de indeling in van de invoerdatum in Invoerindeling.

    • Automatisch zal proberen de datumnotatie automatisch te herkennen.

    • Met Aangepast kunt u het opmaakpatroon van de invoerdatum instellen.

      Stel het patroon in Patroon invoerdatum in. Ga voor meer informatie naar Datum- en tijdpatronen.

  4. Selecteer Nieuwe kolom maken als u de resultaten in een nieuwe kolom wilt opslaan. Anders worden de resultaten in dezelfde kolom opgeslagen.

    Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  5. Klik op Toepassen.

Converteren naar tijdstempel

Als u een kolom hebt met een ander gegevenstype dan tijdstempel, maar die tijdstempelwaarden bevat, kunt u deze converteren naar een tijdstempel.

  1. Selecteer Converteren naar tijdstempel in Functienaam.

  2. Selecteer welke kolom u wilt converteren in Kolom om te verwerken.

  3. Stel de indeling in van de invoertijdstempel in Invoerindeling.

    • Automatisch zal proberen de tijdstempelnotatie automatisch te herkennen.

    • Met Aangepast kunt u het opmaakpatroon van de invoertijdstempel instellen.

      Stel het patroon in Patroon invoerdatum in. Ga voor meer informatie naar Datum- en tijdpatronen.

  4. Selecteer Nieuwe kolom maken als u de resultaten in een nieuwe kolom wilt opslaan. Anders worden de resultaten in dezelfde kolom opgeslagen.

    Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  5. Klik op Toepassen.

Converteren naar tijd

Als u een kolom hebt met een ander gegevenstype dan tijd, maar die wel tijdwaarden bevat, dan kunt u deze converteren naar een tijd.

  1. Selecteer Converteren naar tijd in Functienaam.

  2. Selecteer welke kolom u wilt converteren in Kolom om te verwerken.

  3. Stel de indeling in van de invoertijdstempel in Invoerindeling.

    • Automatisch zal proberen de tijdstempelnotatie automatisch te herkennen.

    • Met Aangepast kunt u het opmaakpatroon van de invoertijdstempel instellen.

      Stel het patroon in Patroon invoerdatum in. Ga voor meer informatie naar Datum- en tijdpatronen.

  4. Selecteer Nieuwe kolom maken als u de resultaten in een nieuwe kolom wilt opslaan. Anders worden de resultaten in dezelfde kolom opgeslagen.

    Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  5. Klik op Toepassen.

Datum op basis van delen maken

U kunt een datum maken uit onderdelen die een ingestelde waarde of een kolomwaarde kunnen zijn. De datum wordt opgeslagen in een nieuwe kolom.

  1. Selecteer Datum op basis van delen maken in Functienaam.

  2. Stel het jaargedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Jaar.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een jaarwaarde in bij Jaarwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Jaarkolom.

  3. Stel het maandgedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Maand.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een maandwaarde in bij Maandwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Maandkolom.

  4. Stel het daggedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Dag.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een dagwaarde in bij Dagwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Dagkolom.

  5. Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  6. Klik op Toepassen.

Tijd op basis van delen maken

U kunt een tijd maken uit delen die een ingestelde waarde of een kolomwaarde kunnen zijn. De tijd wordt opgeslagen in een nieuwe kolom.

  1. Selecteer Tijd op basis van delen maken in Functienaam.

  2. Stel het urengedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Uren.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een uurwaarde in bij Uurwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Uren.

  3. Stel het minutengedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Minuten.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een minutenwaarde in bij Minutenwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Minutenkolom.

  4. Stel het secondengedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Seconden.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een secondenwaarde in bij Secondewaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Secondenkolom.

  5. Stel het millisecondengedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Milliseconden.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een secondenwaarde in bij Millisecondenwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Millisecondenkolom.

  6. Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  7. Klik op Toepassen.

Datum/tijd op basis van delen maken

U kunt een datum/tijd maken uit delen die een ingestelde waarde of een kolomwaarde kunnen zijn. De datum/tijd wordt opgeslagen in een nieuwe kolom.

  1. Selecteer Datum op basis van delen maken in Functienaam.

  2. Stel het jaargedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Jaar.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een jaarwaarde in bij Jaarwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Jaarkolom.

  3. Stel het maandgedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Maand.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een maandwaarde in bij Maandwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Maandkolom.

  4. Stel het daggedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Dag.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een dagwaarde in bij Dagwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Dagkolom.

  5. Stel het urengedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Uren.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een uurwaarde in bij Uurwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Urenkolom.

  6. Stel het minutengedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Minuten.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een minutenwaarde in bij Minutenwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Minutenkolom.

  7. Stel het secondengedeelte in.

    Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Seconden.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voer dan een secondenwaarde in bij Secondewaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Secondenkolom.

  8. Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  9. Klik op Toepassen.

Datum afkappen

U kunt datumvelden afkappen om een datum- of tijddeel uit te sluiten.

  1. Selecteer Datum afkappen in Functienaam.

  2. Selecteer welke datumkolom u wilt afkappen in Kolom om te verwerken.

  3. Selecteer welk datum- of tijddeel u wilt afkappen in Datum- of tijddeel.

  4. Selecteer Nieuwe kolom maken als u de resultaten in een nieuwe kolom wilt opslaan. Anders worden de resultaten in dezelfde kolom opgeslagen.

    Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  5. Klik op Toepassen.

Duur toevoegen

U kunt een tijdsduur aan kolomwaarden toevoegen. De duur kan een vaste waarde zijn of van een andere kolom.

  1. Selecteer Duur toevoegen in Functienaam.

  2. Selecteer aan welke datumkolom u duur wilt toevoegen in Kolom om te verwerken.

  3. Selecteer welk datum- of tijddeel u wilt toevoegen in Datum- of tijddeel.

  4. Selecteer of u een vaste waarde wilt instellen of een kolomwaarde in Duur. De duur die wordt toegevoegd, hangt af van wat u hebt geselecteerd in Datum- of tijddeel.

    • Als u Waarde hebt geselecteerd, voert u de duur in bij Duurwaarde.

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Duurkolom.

  5. Selecteer Nieuwe kolom maken als u de resultaten in een nieuwe kolom wilt opslaan. Anders worden de resultaten in dezelfde kolom opgeslagen.

    Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  6. Klik op Toepassen.

Datumverschil berekenen

U kunt het verschil berekenen tussen de datum in een kolom en een specifieke datum of een datum in een andere kolom. Het resultaat wordt opgeslagen in een nieuwe kolom.

  1. Selecteer Datumverschil berekenen in Functienaam.

  2. Selecteer aan welke datumkolom u duur wilt toevoegen in Kolom om te verwerken.

  3. Optioneel kunt u selecteren in welke eenheid u het verschil in Datum- of tijddeel wilt berekenen.

  4. Selecteer of u wilt vergelijken met een specifieke datum of een datum in een andere kolom in Tot

    • Als u Specifieke datum hebt geselecteerd, voert u de datum in bij Deze datum. De invoerindeling is: yyyy-MM-DD HH:mm

    • Als u Kolom hebt geselecteerd, selecteer dan welke kolom u wilt gebruiken in Kolom.

  5. Voer de naam van de nieuwe kolom in bij Nieuwe kolomnaam.

  6. Klik op Toepassen.

Datumdelen extraheren

U kunt delen van een datum, tijd of datum/tijd extraheren en de delen in afzonderlijke kolommen opslaan.

  1. Selecteer Datumdelen extraheren in Functienaam.

  2. Selecteer van welke datumkolom u datumdelen wilt extraheren in Kolom om te verwerken.

  3. Selecteer welke delen u wilt extraheren.

  4. Voer een kolomprefix in bij Prefix nieuwe kolommen. De kolommen die worden aangemaakt, krijgen een naam die begint met het prefix, gevolgd door het deel, gescheiden door een onderstrepingsteken.

  5. Klik op Toepassen.

Datum- en tijdpatronen

Met de datumprocessor kunt u bewerkingen toepassen op datums die specifieke datum- en tijdpatronen volgen.

Laten we de volgende invoerdatum en datum-tijdnotatie als voorbeeld nemen:

  • 7/22/2015

  • 7/22/2015 6:33:01 (deze tijd is in AM).

Wat moet het datumpatroon zijn dat is ingesteld in de configuratie van de datumprocessor?

Houd rekening met het volgende:

  • M wordt gebruikt om maanden met één of twee cijfers te beschrijven.

    Voorbeeld: 7/22/2015 of 07/22/2015

  • MM wordt gebruikt om maanden met één of twee cijfers te beschrijven.

    Voorbeeld: 07/22/2015 is geldig, maar 7/22/2015 niet.

  • MMM wordt gebruikt om de afgekorte maandnamen te beschrijven.

    Voorbeeld: Jul

  • MMMM wordt gebruikt om de volledige maandnamen te beschrijven.

    Voorbeeld: Juli

  • d wordt gebruikt om dagen met twee cijfers te beschrijven.

    Voorbeeld: 7/22/2015 is geldig, maar 07/2/2015 niet.

  • yyyy wordt gebruikt om het jaar te beschrijven.

    Informatie

    De hoofdletter Y wordt gebruikt voor weekjaren.

    Voorbeeld: 7/22/2015

  • H wordt gebruikt om uren in een dag (0-23) te beschrijven met één of twee cijfers. Als u uren in een dag (1-24) wilt gebruiken, gebruik dan k.

    Voorbeeld: 7/22/2015 6:33:01 of 07/22/2015 18:33:01

  • HH wordt gebruikt om uren in een dag (0-23) te beschrijven met twee cijfers.

    Voorbeeld: 7/22/2015 18:33:01 is geldig, maar 07/22/2015 6:33:01 niet.

  • h wordt gebruikt om uren in AM/PM (1-12) te beschrijven met één of twee cijfers. Als u uren in AM/PM (0-11) wilt gebruiken, gebruik dan K.

    Voorbeeld: 7/22/2015 6:33:01 of 07/22/2015 06:33:01

  • hh wordt gebruikt om uren in AM/PM (1-12) te beschrijven met twee cijfers.

    Voorbeeld: 7/22/2015 06:33:01 is geldig, maar 07/22/2015 6:33:01 niet.

  • M wordt gebruikt om minuten met één of twee cijfers te beschrijven.

    Voorbeeld: 7/22/2015 6:3:01 of 07/22/2015 06:33:01

  • M wordt gebruikt om minuten met twee cijfers te beschrijven.

    Voorbeeld: 7/22/2015 06:33:01 is geldig, maar 07/22/2015 6:3:01 niet.

  • s wordt gebruikt om seconden met één of twee cijfers te beschrijven.

    Voorbeeld: 7/22/2015 6:33:1 of 07/22/2015 06:33:01

  • ss wordt gebruikt om seconden met twee cijfers te beschrijven.

    Voorbeeld: 7/22/2015 06:33:01 is geldig, maar 07/22/2015 6:33:1 niet.

Het datumpatroon voor de datuminvoer van 7/22/2015 moet dus worden ingesteld als één of twee cijfers voor de maand, één of twee cijfers voor de dag en vier cijfers voor het jaar. De volgende patronen zijn geldig:

  • M/d/yyyy
  • M/dd/yyyy

Het datum/tijd-patroon voor de datum/tijd-invoer 7/22/2015 6:33:01 (AM) moet dus worden ingesteld met één of twee cijfers voor de uren, één of twee cijfers voor de minuten, één of twee cijfers voor de seconden en AM-cijfers voor de tijd van de dag. De volgende patronen zijn geldig:

  • M/d/yyyy h:m:s
  • M/d/yyyy h:mm:s
  • M/d/yyyy h:mm:ss
  • M/d/yyyy h:m:ss

Raadpleeg de officiële Java-documentatie voor meer informatie over datum- en tijdnotaties.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!