Een bestaande IdP-configuratie bewerken
U kunt wijzigingen aanbrengen in een bestaande IdP-configuratie.
Doe het volgende:
-
Open in de Beheerconsole de sectie Identiteitsprovider.
-
Klik helemaal rechts in de tabel op ... voor de IdP die u wilt bewerken.
Er wordt een submenu weergegeven met opties om IdP's te activeren/deactiveren, valideren, bewerken en te verwijderen.
De IdP activateren en deactiveren
Er kunnen meerdere verschillende interactieve IdP's tegelijk geconfigureerd zijn, maar er mag er maar één actief zijn. Deactiveer of verwijder de andere. Als u een interactieve IdP deactiveert, keert u automatisch terug naar de Qlik Account-configuratie. Ga voor meer informatie naar De IdP verwijderen.
De IdP valideren
De validatie vindt automatisch plaats als er een interactieve IdP wordt opgeslagen, maar u kunt zo nodig ook handmatig een validatie triggeren, bijvoorbeeld na het bewerken van de IdP. Als u Valideren selecteert, gaat u naar de identiteitsprovider om in te loggen en doorloopt u nog een serie andere validatiestappen.
De IdP bewerken
U kunt alle soorten IdP's bewerken. Valideer uw wijzigingen na het bewerken, om ervoor te zorgen dat de IdP ook goed werkt. De optie Valideren is niet beschikbaar bij Machine-to-Machine-configuraties.
De IdP verwijderen
De standaard IdP is Qlik Account. U kunt wijzigen naar een zakelijke IdP naar keuze. Als u later besluit de zakelijke IdP te verwijderen, moet u rekening houden met de gevolgen daarvan.
Als u een zakelijke IdP verwijdert, wordt de tenant teruggezet naar Qlik Account. Gebruikers die toegang krijgen tot de tenant via de verwijderde zakelijke IdP kunnen zich niet meer aanmelden en hebben geen toegang meer tot content die ze hebben gemaakt. Hun content is echter zichtbaar voor tenantbeheerders van Qlik Account, die kunnen helpen bij het aanpassen van eigendom.
Als die gebruikers bovendien eerder Qlik Account gebruikten met hetzelfde e-mailadres als voor de zakelijke IdP, blijft content die tijdens de periode met de Qlik Account is gemaakt, behouden.