Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

QlikView 12 en Qlik Cloud Analyse vergelijken

Dit onderwerp beschrijft een aantal essentiële overeenkomsten en verschillen tussen QlikView 12 en Qlik Cloud Analyse.

Het document en de app

Het QlikView 12-document en de Qlik Cloud Analyse-app hebben een vergelijkbare architectuur. Beide zijn containers voor de objecten die worden gebruikt om gegevens voor analyse aan te bieden. Ze kunnen gegevensverbindingen, loadscripts, gegevensmodellen, werkbladen, diagrammen, variabelen en dergelijke bevatten.

Ontwikkeling en gebruik

Zowel inQlikView 12 als in Qlik Cloud Analyse moet u eerst een app bouwen of document maken voordat u de gegevens kunt analyseren. Dit betekent:

  1. Gegevens toevoegen aan een nieuwe of bestaande applicatie:
    • In QlikView 12 moet een load-script worden aangemaakt en uitgevoerd dat bepaalt welke gegevens in de app moeten worden geladen. Het load-script haalt gegevens uit een of meer gegevensbronnen binnen in de app en maakt er een gegevensmodel van dat de basis vormt voor alle verdere analyse.

    • In Qlik Cloud kan een gebruiker een applicatie maken op basis van gegevens die al in de gegevenscatalogus aanwezig zijn, van gegevensbestanden, van bestaande verbindingen via een traditionele scripteditor of met de gebruikersinterface voor slepen en neerzetten in Gegevensbeheer.

  2. Voor de analyse moet een gebruikersinterface worden gemaakt. Dit betekent het aanmaken van diverse visualisaties (bijvoorbeeld staafdiagrammen, cirkeldiagrammen, tabellen), verschillende uitdrukkingen om de verschillende KPI's mee aan te duiden en een reeks selectieobjecten (keuzelijsten, schuifregelaars, invoervakken enzovoorts). Dit betekent ook dat onderdelen anders gegroepeerd of zichtbaar gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld op werkbladen, om gegevens aan een gebruiker te presenteren die niet vertrouwd is met de inhoud.

Vroeger werden deze twee stappen uitgevoerd door een vakman voor business intelligence, die zelf niet de primaire gebruiker van de gegevens is. De primaire gebruiker van de gegevens is een professionele gebruiker die de app gebruikt. Dit scenario wordt vaak aangeduid als begeleide analyse, aangezien de professionele gebruiker in zekere mate wordt begeleid bij de vraag welke gegevens het best geanalyseerd kunnen worden. Consumenten worden echter niet geleid bij het maken van selecties. Ze hebben nog steeds alle vrijheid om alles in de app, in elke gewenste volgorde te selecteren.

Zowel Qlik Cloud als QlikView 12 kunnen voor begeleide analyse worden gebruikt.

Qlik Cloud Analyse biedt toonaangevende moderne analysemogelijkheden voor veel verschillende gebruikers en gebruikscases — van selfservice analyses tot interactieve dashboards en applicaties, conversationele analyses, metagagevenscatalogus en herkomst, mobiele analyses, rapporten en waarschuwingen. Het zorgt voor een vergroting en uitbreiding van de menselijke intuïtie in combinatie van suggesties op basis van AI (artificial intelligence - kunstmatige intelligentie), geautomatiseerde machine learning, automatiseringen en interacties in natuurlijke taal. Dit is een omslag in denken van QlikView 12.

Zodoende is Qlik Cloud Analyse beter geschikt om zelfstandig te gebruiken. Bij QlikView 12 is er wel wat zelfservice mogelijk, maar het vergt veel meer technisch inzicht van de gebruiker.

Ontwikkelingshulpmiddelen

In QlikView 12 heeft u de desktopversie nodig om een app te kunnen ontwikkelen. De ontwikkeling vindt lokaal plaats, zonder een verbinding met een QlikView 12-server. QlikView Desktop draait alleen op Microsoft Windows..

Qlik Cloud Analyse is een samenwerkingsomgeving op cloudbasis voor het ontwikkelen en het delen van inhoud. Dit betekent dat gebruikers elk besturingssysteem op hun computer kunnen hebben. De gebruikersinterface is zeer intuïtief en biedt eenvoudige ontwerptools die gebruikers van alle niveaus kunnen helpen geavanceerde diagrammen en visualisaties te maken.

Qlik Cloud Analyse biedt ook een volledige conversationele analyse-ervaring, Inzichtenadviseur, die natuurlijke taalverwerking gebruikt om de bedoeling van gebruikers te begrijpen en leert met elke interactie om associaties, correlaties en trends binnen uw gegevens te onthullen.

Gegevens vanuit de bron naar de analyse verplaatsen

In zowel QlikView 12 als Qlik Cloud Analyse worden gegevens op een bepaald moment geladen en dan in het geheugen geanalyseerd.

De analyse wordt gemaakt op basis van een gegevensverzameling die een momentopname van de echte gegevens vormt. De momentopname is gemaakt op dat bepaalde moment dat het load-script voor de app is uitgevoerd. De analyse vindt nooit in realtime plaats, al kunt u deze bijna realtime maken door het load-script vaker uit te voeren, bijvoorbeeld om de 15 seconden.

Praktisch gezien betekent dit, dat u eerst de app aanmaakt en vervolgens een planner instelt om de gegevens naar gelang uw zakelijke behoefte te laten vernieuwen (het script uit te voeren).

In QlikView 12 is hiervoor een handmatige lading vereist of moet de applicatie worden opgeslagen in een bronmap en moet de lading worden gepland met QlikView Publisher en QlikView Server.

Met Qlik Cloud Analyse kunnen gebruikers met de juiste machtingen eenvoudig hun applicaties laden of ladingen veilig inplannen in de Qlik Cloud-omgeving.

Gegevensverbindingen

QlikView 12 bevat geen bibliotheek met gegevensverbindingen. Er wordt gebruikmaakt van bestanden of databases via de Microsoft OLE DB/ ODBC-interface. Om hiervan gebruik te maken, moet u een stuurprogramma installeren ter ondersteuning van uw databasemanagementsysteem (DBMS) en u moet de database configureren als ODBC-gegevensbron. Dit doet u op uw PC en de Qlik-server. Voor webverbindingen als Amazon S3, Snowflake en Azure moet u Qlik-webconnectoren downloaden en installeren.

Qlik Cloud Analyse bevat een bibliotheek met ingebouwde gegevensverbindingen die gebruikt kunnen worden om verbinding te maken met bestanden, zowel op on-premises databases als gegevensbronnen in de cloud. De bibliotheek heeft het voordeel dat gegevensbronnen gedeeld kunnen worden tussen gebruikers en applicaties. Het is gemakkelijker om governance toe te passen op gegevensverbindingen.

Scripteditor

In QlikView 12 hebt u geen grafische interface voor het laden van gegevens. De app-ontwikkelaar moet het load-script maken in de scripteditor.

In Qlik Cloud Analyse kunt u het load-script ook met behulp van de scripteditor maken. Een cloudgebruiker kan eventueel ook een applicatie maken op basis van gegevens die al in de Gegevenscatalogus aanwezig zijn, van gegevensbestanden, van bestaande verbindingen via een traditionele scripteditor of met de gebruikersinterface voor slepen en neerzetten in Gegevensbeheer.

Scriptsyntaxis

De scriptsyntaxis in QlikView 12 en Qlik Cloud Analyse zijn bijna identiek. Maar er zijn een paar opmerkelijke verschillen in de manier waarop de scripts worden gemaakt.

Beperkingen

Qlik Cloud biedt geen ondersteuning voor het gebruik van Windows-bestandssysteempaden in functies, instructies en variabelen. In plaats daarvan worden bibliotheekverbindingen gebruikt. Dit zijn verbindingstekenreeksen die leiden naar gegevens en scriptbestanden, zoals lib://DataFiles/myData.txt.

Verschillende opdrachten, variabelen en functies die van toepassing zijn op QlikView 12 en Qlik Sense met clientbeheer (in standaard of verouderde modi), kunnen niet worden gebruikt of hebben beperkingen in Qlik Cloud. Deze beperkingen gelden normaal gesproken voor opdrachten, variabelen en functies die zijn gekoppeld aan Windows-bestandssysteempaden.

Het gebruik van niet-ondersteunde opdrachten in het load-script voor gegevens levert een fout op bij het uitvoeren van het load-script. Foutberichten zijn te vinden in het logbestand van het script. Het gebruik van niet-ondersteunde variabelen en functies resulteert niet in foutberichten of vermeldingen in het logbestand. In plaats daarvan geeft de functie NULL als resultaat.

Er is geen indicatie dat een variabele, opdracht of functie niet wordt ondersteund bij het bewerken van het load-script voor gegevens.

Toepasbaarheid van variabelen, instructies en functies in Qlik Cloud

Als u van plan bent om load-scripts voor gegevens van QlikView 12 of Qlik Sense met clientheer opnieuw te gebruiken in Qlik Cloud, raadpleegt u de volgende tabellen om te zien welke variabelen, instructies en functies worden ondersteund en wat hun vereisten zijn.

Systeemvariabelen

Variabele Toepasbaarheid Definitie
Floppy

Niet ondersteund

Retourneert de stationsletter van het eerst gevonden diskettestation. Dit is normaal gesproken a:.
CD

Niet ondersteund

Retourneert de stationsletter van het eerst gevonden cd-rom-station. Als er geen cd-rom-station is gevonden, wordt c: geretourneerd.
QvPath

Niet ondersteund

Retourneert het pad naar het Qlik Sense-programma.
QvRoot

Niet ondersteund

Retourneert de hoofdmap van het Qlik Sense-programma.
QvWorkPath

Niet ondersteund

Retourneert het pad naar de huidige Qlik Sense-app.
QvWorkRoot

Niet ondersteund

Retourneert de hoofdmap van de huidige Qlik Sense-app.
WinPath

Niet ondersteund

Retourneert het pad naar Windows.
WinRoot

Niet ondersteund

Retourneert de hoofdmap van Windows.
$(include=...) Ondersteunde invoer: Pad dat bibliotheekverbinding gebruikt De variabele Include/Must_Include specificeert een bestand dat tekst bevat die in het script moet worden opgenomen en moet worden geëvalueerd als scriptcode. Deze wordt niet gebruikt om gegevens toe te voegen. U kunt delen van uw scriptcode opslaan in een apart tekstbestand en dit in meerdere apps hergebruiken. Dit is een door de gebruiker gedefinieerde variabele.

Reguliere scriptopdrachten

Opdracht Toepasbaarheid Definitie

Binary

Ondersteunde invoer: Pad dat bibliotheekverbinding gebruikt De opdracht binary wordt gebruikt voor het laden van gegevens vanuit een andere app.
Connect Niet ondersteund Met de opdracht CONNECT wordt de toegang van Qlik Sense tot een algemene database via de OLE DB/ODBC-interface vastgelegd. Voor ODBC moet de gegevensbron eerst worden opgegeven met behulp van ODBC-beheer.

Directory

Ondersteunde invoer: Pad dat bibliotheekverbinding gebruikt De opdracht Directory legt vast in welke directory moet worden gezocht naar gegevensbestanden in volgende LOAD-opdrachten, totdat een nieuwe Directoryopdracht wordt gegeven.
Execute Niet ondersteund De Execute-opdracht wordt gebruikt voor het uitvoeren van andere programma's terwijl gegevens worden geladen in Qlik Sense. Bijvoorbeeld voor het uitvoeren van noodzakelijke conversies.

Laden vanuit ...

Ondersteunde invoer: Pad dat bibliotheekverbinding gebruikt Met de opdracht LOAD worden velden geladen uit een bestand, uit gegevens die in het script zijn gedefinieerd, uit een eerder geladen tabel, van een webpagina, uit het resultaat van een daaropvolgende SELECT-opdracht of door gegevens automatisch te genereren.

Opslaan in ...

Ondersteunde invoer: Pad dat bibliotheekverbinding gebruikt De Store-instructie genereert een QVD-, Parquet-, CSV- of TXT-bestand.

Scriptbesturingsopdrachten

Opdracht Ondersteunde invoer Geretourneerde uitvoer Definitie

Voor elke..volgende

filelist mask/dirlist mask

Bibliotheekverbinding

Bibliotheekverbinding

De syntaxis filelist mask produceert een lijst met door komma's gescheiden namen van alle bestanden in de huidige map die overeenkomen met het filelist mask. De syntaxis dirlist mask produceert een lijst met door komma's gescheiden namen van alle mappen in de huidige map die overeenkomen met het mapnaammasker.

Bestandsfuncties

Functie Ondersteunde invoer Geretourneerde uitvoer Definitie

Kenmerk

Bibliotheekverbinding   Retourneert de waarde van de metatags van verschillende mediabestanden als tekst.

ConnectString

  Naam bibliotheekverbinding Retourneert de actieve verbindingstekenreeks voor ODBC- of OLE DB-verbindingen.

FileDir

 

Bibliotheekverbinding De functie FileDir retourneert een tekenreeks met het pad naar de map van het tabelbestand dat op dat moment wordt gelezen.

FilePath

 

Bibliotheekverbinding De functie FilePath retourneert een tekenreeks met het volledige pad naar het tabelbestand dat op dat moment wordt gelezen.

FileSize

Bibliotheekverbinding

  De functie retourneert een geheel getal met de grootte in bytes van het bestand of, als geen is opgegeven, van het tabelbestand dat op dat moment wordt gelezen.filenamefilename

FileTime

Bibliotheekverbinding

  De functie FileTime geeft een tijdstempel in UTC-indeling van de laatste wijziging van een opgegeven bestand. Als er geen bestand is opgegeven, geeft de functie een tijdstempel in UTC-indeling van de laatste wijziging van het momenteel gelezen tabelbestand.
GetFolderPath()

Niet ondersteund

Geretourneerde output: absoluut pad

De functie GetFolderPath retourneert de waarde van de functie Microsoft Windows SHGetFolderPath. Deze functie neemt de naam van een map in Microsoft Windows als invoer en retourneert het volledige pad van de map.

QvdCreateTime

Bibliotheekverbinding   Deze scriptfunctie retourneert de tijdstempel voor de XML-koptekst uit een QVD-bestand, indien aanwezig. Anders wordt NULL geretourneerd. In de tijdstempel wordt tijd weergegeven in UTC.

QvdFieldName

Bibliotheekverbinding   Deze script-functie retourneert de naam van veldnummer fieldno in een QVD-bestand. Als het veld niet bestaat, wordt NULL geretourneerd.

QvdNoOfFields

Bibliotheekverbinding   Deze scriptfunctie retourneert het aantal velden in een QVD-bestand.

QvdNoOfRecords

Bibliotheekverbinding   Deze scriptfunctie retourneert het huidige aantal records in een QVD-bestand.

QvdTableName

Bibliotheekverbinding   Deze scriptfunctie retourneert de naam van de tabel die is opgeslagen in een QVD-bestand.

Systeemfuncties

Functie Toepasbaarheid Definitie
DocumentPath()

Niet ondersteund

Deze functie retourneert een tekenreeks met het volledige pad naar de huidige Qlik Sense-app.
GetRegistryString()

 

Niet ondersteund

Retourneert de waarde van een benoemde registersleutel met een opgegeven registerpad. Deze functie kan zowel in een diagram als een script worden gebruikt.

Automatische kalender

In QlikView 12 moet de app-ontwikkelaar de agenda handmatig aanmaken.

In Qlik Cloud Analyse wordt er automatisch een agenda aangemaakt door het gegevensbeheer. De agenda maakt gebruik van een functie die afgeleide velden wordt genoemd. Deze functie bestaat niet in QlikView 12.

Laden vanuit webbestanden

In QlikView 12 is het mogelijk om een Load-instructie te gebruiken die direct vanuit een webtabel laadt.

In Qlik Cloud Analyse kunt u gegevens laden vanuit een gegevensverbinding van een webbestand.

Sectietoegang

Sectietoegang kan bij zowel QlikView 12 als Qlik Cloud Analyse worden gebruikt om autorisaties te definiëren. De basisfunctionaliteit is bij beide gelijk. Bij sectietoegang wordt de extern aangeboden user ID vergeleken met de inhoud van de autorisatietabel.

De mogelijke inhoud van deze tabel verschilt echter enigszins tussen de twee producten.

In QlikView 12 moet de naam van de geverifieerde gebruiker worden opgeslagen in een veld dat NTNAME heet. In Qlik Cloud Analyse heet het overeenkomstige veld USERID. In beide gevallen wordt dit veld voor elke geverifieerde gebruiker gebruikt, ook als er geen gebruik wordt gemaakt van de in Windows geïntegreerde beveiliging.

In QlikView 12 kunnen er ook beveiligingsgroepen worden opgeslagen in NTNAME. Bij Qlik Cloud Analyse moeten beveiligingsgroepen worden opgeslagen in een apart veld, dat GROUPS heet.

Bij QlikView 12 zijn er de extra velden NTSID en NTDOMAINSID die voor de autorisatie gebruikt kunnen worden. Beide velden verwijzen naar de interne beveiligings-id's van Windows. Deze velden zijn in Qlik Cloud Analyse niet aanwezig.

In QlikView 12 moeten de verouderde velden SERIAL, USERID en PASSWORD niet worden gebruikt om een veilige omgeving te waarborgen. Deze velden zijn in Qlik Cloud Analyse niet aanwezig.

Bij beide producten wordt een goed beveiligingsniveau bereikt als de app op een server gepubliceerd wordt. Bij het openen van een bestand met sectietoegang in de desktopversie, gedragen de twee producten zich echter verschillend: In QlikView Desktop wordt de NTNAME vergeleken met de gebruikersnaam in Windows die door het besturingssysteem wordt aangeleverd en als deze overeenkomt, kan de gebruiker het bestand openen. Bij Qlik Sense Desktop weigert het programma om het bestand te openen.

Document- en contentbeheer

In beide producten zijn er een aantal eigenschappen op app- of documentniveau: Hieronder vallen app-naam, thema en vormgeving. In QlikView 12 staan alle relevante eigenschappen bij elkaar in het venster Documenteigenschapppen. In Qlik Cloud Analyse kunnen eigenschappen worden geopend vanuit het app-overzicht.

In QlikView 12 is er een dialoogvenster voor uitdrukkingoverzichten dat een lijst van alle uitdrukkingen in de app toont. Hier kunt u alle tekenreeksen in de app doorzoeken en vervangen.

In Qlik Cloud Analyse kunt u masteritems gebruiken om dimensies en metingen te definiëren die u op veel plaatsen in de app kunt gebruiken.

De Beheerconsole

Qlik Cloud heeft een Beheerconsole voor het beheren van licenties, toewijzingen van gebruikers, ruimtes, thema's en uitbreidingen. De Beheerconsole moet niet worden verward met de Qlik Beheerconsole (QMC), die wordt gebruikt voor het beheer van QlikView 12. Ga voor meer informatie over de Beheerconsole voor Qlik Cloud naar de beheerconsole.

Distributie van apps

In Qlik Cloud worden apps in ruimten georganiseerd. Ruimten zijn gebieden in de cloudhub waar apps worden opgeslagen. Een gedeelde ruimte wordt gebruikt om samen met anderen apps te ontwikkelen en de toegang tot apps te beheren. Ga voor meer informatie naar Ruimten beheren.

Apps in de cloudhub worden niet automatisch bijgewerkt wanneer hun gegevensbronnen worden bijgewerkt. U kunt handmatig uw apps laden of ladingen voor uw apps plannen. Zie voor meer informatie Appgegevens laden in de cloudhub.

Beveiligingsbeheer

Qlik Cloud beheert de beveiliging door het toewijzen van toegangsmachtigingen aan gebruikers en ruimten. Een gebruiker met de rol tenantbeheerder kan toegang voor gebruikers toevoegen en verwijderen. Raadpleeg voor meer informatie Gebruikersbeheer en Ruimten beheren. Als u een gemengde omgeving onderhoudt van zowel een Qlik Cloud als QlikView-omgevingen, raadpleegt u Gemengde omgevingen.

Visit the discussion forum at community.qlik.com

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!