De Qlik Cloud-tenant implementeren
Een optionele eerste stap bij het migreren naar Qlik Cloud is om Qlik Cloud te implementeren en documenten te publiceren van QlikView 12 naar Qlik Cloud zodat ze gebruikt kunnen worden.
Als we aannemen dat u al een QlikView 12-implementatie hebt, moet u Qlik Cloud maken en configureren.
De tenant maken
Als u nog geen abonnement hebt voor Qlik Cloud, ga dan naar Qlik.com | Contact met verkoop en vul het aanvraagformulier in. Een van de Qlik-vertegenwoordigers in uw regio neemt contact met u op. Zodra uw account is ingesteld, ontvangt u een uitnodigingsmail om een tenant te maken.
Nadat u uw welkomstmail hebt ontvangen, moet u zich aanmelden om uw account te activeren en vervolgens uw tenant te maken en configureren.
Doe het volgende:
- Klik in de e-mail die u van Qlik hebt ontvangen op de knop Laten we beginnen.
- Op de pagina Uw account instellen stelt u een wachtwoord in via Wachtwoord maken. Vink het vakje aan om aan te geven dat u de Algemene voorwaarden hebt gelezen en geaccepteerd en klik vervolgens op Volgende.
-
Op de pagina Bijna klaar kiest u Regio.
Door de juiste regio te kiezen om uw gegevens op te slaan, krijgt u de beste prestaties. De regio wordt onderdeel van uw URL. De standaardregio wordt geselecteerd op basis van de regio die het dichtst in de buurt is van uw locatie. U kunt een andere regio selecteren, maar u kunt de regio niet meer wijzigen nadat de installatie van de tenant is voltooid. De volgende regio's zijn beschikbaar:
Regionaam Regiocode Back-upregionaam Back-upregiocode VS - oost (Northern Virginia) us-east-1 VS - oost (Ohio) us-east-2 Europa (Ierland) eu-west-1 Europa (Parijs) eu-west-3 Europa (Frankfurt) eu-central-1 Europa (Milaan) eu-south-1 Europa (Londen) eu-west-2 Europa (Spanje) eu-south-2 Azië en Stille Oceaan (Singapore) ap-southeast-1 Azië en Stille Oceaan (Seoul) ap-northeast-2 Azië en Stille Oceaan (Sydney) ap-southeast-2 Azië en Stille Oceaan (Melbourne) ap-southeast-4 Als u via een firewall gegevens wilt opvragen bij gegevensverbindingen moet u de onderliggende IP-adressen voor uw regio toevoegen aan uw acceptatielijst. Ga voor meer informatie naar Domeinnamen en IP-adressen op de acceptatielijst plaatsen.
-
Klik op Voltooien. U wordt omgeleid naar de hub.
De tenant configureren
Een aliasnaam voor de tenant definiëren
U kunt een alias voor een tenant definiëren om gebruikers twee opties te bieden om naar de tenant te navigeren. De originele tenantnaam wordt toegewezen zodra de serviceaccounteigenaar (SAO) uw account heeft ingesteld. Op elk moment kan een alias worden geconfigureerd die uw bedrijf beter vertegenwoordigd.
- Een tenantbeheerder kan de Aliashostnaam bijwerken en dan met behulp van de nieuwe alias inloggen.InformatieGebruikers die de originale tenantalias als bladwijzer hebben opgeslagen moeten hun bladwijzers bijwerken als de tenantalias is gewijzigd. Gebruikers moeten van de nieuwe tenantalias op de hoogte worden gesteld.
- Een tenantbeheerder kan de Aliashostnaam verwijderen.
- Een tenantbeheerder kan de Weergavenaam bijwerken.
Voer de volgende stappen uit om de tenantalias te configureren of te wijzigen:
- Log in bij de tenant met de originele hostnaam.
- Ga naar de Beheerconsole.
- Navigeer naar Configuratie > Instellingen.
- Voer onder Tenant de Aliashostnaam in.
- Voeg eventueel een Weergavenaam toe.
- Navigeer naar de aliashostnaam en meld u aan om te controleren of de tenant werkt in combinatie met het alias.
Een nieuwe identiteitsproviderconfiguratie maken
Om de migratie te vereenvoudigen wordt sterk aanbevolen om uw eigen IdP te gebruiken, en groepen te maken als u IdP gaat configureren.
Het maken van een nieuwe identiteitsproviderconfiguratie wordt hier beschreven: Een nieuwe identiteitsproviderconfiguratie maken
Wanneer deze is ingesteld, probeert u een ruimte te maken en groepen als leden toe te wijzen.
Gebruikersrechten toewijzen
In de Beheerconsole, onder Instellingen > Rechten, schakelt u dynamische toewijzing van Professional- en Analyzer-rechten in.
Een SMTP-server instellen
In de Beheerconsole, onder Instellingen > E-mailserver, configureert u e-mailondersteuning, zie: E-mailondersteuning configureren.
Documenten publiceren van QlikView 12 naar Qlik Cloud
Documenten publiceren vanuit uw QlikView 12-omgeving naar de cloud is een goed begin voor uw Qlik Cloud-traject, ongeacht wat uw plannen op de lange termijn zijn. U kunt snel aan de gang met apps en de nieuwe Qlik Cloud-omgeving verkennen. De gepubliceerde documenten zijn nog steeds QlikView 12-documenten en zijn niet werkelijk gemigreerd.
Wanneer u een QlikView 12-document publiceert in Qlik Cloud, wordt de toegang en het gebruik ervan afgehandeld in de Qlik Cloud. De toegang wordt beheerd door de Qlik Cloud-beheerder. Gebruikers kunnen werkbladen openen en selecties maken in objecten, maar ze kunnen geen nieuwe werkbladen of objecten maken.
Gemigreerde documenten zijn niet afhankelijk van het bijbehorende document in QlikView 12. Of en wanneer u besluit om documenten naar Qlik Cloud te migreren, moet u het gepubliceerde documenten van Qlik Cloud verwijderen en in plaats daarvan met de gemigreerde apps werken. Het verwijderproces is eenvoudig.