De Qlik Cloud-tenant implementeren
Bij het migreren naar Qlik Cloud wordt aanbevolen om eerst Qlik Cloud te implementeren en apps te distribueren van Qlik Sense met clientbeheer naar Qlik Cloud zodat ze gebruikt kunnen worden. Gedistribueerde apps zijn on-premises en in de cloud aanwezig en ondersteunen de analyse in beide omgevingen.
Als we aannemen dat u al een Qlik Sense met clientbeheer-implementatie hebt, moet u Qlik Cloud maken en configureren. Qlik Cloud is een cloudoplossing voor bedrijven voor het hosten van afzonderlijke of multicloud Qlik Sense Enterprise SaaS-implementaties.
De tenant maken
Als u nog geen abonnement hebt voor Qlik Sense Enterprise SaaS, ga dan naar Qlik.com | Contact met verkoop en vul het aanvraagformulier in. Een van de Qlik-vertegenwoordigers in uw regio neemt contact met u op. Zodra uw account is ingesteld, ontvangt u een uitnodigingsmail om een tenant te maken.
Stappen om uw tenant in te stellen
Nadat u uw welkomstmail hebt ontvangen, kunt u zich aanmelden om uw account te activeren.
1. Activeer uw account en start met het aanmaken van de tenant
Doe het volgende:
- Klik in de welkomstmail van Qlik op de knop Aan de slag.
- Op de pagina Uw account instellen stelt u een wachtwoord in via Wachtwoord maken.
-
Ga akkoord met de algemene voorwaarden van Qlik door het selectievakje aan te vinken en op Volgende te klikken.
2. Kies uw regio
Selecteer op de pagina Bijna klaar de regio voor uw tenant. De regio die u kiest zal deel uitmaken van de URL van uw tenant en kan niet meer gewijzigd worden nadat de installatie voltooid is. Door de juiste regio te kiezen om uw gegevens op te slaan, krijgt u de beste prestaties. Er wordt een standaardregio geselecteerd op basis van uw locatie, maar u kunt indien nodig een andere regio kiezen.
Doe het volgende:
- Selecteer uw regio.
-
Klik op Voltooien om het instellen van de tenant te voltooien.
De volgende regio's zijn beschikbaar:
| Regionaam | Regiocode | Back-upregionaam | Back-upregiocode |
|---|---|---|---|
| VS - oost (Northern Virginia) | us-east-1 | VS - oost (Ohio) | us-east-2 |
| Europa (Ierland) | eu-west-1 | Europa (Spanje) | eu-south-2 |
| Europa (Londen) | eu-west-2 | Europa (Spanje) | eu-south-2 |
| Europa (Frankfurt) | eu-central-1 | Europa (Milaan) | eu-south-1 |
| Europa (Zweden) | eu-north-1 | n.v.t. | n.v.t. |
| Azië en Stille Oceaan (Singapore) | ap-southeast-1 | Azië en Stille Oceaan (Seoul) | ap-northeast-2 |
| Azië en Stille Oceaan (Sydney) | ap-southeast-2 | Azië en Stille Oceaan (Melbourne) | ap-southeast-4 |
| Japan (Tokio) | ap-northeast-1 | Japan (Osaka) | ap-northeast-3 |
| India (Mumbai) | ap-south-1 | India (Hyderabad) | ap-south-2 |
| Midden-Oosten (Verenigde Arabische Emiraten) | me-central-1 | n.v.t. | n.v.t. |
| Israël | il-central-1 | n.v.t. | n.v.t. |
| Frankrijk | eu-west-3 | n.v.t. | n.v.t. |
Belangrijke informatie
-
Als u via een firewall gegevens wilt opvragen bij gegevensverbindingen moet u de onderliggende IP-adressen voor uw regio toevoegen aan uw acceptatielijst. Ga voor meer informatie naar Domeinnamen en IP-adressen op de acceptatielijst plaatsen.
-
Tenants met anonieme toegang kunnen alleen worden gemaakt in de regio Zweden. Als u geen tenant met anonieme toegang maakt, kunt u de regio Zweden niet selecteren.
-
Voor OEM- en Enterprise-implementaties voor extern gebruik moet elke eindklant in hun eigen Qlik Cloudtenant worden geïmplementeerd.
WaarschuwingAls u één tenant gebruikt voor alle eindklanten ziet een gebruiker mogelijk alle andere gebruikers binnen dezelfde tenant - dergelijke zichtbaarheid omvat (maar is niet beperkt tot): gebruikersnamen, e-mailadressen en de houder van de gebruiker, wat een unieke tekenreeks is die wordt gebruikt om de gebruiker te identitificeren die is geleverd aan Qlik Cloud door de geconfigureerde identiteitsprovider. -
Er zit een limiet aan het aantal tenants dat u kunt aanmaken in een regio. Neem contact op met de verkoopafdeling van Qlik om uw gebruikersaccount te beheren.
De tenant configureren
Een aliasnaam voor de tenant definiëren
U kunt een alias voor een tenant definiëren om gebruikers twee opties te bieden om naar de tenant te navigeren. De originele tenantnaam wordt toegewezen zodra de serviceaccounteigenaar (SAO) uw account heeft ingesteld. Op elk moment kan een alias worden geconfigureerd die uw bedrijf beter vertegenwoordigd.
- Een tenantbeheerder kan de Aliashostnaam bijwerken en dan met behulp van de nieuwe alias inloggen.InformatieGebruikers die de originale tenantalias als bladwijzer hebben opgeslagen moeten hun bladwijzers bijwerken als de tenantalias is gewijzigd. Gebruikers moeten van de nieuwe tenantalias op de hoogte worden gesteld.
- Een tenantbeheerder kan de Aliashostnaam verwijderen.
- Een tenantbeheerder kan de Weergavenaam bijwerken.
Voer de volgende stappen uit om de tenantalias te configureren of te wijzigen:
- Log in bij de tenant met de originele hostnaam.
- Ga naar het Beheer-activiteitencentrum.
- Navigeer naar Configuratie > Instellingen.
- Voer onder Tenant de Aliashostnaam in.
- Voeg eventueel een Weergavenaam toe.
- Navigeer naar de aliashostnaam en meld u aan om te controleren of de tenant werkt in combinatie met het alias.
Een nieuwe identiteitsproviderconfiguratie maken
Om de migratie te vereenvoudigen wordt sterk aanbevolen om uw eigen IdP te gebruiken, en groepen te maken als u IdP gaat configureren.
Het maken van een nieuwe identiteitsproviderconfiguratie wordt hier beschreven: Een nieuwe identiteitsproviderconfiguratie maken
Wanneer deze is ingesteld, probeert u een ruimte te maken en groepen als leden toe te wijzen.
Gebruikersrechten toewijzen
In het Beheer-activiteitencentrum, onder Instellingen > Rechten, schakelt u dynamische toewijzing van Professional- en Analyzer-rechten in.
Een SMTP-server instellen
In het Beheer-activiteitencentrum, onder Instellingen > E-mailserver, configureert u e-mailondersteuning, zie: E-mailondersteuning configureren.
Apps distribueren vanuit Qlik Sense met clientbeheer naar Qlik Cloud
Apps distribueren van uw Qlik Sense met clientbeheer-omgeving naar de cloud is een goed begin voor uw Qlik Cloud-traject, ongeacht wat uw plannen op de lange termijn zijn. U kunt snel aan de gang met apps en de nieuwe Qlik Cloud-omgeving verkennen. Als beperkingen u tegenhouden bij het uitvoeren van een migratie, of u wilt evalueren wat Qlik Cloud te bieden heeft, dan is deze stap op korte termijn voldoende. De gedistribueerde apps worden niet werkelijk gemigreerd. Ze zijn gekoppeld aan de bronapp in Qlik Sense met clientbeheer ladingen in de bronapp worden standaard doorgegeven aan de Qlik Cloud-app. Gemigreerde apps zijn niet afhankelijk van de bijbehorende app in Qlik Sense met clientbeheer. Of en wanneer u besluit om apps naar uw cloudomgeving te migreren, moet u de gedistribueerde apps van de cloudomgeving verwijderen en in plaats daarvan met de gemigreerde apps werken. Het verwijderproces is eenvoudig.
Als u apps publiceert naar streams in Qlik Sense met clientbeheer, kunt u ze ook distribueren naar uw Qlik Cloud om ze te gebruiken.
Zie: Apps distribueren naar Qlik Cloud
Vereisten voor het distribueren van apps naar de cloud
De hoofdbestanddelen van een multicloud implementatie zijn:
-
Qlik Sense met clientbeheer, on-premises geïmplementeerd
-
Qlik Cloud, geïmplementeerd naar een door Qlik beheerde cloudinfrastructuur
Als deze twee componenten zijn geïmplementeerd, kunt u uw multicloud implementatie configureren en apps die zijn gemaakt in Qlik Sense met clientbeheer distribueren naar de cloud voor gebruik.