Apps distribueren naar Qlik Cloud

Als u apps publiceert naar streams in Qlik Sense met clientbeheer, wilt u mogelijk de apps ook distribueren naar uw implementatie van Qlik Cloud. Door configuraties te maken in Qlik Sense met clientbeheer en in uw cloudtenant, kunt u de distributie naar de cloud automatisch instellen zodat apps automatisch worden gedistribueerd naar uw implementatie van Qlik Cloud als u apps publiceert naar een stream.

Gedistribueerde apps in Qlik Cloud

Wanneer een app in Client-Managed Qlik Sense wordt gedistribueerd, wordt een kopie van de app beschikbaar gemaakt in een beheerde ruimte in de Qlik Cloud-tenant.

In Qlik Cloud functioneert de app op dezelfde manier als een app die is gepubliceerd naar een beheerde ruimte, met de volgende uitzondering:

• Gegevensmodelviewer is niet zichtbaar voor iedereen die de app opent. Dit geldt ook voor gebruikers met de rollen Eigenaar en Kan beheren in de beheerde ruimte.

Nadat de app is gedistribueerd naar Qlik Cloud, is de app nu Klaargezet en klaar om beschikbaar gemaakt te worden voor gebruikers. Tenant- en analysebeheerders maken de app beschikbaar door een ruimte voor de app in te stellen in het Beheer-activiteitencentrum. Voor meer informatie raadpleegt u De ruimte instellen voor klaargezette apps.

Vereisten

Als u een app wilt distribueren vanuit Client-Managed Qlik Sense naar Qlik Cloud, moet u het volgende doen:

• Qlik Cloud Tenant:
• Een licentie voor multi-cloud. Een van het volgende
  • Dezelfde ondertekende licentiesleutel voor Qlik Sense Enterprise on Windows en Qlik Cloud.

  • Verschillende ondertekende licentiesleutels, waarbij voor de Qlik Sense Enterprise on Windows-licentie cloudkenmerken zijn ingeschakeld.

Configuraties

Hieronder volgt een uitgebreide beschrijving van de configuratiestappen.

1. Zet een implementatie op in de Qlik Beheerconsole (QMC) van uw Qlik Sense Enterprise on Windows-server.

2. Maak in de tenant een configuratie voor een multi-cloud identiteitsprovider.

3. Maak het distributiebeleid in de QMC.

Een implementatie opzetten

Doe het volgende:

1. Vanaf de QMC-startpagina opent u Clouddistributie.

2. Klik op Implementaties opzetten.

3. Klik in de linkerbenedenhoek op Nieuwe instellen.

4. Voer een implementatienaam in.

   U gebruikt deze naam in het distributiebeleid.

5. Voer het API-eindpunt, oftewel uw tenantadres, in.

   Bijvoorbeeld: https://my-tenant.eu.qlikcloud.com.

6. Voor Audience (Doelgroep), voert u qlik.api in

7. Selecteer Lokaal bearer-token gebruiken.

   InformatieAls u een lokale bearer-token gebruikt, wordt de installatie vereenvoudigt. Als u deze niet gebruikt, moet u de Client-ID, het Clientgeheim en het Token-eindpunt invoeren.

8. Klik op Kopiëren naar klembord.

   U hebt het lokale bearer-token nodig bij de configuratie van de identiteitsprovider.

9. Klik op Toepassen.

De identiteitsproviderconfiguratie maken

Doe het volgende:

1. Open het Beheer-activiteitencentrum in uw Qlik Cloud-tenant en selecteer Identiteitsprovider in het linkermenu.

2. Klik op Nieuw maken.

   Het venster Identiteitsproviderconfiguratie maken wordt geopend.

3. Onder Type, selecteert u Multi-cloud.

4. Voer desgewenst een beschrijving in.

5. In het venster Lokaal bearer-token plakt u de token die u hebt gekopieerd tijdens het instellen van de implementatie.

Het distributiebeleid maken

Het distributiebeleid wordt gebruikt om te bepalen of een gepubliceerde app kan worden gedistribueerd naar een of meer van de implementaties in Qlik Cloud. Alleen gepubliceerde apps kunnen worden gedistribueerd.

Doe het volgende:

1. In de QMC of Qlik Sense Enterprise on Windows, opent u de sectie Clouddistributie en selecteert u Distributiebeleid.

2. Klik op Nieuwe maken.

3. In de lijst Regel maken op basis van sjabloon, selecteert u Distribution_App.

4. Geef het distributiebeleid een naam.

5. Onder Basis moet u controleren of de waarde van het bronfilter App_* is en de actie Distribueren is geselecteerd.

6. In de editor voor regels behoudt u de waarden onderwerp, naam, = en waarde. In het laatste veld hoeft u alleen de naam in te voeren van de implementatie die u eerder hebt gemaakt (in Een implementatie opzetten). Laten we er even vanuit gaan dat de naam deployment is.

   Het venster Voorwaarden in de sectie Geavanceerd moet dan de volgende tekenreeks bevatten: ((subject.name="deployment")).

7. Klik op Regel valideren.

   De syntaxis van de regel wordt gecontroleerd en als deze klopt, wordt er een bevestiging weergegeven.

8. Klik op Toevoegen om de regel op te slaan.

Dit is een eenvoudig voorbeeld van een app-distributie waarbij alle apps die worden gepubliceerd naar een stream ook worden gedistribueerd naar uw Qlik Cloud-tenant. Als u aangepaste eigenschappen gebruikt, kunt u meer gedetailleerde regels voor app-distributie maken, zie hiervoor Distributiebeleid - voorbeeld (alleen in het Engels).