Tabellabels
U kunt een tabel van een label voorzien zodat u er later naar kunt verwijzen, bijvoorbeeld in een LOAD-opdracht met een resident-clausule of met uitdrukkingen met een peek-functie. Het label, dat uit een willekeurige tekenreeks van cijfers of letters mag bestaan, moet voorafgaan aan de eerste LOAD- of SELECT-opdracht waarmee de invoertabel wordt gemaakt. Na het label komt een dubbele punt ":".
Labels waarin spaties voorkomen, moeten tussen enkele of dubbele aanhalingstekens staan.
Voorbeeld 1:
Table1:
LOAD a,b from c.csv;
LOAD x,y from d.csv where x=peek('a',y,'Table1');
Voorbeeld 2: Tabellabel met een spatie
[All Transactions]:
SELECT * from Transtable;
LOAD Month, sum(Sales) resident [All Transactions] group by Month;