Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Een interactieve SAML IdP-configuratie maken

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u de instellingen van de identiteitsprovider configureert in Qlik Cloud.

Configuraties aan de kant van de identiteitsprovider

Naast de configuratie in Qlik Cloud, moet u ook configuraties uitvoeren aan de kant van de de identiteitsprovider. Raadpleeg de volgende onderwerpen voor een overzicht:

Configuratie in Qlik Cloud

Tenantbeheerders kunnen nieuwe IdP-configuraties maken.

InformatieU kunt slechts één interactieve IdP tegelijkertijd hebben. Als u al een actieve IdP hebt, moet u deze eerst deactiveren voordat u de nieuwe IdP kunt activeren. Ga voor meer informatie naar Zakelijke identiteitsprovider wijzigen.

Doe het volgende:

  1. In het Beheer-activiteitencentrum gaat u naar Identiteitsprovider en klikt u op Nieuwe maken.

  2. Voor Type selecteert u SAML.

  3. Selecteer voor Provider een identiteitsprovider in de lijst of kies Algemeen als uw specifieke provider niet wordt weergegeven.

  4. Geef eventueel een beschrijving voor de IdP-configuratie op.

  5. Onder Configuratie hebt u de optie om de SAML XML-metagegevens te uploaden vanuit uw identiteitsprovider of om handmatig de afzonderlijke waarden in te voeren.

    Voer een van de volgende handelingen uit:

    1. Selecteer IdP-metagegevens gebruiken.

    2. Klik op Bestand uploaden onder SAML IdP-metagegevens en kies het bestand dat de metagegevens van uw identiteitsprovider bevat. Als de metagegevens van uw identiteitsprovider niet beschikbaar zijn als bestand, kunt u de metagegevens direct kopiëren en plakken in het veld IdP-metagegevens.

    of

    1. Klik op Bestand uploaden onder Handtekeningcertificaten om het certificaatbestand te uploaden.
      Dit is het certificaat dat door de identiteitsprovider wordt gebruikt om de SAML-asserties te verzenden naar Qlik Cloud.

    2. Geef de entiteits-id van uw identiteitsprovider op.

    3. Geef de URL voor eenmalige aanmelding op.

      Dit is het eindpunt waar de aanvragen voor SAML-authenticatie naartoe worden gezonden. Het is de URL waarnaar de gebruiker wordt omgeleid voor authenticatie.

    4. Selecteer een Indeling naam id.

    Configuratie met behulp van metagegevens en handmatige configuratie.

    Configuratiedeelvensters met en zonder het gebruik van IdP-metagegevens.
  6. Selecteer optioneel IdP geïnitieerde aanmelding inschakelen.

    De standaard aanmeldprocedure is dat de gebruiker eerst naar Qlik Cloud gaat en vervolgens wordt omgeleid naar de IdP voor authenticatie. Schakel IdP geïnitieerde aanmelding in als u wilt dat de gebruiker zich eerst aanmeldt bij de indentiteitsprovider en vervolgens wordt omgeleid naar Qlik Cloud.

  7. Wijzig de velden onder Claimstoewijzing of behoud de standaardwaarden.

    Claimstoewijzingen definiëren hoe gebruikerskenmerken van uw identiteitsprovider worden gekoppeld aan velden in het Qlik Cloud-gebruikersmodel. Toewijzingen zijn beschikbaar voor sub, naam, e-mail, groepen, en afbeeldingen. Wijzig de waarden op basis van de behoefte van uw organistie en de kenmerken van uw identiteitsprovider.

    Informatie
    • In de invoervelden kunt u meerdere opzoekwaarden invoeren, van elkaar gescheiden door een komma. De eerst gevonden niet-nullwaarde wordt gebruikt.

    • De groepsclaim is nodig om groepen te kunnen ontvangen. Houd er rekening mee dat geneste groepen niet worden ondersteund in Microsoft Entra ID.

  8. Configureer optioneel URI voor omleiding na afmelding onder Geavanceerde opties.

    Dit wordt gebruikt om een gebruiker na het afmelden om te leiden naar een gedefinieerde URI. Raadpleeg De URI voor omleiding na afmelding gebruiken voor een voorbeeld van het gebruik van de URI voor omleiding na afmelding.

  9. Klik op Maken.

    Er verschijnt een bevestigingsvenster met de optie om de IdP-configuratie te valideren.

    De metagegevens en het handtekeningcertificaat van de SAML-serviceprovider zijn pas beschikbaar na het maken van de IdP-configuratie. Als u deze gegevens nodig hebt voor het instellen van de identiteitsprovider, kunt u de IdP eerst maken zonder te valideren en de validatie pas uitvoeren nadat de configuratie van uw identiteitsprovider is voltooid.

    • Om het valideren nu uit te voeren, selecteert u IdP valideren en klikt u op Maken. Hierdoor wordt het validatieproces uitgevoerd. Volg de stappen in de validatiewizard om een aanmelding uit te voeren en te bevestigen dat de gegevens van het gebruikersprofiel geldig zijn.

    • Als u er de voorkeur aan geeft om de configuratie te maken en later te valideren, schakelt u het selectievakje IdP valideren uit en klikt u op Maken. U kunt de validatie later uitvoeren door in uw IdP-configuratie te klikken op Meer en Valideren te selecteren.

    De IdP-configuratie valideren en maken.

    Besvestigingsvenster met optie IdP valideren geselecteerd

De metagegevens van de serviceprovider uploaden naar uw identiteitsprovider.

Doe het volgende:

  1. Klik in het Beheer-activiteitencentrum van uw nieuw gemaakt IdP-configuratie op Meer en selecteer Providerconfiguratie weergeven.

    Een dialoogvenster toont de metagegevens van de serviceprovider en de URL naar het metagegevens-eindpunt.

    Metagegevens van serviceprovider.

    Besvestigingsvenster met optie IdP valideren geselecteerd
  2. Afhankelijk van de setup van uw identiteitsprovider downloadt u de metagegevens of kopieert u de URL en bewaart u deze voor later gebruik. Download indien nodig het handtekeningcertificaatbestand. Klik op Gereed.

  3. Geef in uw identiteitsprovider de metagegevens van de serviceprovider op. Zorg dat u de volgende vereiste instellingen configureert:

    • De URL van de Assertion Consumer Service (ACS). Dit is waar de identiteitsprovider de SAML-asserties na de authenticatie naartoe verzendt.

    • Entiteits-id van de serviceprovider.

    • Het certificaat voor het valideren van authenticatie-aanvragen. Dit wordt gebruikt door de identiteitsprovider om de authenticiteit van de serviceprovider te verifiëren.

  4. Nadat de configuratie van uw identiteitsprovider is voltooid, kunt u uw IdP-configuratie valideren in het Beheer-activiteitencentrum. Klik in uw configuratie op Meer en selecteer Valideren. Volg de stappen in de validatiewizard om een aanmelding uit te voeren en te verifiëren dat de gegevens van het gebruikersprofiel juist zijn.

Geavanceerde opties

De geavanceerde opties bieden extra mogelijkheden voor bepaalde identiteitsproviders.

URI voor omleiding na afmelding

Gebruik dit veld om een URI op te geven waar gebruikers na het afmelden naar gebruikers worden omgeleid. Zie De URI voor omleiding na afmelding gebruiken voor volledige instructies.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!