class - script- en diagramfunctie
De functie class wijst de eerste parameter toe aan een klasse-interval. Het resultaat is een duale waarde met a<=x<b als de tekstwaarde, waarbij a en b de boven- en ondergrens van het bereik zijn, en met de ondergrens als numerieke waarde.
Syntaxis:
class(expression, interval [ , label [ , offset ]])
Argumenten:
Argument | Beschrijving |
---|---|
interval | Een getal dat de bin-breedte aanduidt. |
label | Een willekeurige tekenreeks die de 'x' in de resultaattekst kan vervangen. |
offset | Een getal die kan worden gebruikt als verschil met het standaardbeginpunt van de classificatie. Het standaardbeginpunt is meestal 0. |
Voorbeelden:
Voorbeeld | Resultaat |
---|---|
class( var,10 ) met var = 23 | retourneert '20<=x<30' |
class( var,5,'value' ) met var = 23 | retourneert '20<= value <25' |
class( var,10,'x',5 ) met var = 23 | retourneert '15<=x<25' |
In sommige voorbeelden in dit onderwerp worden inline loads gebruikt. Ga voor meer informatie naar Inline-ladingen gebruiken om gegevens te laden.