Voorwaardenfuncties

De functie alt retourneert de eerste parameter waaraan een geldige numerieke waarde kan worden toegewezen. Als deze niet wordt gevonden, wordt de laatste parameter geretourneerd. U kunt een willekeurig aantal parameters gebruiken.

alt(case1[ , case2 , case3 , ...] , else)

De functie class wijst de eerste parameter toe aan een klasse-interval. Het resultaat is een duale waarde met a<=x<b als de tekstwaarde, waarbij a en b de boven- en ondergrens van het bereik zijn, en met de ondergrens als numerieke waarde.

class(expression, interval [ , label [ , offset ]])

De functie if retourneert een waarde afhankelijk van het feit of de opgegeven voorwaarde wordt geëvalueerd als True of False.

if(condition , then , else)

De functie match vergelijkt de eerste parameter met alle volgende parameters en retourneert het aantal overeenkomende uitdrukkingen. De vergelijking is hoofdlettergevoelig.

match( str, expr1 [ , expr2,...exprN ])

De functie mixmatch vergelijkt de eerste parameter met alle volgende parameters en retourneert het aantal overeenkomende uitdrukkingen. De vergelijking is niet hoofdlettergevoelig.

mixmatch( str, expr1 [ , expr2,...exprN ])

De functie pick retourneert de n-de uitdrukking in de lijst.

pick(n, expr1[ , expr2,...exprN])

De functie wildmatch vergelijkt de eerste parameter met alle volgende parameters en retourneert het aantal overeenkomende uitdrukkingen. Bij deze functie mogen jokertekens ( * en ?) worden gebruikt in de tekenreeksen die worden vergeleken. De vergelijking is niet hoofdlettergevoelig.

wildmatch( str, expr1 [ , expr2,...exprN ])