Ga naar hoofdinhoud

Scriptopdrachten en sleutelwoorden

Het QlikView-script bestaat uit een aantal opdrachten. Een opdracht kan een normale scriptopdracht of een scriptbesturingsopdracht zijn. Bepaalde opdrachten kunnen worden voorafgegaan door prefixen.

Normale opdrachten worden over het algemeen gebruikt om gegevens op een bepaalde manier te manipuleren. Deze opdrachten kunnen worden geschreven op een willekeurig aantal regels in het script en moeten altijd worden afgesloten met een puntkomma (;).

Besturingsopdrachten worden gebruikt om het verloop van de scriptuitvoering te besturen. Elke zin van een besturingsopdracht moet op één scriptregel blijven en kan worden afgesloten met een puntkomma of een regeleinde.

Prefixen kunnen worden toegevoegd aan normale opdrachten, maar nooit aan besturingsopdrachten. De prefixen when en unless kunnen wel als suffix bij enkele specifieke clausules van besturingsopdrachten worden gebruikt.

In de volgende sectie vindt u een alfabetisch overzicht van alle scriptopdrachten, besturingsopdrachten en prefixen.

Bij het typen van sleutelwoorden in het script kunt u elke combinatie van hoofdletters en kleine letters gebruiken. Gebruikte namen van velden en variabelen in de opdrachten zijn echter hoofdlettergevoelig.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!

Neem deel aan het Analytics Modernization Program

Remove banner from view

Moderniseer zonder uw waardevolle QlikView-apps op het spel te zetten met het Analytics Modernization Program. Klik hier voor meer informatie of om contact op te nemen: ampquestions@qlik.com