Plannen maken

Plans in de Qlik Analytics Migration Tool definiëren de configuratie voor het selecteren en transformeren van inhoud tijdens de migratie. Plannen bepalen welke objecten – zoals apps, streams, gebruikers en verbindingen – worden opgenomen en hoe ze worden toegewezen aan de doelomgeving in Qlik Cloud.

Meerdere plannen worden verwacht als onderdeel van een migratie-initiatief. Elk plan dient doorgaans een specifieke bedrijfsstream, afdeling of migratiefase, en wordt later door een of meer Projecten gebruikt om migratiestappen uit te voeren.

Deze pagina bevat instructies voor het maken van een nieuw plan en het configureren van de instellingen en inhoud ervan.

1. Een nieuw plan maken

Doe het volgende:

1. Navigeer naar het tabblad Plans in de hoofdnavigatiestaaf.
2. Klik op de knop Create New aan de rechterkant van de interface.
3. Voer een Plan Name in het invoerveld in. Dit wordt gebruikt om het plan in toekomstige configuraties te identificeren.

2. Qlik-verbindingen configureren

Plannen vereisen een bron- en doelverbinding.

• Source Connection — Een Qlik Sense Client-Managed of QlikView omgeving
• Target Connection — Een Qlik Cloud-tenant

Gebruik de opgegeven vervolgkeuzelijsten om de juiste bron- en doelverbindingen voor het plan te selecteren. Deze moeten van tevoren worden gemaakt. Zie Verbindingen beheren voor meer informatie.

3. Optionele planinstellingen

Naamwijzigingen voor ruimten

U kunt een voorvoegsel of achtervoegsel toepassen op alle gedeelde ruimten die in het plan zijn opgenomen. Dit is nuttig voor naamgevingsconventies of het onderscheiden van omgevingen.

Bijvoorbeeld: 'DEV_\ als voorvoegsel voor gedeelde ruimten zal ertoe leiden dat een ruimte met de naam Finance standaard DEV_Finance wordt.

E-mailtoewijzing van gebruikers

Gebruik User Email Mapping om standaardtoewijzingen op domeinniveau toe te passen bij het migreren van gebruikers van Qlik Sense Client-Managed naar Qlik Cloud.

U kunt meerdere directory-naar-domein-toewijzingen definiëren. Bijvoorbeeld:

• Qlik Sense Client-Managed-domein: CORP (gebruikers verschijnen als CORP\jane)
• Qlik Cloud-domein: corp.com (gebruikers moeten worden omgezet als jane@corp.com)

Deze toewijzingen worden automatisch toegepast op alle gemigreerde gebruikersrecords in het plan.

4. Objecten ophalen

Nadat de verbindingen en optionele instellingen zijn geconfigureerd, klikt u op Retrieve all objects. Dit start API-aanroepen om inhoud op te halen uit de bron- en doelomgevingen, waaronder:

• Gebruikers
• Apps
• Streams
• Gegevensverbindingen
• NPrinting-rapporten (indien van toepassing)

5. Strategieën voor het ophalen van objecten

Er zijn twee methoden beschikbaar voor het ophalen van objecten in het plan: Bulk Retrieval en Selective Retrieval.

Bulkophaling

• Haalt alle objecttypen op in één enkel proces.
• Geschikt voor kleinere omgevingen waar de prestatie-impact minimaal is.
• Omvat gebruikers, apps, streams en andere ondersteunde bedrijfsmiddelen.

Selectief ophalen

• Haalt één enkel objecttype tegelijk op.
• Maakt filtering vóór het ophalen mogelijk met behulp van querylogica (bijv. name sw 'Finance').
• Ondersteunt iteratieve, cumulatieve selectie.

Selectief ophalen heeft de voorkeur in grote omgevingen met duizenden bedrijfsmiddelen, omdat het meer controle biedt en de belasting van het bronsysteem minimaliseert.

6. Objectconfiguratie

Na het ophalen worden objecten weergegeven in tabellen met dubbele weergave:

• Qlik Sense Client-Managed View
  Toont metagegevens uit de bronomgeving (bijv. App-naam, Stream, Eigenaar).
• Qlik Cloud View
  Toont de configuratie zoals deze na de migratie in Qlik Cloud zal verschijnen.

Objecten kunnen worden geconfigureerd door over te schakelen naar Cloud View en op de Edit knop in elke rij te klikken. Velden zoals ruimtenaam, app-naam, eigenaar en andere worden bewerkbaar.

Gebruik de Save knop om wijzigingen op te slaan of Cancel om niet-opgeslagen bewerkingen ongedaan te maken.

7. Knopinfo en ondersteuning voor metagegevens

Voor opheldering van een veld of kolom in beide weergaven, beweeg de muisaanwijzer over de kolomkop om knopinfo weer te geven. Knopinfo biedt nuttige beschrijvingen en voorbeelden om de configuratie te begeleiden.

8. Het plan maken en opslaan

Nadat de configuratie is voltooid:

1. Klik op de Create Plan knop om de eerste versie van het plan op te slaan.
2. Na de eerste aanmaak worden volgende wijzigingen automatisch opgeslagen.

9. Aanmaak verifiëren

Na het succesvol aanmaken van het plan verschijnt er een succesmelding. Het plan wordt weergegeven in de tabel Plannen voor toekomstige raadpleging of updates.

Het plan kan nu worden gekoppeld aan een Project en worden gebruikt in een of meer Jobs om de migratie uit te voeren.