Variance Waterfall (Variatie-watervalgrafiek)

U kunt de Variance Waterfall-diagram gebruiken om de variatie tussen twee metingen te tonen over de verschillende waarden van een dimensie. De Variance Waterfall Chart is inbegrepen in de Visualization Bundle.

U moet twee metingen gebruiken, een beginwaarde en eindwaarde, en één overbruggingsdimensie.

Een Variance Waterfall Chart maken

U kunt een Variance Waterfall-diagram maken op het werkblad dat u aan het bewerken bent.

Doe het volgende:

1. Open Aangepaste objecten > Visualization bundle in het bedrijfsmiddelenvenster en sleep een Variance waterfall-object naar het werkblad.

2. Klik op de knop Dimensie toevoegen en selecteer de overbruggingsdimensie.

3. Klik op de eerste knop Meting toevoegen om de meting te selecteren die als beginwaarde moet worden gebruikt.
4. Klik op de tweede knop Meting toevoegen om de meting te selecteren die als eindwaarde moet worden gebruikt.

De Variance Waterfall Chart wordt nu weergegeven met één staaf voor de beginwaardemeting en één staaf voor de eindwaardemeting. Tussen de metingstaven ziet u de variatie voor elke waarde van de overbruggingsdimensie.

Het uiterlijk van het diagram wijzigen

U kunt het uiterlijk van uw diagram wijzigen.

Labels

U kunt waardelabels uitschakelen door Uiterlijk > Presentatie > Waardelabels in te stellen op Uit.

Legenda

U kunt de legendalabels aanpassen door Uiterlijk > Presentatie > Labels in te stellen op Aangepast. U kunt aangepaste tekst instellen voor de volgende legendalabels:

• Beginwaarde (Beginwaarde)
• Eindwaarde (Eindwaarde)
• Positieve variatie (Positief label)
• Negatieve variatie (Negatief label)

U kunt ook de legenda verbergen door Uiterlijk > Kleuren en legenda > Legenda tonen in te stellen op Uit of de positie van de legenda te wijzigen met Uiterlijk > Kleuren en legenda > Legendapositie.

Gebruik het stijlvenster om het uiterlijk verder naar wens aan te passen

Er zijn een aantal stijlopties beschikbaar onder Uiterlijk in het eigenschappenvenster.

Klik op Stijlen onder Uiterlijk > Presentatie om de stijl van het diagram verder aan te passen. U kunt uw stijlen resetten door te klikken op naast elke sectie. Als u op Alles opnieuw instellen klikt, worden de stijlen voor alle beschikbare tabbladen in het stijlvenster opnieuw ingesteld.

Raadpleeg Aangepaste stijl toepassen op een visualisatie voor algemene informatie over het stijlen van een afzonderlijke visualisatie.

De tekst aanpassen

U kunt de tekst voor de titel, subtitel en voetnoot instellen onder Uiterlijk > Algemeen. Schakel Titels tonen uit als u deze elementen wilt verbergen.

De zichtbaarheid van de verschillende labels in het diagram is afhankelijk van diagramspecifieke instellingen en labelweergave-opties. Deze kunnen worden geconfigureerd in het eigenschappenvenster.

U kunt de stijl van de tekst bepalen die in het diagram verschijnt.

Doe het volgende:

1. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

2. Onder Uiterlijk > Presentatie klikt u op Stijlen.

3. Stel op het tabblad Algemeen het lettertype, de nadrukstijl, de grootte en de kleur in voor de volgende tekstelementen:

   • Titel

   • Ondertitel

   • Voetnoot

De achtergrond aanpassen

U kunt de achtergrond van het diagram aanpassen. De achtergrond kan worden ingesteld met een kleur en afbeelding.

Doe het volgende:

1. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

2. Onder Uiterlijk > Presentatie klikt u op Stijlen.

3. Op het tabblad Algemeen van het stijlvenster kunt u een achtergrondkleur (enkele kleur of uitdrukking) selecteren. U kunt de achtergrond ook instellen op een afbeelding uit uw mediabibliotheek of van een URL.

   Als u een achtergrondkleur gebruikt, kunt u de schuifregelaar gebruiken om de mate van transparantie van de achtergrond aan te passen.

   Wanneer u een achtergrondafbeelding gebruikt, kunt u de afbeeldingsgrootte en -positie aanpassen.

De rand en schaduw aanpassen

U kunt de rand en schaduw van het diagram aanpassen.

Doe het volgende:

1. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

2. Onder Uiterlijk > Presentatie klikt u op Stijlen.

3. Op het tabblad Algemeen van het stijlvenster, onder Rand, wijzigt u de omvang van de Omtrek om de randlijnen rondom het diagram te vergroten of te verkleinen.

4. Selecteer een kleur voor de rand.

5. Wijzig de Hoekstraal om de ronding van de rand in te stellen.

6. Onder Schaduw op het tabblad Algemeen selecteert u de omvang en de kleur van de schaduw. Selecteer Geen om de schaduw te verwijderen.

Voorbeeld van een Variance Waterfall Chart (variatie-watervalgrafiek)

In dit eenvoudige voorbeeld laten we zien hoe kwartaalverkoopcijfers bijdragen aan verkopen ten opzichte van budget.

Gegevensset

De gegevensverzameling die we gebruiken, bevat verkoopcijfers en gebudgetteerde verkopen voor elk kwartaal. U kunt de verzameling in een tekstbestand plakken en dit laden in Qlik Sense.

Quarter,Sales,Budget
Q1,9,10
Q2,14,12
Q3,12,12
Q4,18,14

Visualisatie

U kunt nu een Variance Waterfall Chart maken

• Quarter toevoegen als dimensie.
• Voeg Sum(Budget) als de eerste meting toe.
• Voeg Sum(Sales) als de tweede meting toe.

De Variance Waterfall Chart is gemaakt. We hebben de labels en kleuren in het voorbeeld aangepast.
U ziet duidelijk dat de verkopen tijdens het eerste kwartaal onder budget waren, maar dat het jaar is afgesloten met verkopen boven budget en dat het vierde kwartaal daar het sterkst aan heeft bijgedragen.

Beperkingen

Zie Beperkingen voor meer informatie over algemene beperkingen.

• Het is niet mogelijk om een Variance Waterfall Chart te gebruiken in een Trelliscontainer.
• U moet dezelfde getalnotatie gebruiken voor beide metingen om de juiste getalnotatie voor de dimensievariatiestaven te verkrijgen.