Tips voor het gebruik van gegevensmodellen
In deze sectie is een aantal verschillende manieren beschreven om gegevens in het QlikView-document te laden, afhankelijk van hoe de gegevens zijn gestructureerd en welk gegevensmodel u wilt bereiken.
Over het algemeen kan de manier waarop u gegevens in het document laadt, worden verklaard met de procedure Extraheren-Transformeren-Laden:
-
Extraheren
De eerste stap is het extraheren van gegevens uit de gegevensbron. In het script gebruikt u hier de opdrachten SELECT en LOAD voor. De verschillen tussen deze opdrachten:
- SELECT wordt gebruikt om gegevens uit een ODBC-gegevensbron of een OLE DB-provider te selecteren. De opdracht SELECT SQL wordt geëvalueerd door de gegevensprovider, niet door QlikView.
- LOAD wordt gebruikt om gegevens te laden uit een bestand, uit gegevens die in het script zijn gedefinieerd, uit een eerder geladen tabel, van een webpagina, uit het resultaat van een daaropvolgende SELECT-opdracht of door gegevens automatisch te genereren.
-
Transformeren
Bij de transformatiestap worden gegevens gemanipuleerd met de functies en regels in een script, om daaruit de gewenste structuur van het gegevensmodel af te leiden. Typische bewerkingen zijn:
- Nieuwe waarden berekenen
- Gecodeerde waarden vertalen
- Velden hernoemen
- Tabellen samenvoegen
- Waarden aggregeren
- Draaien
- Gegevens valideren
-
Load
In de laatste stap voert u het script uit om het gegevensmodel dat u in het document hebt gedefinieerd, te laden.
Uw doel moet zijn om een gegevensmodel op te stellen dat de efficiënte verwerking van de gegevens in QlikView mogelijk maakt. Doorgaans betekent dit dat u moet streven naar een redelijk genormaliseerd sterrenschema of sneeuwvlokschema zonder cirkelreferenties, oftewel een model waarbij elke entiteit in een aparte tabel wordt opgeslagen. Met andere woorden een typisch gegevensmodel ziet er ongeveer als volgt uit:
- een centrale feitentabel met sleutels voor de dimensies en de getallen voor de berekening van metingen (zoals het aantal eenheden, verkoopbedragen en budgetbedragen).
- omringende tabellen die de dimensies bevatten met al hun kenmerken (zoals producten, klanten, categorieën, agenda en leveranciers).
Elke tabel in het gegevensmodel correspondeert meestal met een SELECT- of een LOAD-opdracht. De verschillen tussen deze opdrachten:
- SELECT wordt gebruikt om gegevens uit een ODBC-gegevensbron of een OLE DB-provider te selecteren. De opdracht SELECT SQL wordt geëvalueerd door de gegevensprovider, niet door QlikView.
- LOAD wordt gebruikt om gegevens te laden uit een bestand, uit gegevens die in het script zijn gedefinieerd, uit een eerder geladen tabel, van een webpagina, uit het resultaat van een daaropvolgende SELECT-opdracht of door gegevens automatisch te genereren.