Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Draaitabel

De draaitabel (Pivot) presenteert dimensies en metingen als rijen en kolommen in een tabel. In een draaitabel kunt u gegevens analyseren voor meerdere metingen en in meerdere dimensies tegelijk.

Draaitabel met uitbreidingen

Draaiobject dat Verkoop, Kwantiteit en Marge % als metingen weergeeft voor Klanten.

Wanneer gebruiken

Draaitabellen zijn handig als u meerdere dimensies of metingen wilt opnemen in een enkele tabel en deze vervolgens wilt ordenen om verschillende subtotalen te bekijken. De Qlik Visualization bundle-draaitabel biedt diverse andere lay-out en stijlopties dan de draaitabelvisualisatie, inclusief:

  • Kopteksten voor alle dimensies

  • Koptekstmenu-opties voor alle dimensies

  • Aangepaste null-waarderepresentatie

  • Aangepaste kolombreedte per pixel of percentage

  • Aangepaste kolombreedten met gebruik van muis

  • Totalen aan boven- of onderzijde

Draaitabellen maken

  1. Open Aangepaste objecten > Visualization bundle in het bedrijfsmiddelenvenster en sleep een Pivot naar het werkblad.
  2. Klik op Toevoegen en selecteer een veld of masterdimensie voor de rijdimensie.

    Voeg optioneel meer dimensies toe als rijen. De draaitabel zoomt in op rijen in de volgorde waarin ze zijn toegevoegd. U kunt op de dimensies klikken en slepen om ze opnieuw te ordenen.

  3. Klik op Toevoegen en selecteer een veld of mastermeting voor de meting.

    Voeg optioneel meer metingen toe.

U kunt het uiterlijk en andere instellingen in het eigenschappenvenster aanpassen.

Uw gegevens in het eigenschappenvenster draaien

In het eigenschappenvenster kunt u metingen en dimensies toevoegen aan de draaitabel en tevens rijen en kolommen draaien.

Gegevens

In het gegevensvenster kunt u dimensies en metingen toevoegen. U kunt items tussen rijen en kolommen verplaatsen. Ook kunt u de volgorde van de items binnen rijden of kolommen wijzigen. Als u meer dan één meting gebruikt, worden ze gegroepeerd en wordt er een item Waarden aangemaakt.

Eigenschappenvenster, sectie Gegevens.

Sorteren

In het venster sorteren in geavanceerde eigenschappen kunt u de interne volgorde van dimensies en metingen wijzigen.

Eigenschappenvenster, sorteervenster.

InformatieNULL-waarden worden altijd eerst weergegeven bij het sorteren van draaitabellen.

Sorteren op eerste meting

Als u meer dan één meting heeft, wordt er een groep metingen aangemaakt. Op eerste meting sorteren in aflopende volgorde sorteert dimensiewaarden op de getalswaarde van de eerste meting. Deze volgorde heeft effect op alle dimensies en krijgt voorrang op elke andere sortering die onder dimensies is ingesteld.

U heeft bijvoorbeeld twee metingen: Quantity en Sales. In het eigenschappenvenster wordt onder Gegevens> Metingen, Quantityals eerste opgesomd. Als u Op eerste meting sorteren in aflopende volgorde laat sorteren, wordt uw tabel gesorteerd vanaf de dimensie met de hoogste Quantity.

Draaitabel in de modus Bewerken. Op eerste meting sorteren is ingeschakeld.

Draaiobject dat is gesorteerd op eerste meting.

Sorteren op uitdrukking

Als u Sorteren op uitdrukking gebruikt, wordt de uitdrukking alleen toegepast op de eerste dimensie van een draaitabel. Volgende dimensies worden in dezelfde volgorde als de eerste dimensie gesorteerd.

Dimensie- en metingkolommen opmaken

U kunt uw dimensie- en metingkolommen aanpassen met aanvullende opties. U kunt het volgende doen:

  • Voorwaardelijke kolommen maken

  • Achtergrondkleur van cellen instellen met gebruik van uitdrukkingen

  • Tekstkleur met uitdrukkingen instellen

  • Kolombreedte instellen

Voorwaardelijke kolommen maken

Kolommen kunnen voorwaardelijk zijn, zodat ze alleen worden weergegeven wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

  1. Selecteer een dimensie of meting onder Gegevens en vouw de eigenschappen uit.

  2. Klik bij Kolom tonen indien op Uitdrukking om de uitdrukkingseditor te openen.

  3. Voer de uitdrukking in om de voorwaarden voor weergave van de kolom te bepalen.

  4. Klik op Toepassen.

Achtergrondkleur van cellen instellen met uitdrukkingen

U kunt de achtergrondkleur van een kolom definiëren met behulp van uitdrukkingen. Zo kunt u bijvoorbeeld de cellen in de kolom een andere achtergrondkleur laten krijgen op basis van de waarden in de kolomcel. De tekstkleur wordt automatisch in wit gewijzigd als een donkere achtergrondkleur wordt gebruikt.

  1. Selecteer een dimensie of meting onder Gegevens en vouw de eigenschappen uit.

  2. Klik op Uitdrukking bij Uitdrukking achtergrondkleur om de uitdrukkingseditor te openen.

  3. Voer de uitdrukking in om de voorwaarden voor weergave van de kolom te bepalen.

  4. Klik op Toepassen.

Tekstkleur met uitdrukkingen instellen

U kunt de tekstkleur voor een kolom definiëren met behulp van uitdrukkingen. Zo kunt u bijvoorbeeld de cellen in de kolom een andere tekstkleur laten krijgen op basis van de waarden in de kolomcel.

  1. Selecteer een dimensie of meting onder Gegevens en vouw de eigenschappen uit.

  2. Klik op Uitdrukking bij Uitdrukking tekstkleur om de uitdrukkingseditor te openen.

  3. Voer de uitdrukking in om de voorwaarden voor weergave van de kolom te bepalen.

  4. Klik op Toepassen.

Kolombreedte instellen

De kolombreedte wordt automatisch ingesteld. U kunt de kolombreedte handmatig instellen op:

  • Inhoud

  • Pixels

  • Percentage

U kunt ook de grootte van de kolommen handmatig instellen door de randen van de kopteksten te slepen.

  1. Selecteer een dimensie of meting onder Gegevens en vouw de eigenschappen uit.

  2. Onder Kolombreedte selecteert u hoe u de kolombreedte wilt instellen:

    • Aanpassen aan inhoud: de grootte van de kolommen wordt afgestemd op de inhoud van in de kolom.

    • Pixels: stel de breedte van de kolom in in pixels.

    • Percentage: stel de breedte van de kolom in met een percentage.

    • Automatisch: stel de kolombreedte automatisch in met Qlik Sense.

Stijl aanpassen

Er zijn een aantal stijlopties beschikbaar onder Uiterlijk in het eigenschappenvenster.

Klik op Stijlen onder Uiterlijk > Presentatie om de stijl van het diagram verder aan te passen. Het stijldeelvenster bevat verschillende secties onder de tabbladen Algemeen en Diagram.

U kunt uw stijlen resetten door te klikken op naast elke sectie. Als u klikt op Alles opnieuw instellen worden de stijlen in zowel Algemeen als Diagram opnieuw ingesteld.

De tekst aanpassen

U kunt de tekst voor de titel, subtitel en voetnoot instellen onder Uiterlijk > Algemeen. Schakel Titels tonen uit als u deze elementen wilt verbergen.

De zichtbaarheid van de verschillende labels in het diagram is afhankelijk van diagramspecifieke instellingen en labelweergave-opties. Deze kunnen worden geconfigureerd in het eigenschappenvenster.

U kunt de stijl van de tekst bepalen die in het diagram verschijnt.

  1. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

  2. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

  3. Stel op het tabblad Algemeen het lettertype, de nadrukstijl, de grootte en de kleur in voor de volgende tekstelementen:

    • Titel

    • Ondertitel

    • Voetnoot

  4. Stel op het tabblad Diagram het lettertype, de nadrukstijl, de grootte en de kleur in voor de volgende tekstelementen:

    • Koptekst: maak de tekst in de kopteksten op voor alle dimensies.
    • Dimensiewaarden: maak de afzonderlijke tekstwaarden op.
    • Meetwaarden: maak de tekst van de meetwaarden op.
    • Metinglabels: maak de tekst van de kopteksten van de meting op.
    • Totale waarden: maak de tekst van de totalen op.
    • Null-waarden: maak de tekst van de null-waarden op.

De achtergrond aanpassen

U kunt de achtergrond van het diagram aanpassen. De achtergrond kan worden ingesteld op kleur. U kunt ook individuele dimensies of metingen per uitdrukking een kleur geven.

  1. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

  2. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

  3. Op het tabblad Algemeen van het stijlvenster kunt u een achtergrondkleur (enkele kleur of expressie) selecteren en de achtergrond instellen op een afbeelding uit uw mediabibliotheek.

    Wanneer u een achtergrondafbeelding gebruikt, kunt u de afbeeldingsgrootte en -positie aanpassen.

  4. Ga naar het tabblad Diagram en pas de achtergrondkleur voor de volgende elementen aan:

    • Koptekst
    • Dimensiewaarden
    • Meetwaarden
    • Metinglabels
    • Totale waarden:
    • Null-waarden

Het raster aanpassen

U kunt het draaitabelraster aanpassen.

  1. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

  2. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

  3. Ga naar het tabblad Diagram en pas het raster aan met de volgende elementen:

    • Rijhoogte: stel de rijhoogte in regels in.

    • Rand: stel de kleur van de celranden in.

    • Scheidingslijn: stel de kleur van de scheidingslijn in die zowel dimensies en metingen, als kopteksten en rijen scheidt.

    • Achtergrond: stel de kleur in van het lege gebied dat wordt gemaakt wanneer u dimensies in Kolom hebt.

Null-waarden aanpassen

U kunt veranderen hoe null-waarden worden vertegenwoordigd in de draaitabel.

  1. Klik in het eigenschappenvenster op Uiterlijk > Presentatie.

  2. Voer bij Null-waardetekst de tekst in waarmee u null-waarden wilt vervangen.

De draaitabel volledig uitvouwen

U kunt de draaitabel instellen om altijd volledig te worden uitgevouwen.

  1. Klik in het eigenschappenvenster op Uiterlijk > Presentatie.

  2. Selecteer Volledig uitgevouwen.

De rand en schaduw aanpassen

U kunt de rand en schaduw van het diagram aanpassen.

  1. Vouw in het eigenschappenvenster de sectie Uiterlijk uit.

  2. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

  3. Op het tabblad Algemeen van het stijlvenster, onder Rand, wijzigt u de omvang van de Omtrek om de randlijnen rondom het diagram te vergroten of te verkleinen.

  4. Selecteer een kleur voor de rand.

  5. Wijzig de Hoekstraal om de ronding van de rand in te stellen.

  6. Onder Schaduw op het tabblad Algemeen selecteert u de omvang en de kleur van de schaduw. Selecteer Geen om de schaduw te verwijderen.

Beperkingen

Draaitabel hebben de volgende beperkingen:

  • U kunt de draaitabel alleen als gegevens downloaden.

  • U kunt voor de Visualization bundle-draaitabel niet globaal groeperen of beperkingen gebruiken zoals dat bij de visualisatiedraaitabel kan.

  • U kunt gegevens in uw Visualization bundle-draaitabel niet draaien wanneer uw werkblad in de analysemodus staat zoals dat bij de visualisatiedraaitabel kan.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!