Microsoft Azure Active Directory
Microsoft Azure Active Directory is a directory service used for identity and access management. You can use Microsoft Azure Active Directory as a data source when landing or replicating data.
-
Zie Verbinding maken met SaaS-applicaties voor meer informatie over verbinding maken met SaaS-applicaties.
-
Gegevensgateway - Gegevensverplaatsing moet zijn geïnstalleerd voor het tijdelijk opslaan of repliceren van gegevens van SaaS-applicaties. Ga voor meer informatie naar Qlik Gegevensgateway - Gegevensverplaatsing.
Supported update methods
For more information, see Verwerken wijzigen.
Landing tasks:
-
Reload and compare
Replication tasks:
-
Full load
Landing data in a data lake tasks:
-
Reload
Preparing for authentication
To access your Microsoft Azure Active Directory data, you need to authenticate the connection with your account credentials.
-
Go to https://portal.azure.com/#blade/Microsoft_AAD_RegisteredApps/ApplicationsListBlade and click New registration.
-
Set Name to Qlik
-
Set the redirect URL to https://connector.qlik.com/auth/oauth/v3.htm.
-
Click Register.
-
Copy the Application ID to Client ID in the connection settings.
-
Click API permissions.
-
Click Add a permission.
-
Click Microsoft Graph.
-
Click Delegated permissions, and select offline_access.
-
In the list, select all integrations that contains data you want to include in the connection. For each integration, select all items that end with .Read, .Read.Basic, .Read.All or .Read.Shared. Click Add permissions when you are finished with your selections.
-
Click Grant admin consent for... and select Yes.
-
Click Certificates & secrets.
-
Click New client secret, and select Never.
-
Click Add.
Value contains your client secret that you can copy to Client Secret in the connection. You may also want to record the client secret for future use.
Creating the connection
-
Klik op Authenticeren nadat u de vereiste verbindingsinstellingen hebt ingevuld.
U wordt mogelijk verzocht om u aan te melden bij de bronapplicatie.
Er wordt een venster met de authentiecode weergegeven.
-
Kopieer de code naar het klembord en ga terug naar het verbindingsvenster.
-
Plak de code in Voltooi de verificatie met de door de bron geleverde code en klik op Verifiëren.
TipU moet mogelijk naar beneden scrollen om dit veld te kunnen zien.De authenticatie is geverifieerd als de status op Geverifieerd staat.
-
Geef in Verbindingsnaam een naam voor de verbinding op.
-
Selecteer Metagegevens verbinding openen om metagegevens te definiëren voor de verbinding nadat deze is gemaakt.
Setting | Description |
---|---|
Data gateway |
Selecteer een Gateway voor gegevensverplaatsing om te gebruiken bij het repliceren van gegevens. |
Client ID | Client ID. |
Client Secret | Client secret. |
Graph Base URL |
Graph base URL Example: https://graph.microsoft.com/v1.0 |