Content aan uw Excel-rapportsjabloon toevoegen
U kunt verschillende vormen van content aan uw Microsoft Excel rapportsjabloon toevoegen. Voeg content toe als tijdelijke diagramaanduidingen, gegevenslabels in tabelvorm, cellen die zijn opgemaakt met systeemeigen Excel-functies en andere indelingen. Content die wordt toegevoegd met de add-in-interface neemt de vorm van een object. Deze objecten kunnen worden toegevoegd, beheerd en kunnen opnieuw worden gebruikt op het add-in-venster.
Voor informatie over hoe u aan de slag kunt gaan met de add-in, zoals activeren, openen en verbinden met appcontent, raadpleegt u Aan de slag met de Qlik-add-in voor Microsoft Excel.
Wat kunt u toevoegen aan een Excel-rapportsjabloon?
Qlik Excel Rapportsjablonen werken met de volgende soorten content:
Gegevens in tabelvorm. Met deze vorm van content, worden er direct in de cellen van het Excel-rapport tekstuele en numerieke gegevenswaarden ingevoerd. Gegevens in tabelvorm worden toegevoegd met labels. U kunt de volgende gegevens in tabelvorm toevoegen:
Een volledig diagram toegevoegd met één tabellabel. Zie: Een heel diagram toevoegen.
Een tabel met één of meer individuele kolommen uit een diagram. Zie: Een diagram op basis van kolom toevoegen.
Een berekende kolom die is gedefinieerd in een systeemeigen Excel-tabel. Zie: Berekende kolommen toevoegen.
Een berekend totaal dat is gedefinieerd in een systeemeigen Excel-tabel. Zie: Berekende totalen toevoegen.
Een systeemeigen Excel-draaitabel. Zie: Excel-draaitabellen maken.
Variabelen. Zie: Variabelen en uitdrukkingen in uw Excel-rapportsjabloon gebruiken.
Uitdrukkingen. Zie: Variabelen en uitdrukkingen in uw Excel-rapportsjabloon gebruiken.
Zie De verschillende soorten labels voor meer informatie over de labels die u kunt toevoegen.
Diagramafbeeldingen worden toegevoegd als tijdelijke aanduidingen voor de afbeelding. De tijdelijke aanduidingen worden vervangen met actuele weergaven van de Qlik Sense-appgegevens uit de meest recente lading. Ga voor meer informatie naar Diagrammen als afbeeldingen toevoegen.
Bepaalde tekstinhoud die niet is gekoppeld aan de Qlik Sense-app of de objecten in de sjabloon. Dit is bijvoorbeeld handmatig ingevoerde tekst zoals titels en kopteksten. Berekende cellen kunnen buiten de labelstructuur worden geplaatst, zodat aangepaste formules kunnen worden toegepast op de inhoud in de labels. Onthoud dat onvoorspelbaar gedrag kan optreden als u tekst handmatig onjuist invoert in de sjabloon.
Gebruik niveaus en pagina's om de creatie van aparte secties en pagina's in uw rapport te automatiseren, waarbij het genereren van gegevens in tabelvorm en beeldgegevens voor een uniek aantal dimensiewaarden wordt herhaald. Zie Niveaus en pagina's gebruiken om rapportelementen te herhalen en cyclisch te doorlopen voor meer informatie.
Objecttypen
Objecten zijn de primaire vorm van inhoud die wordt toegevoegd aan een sjabloon. Objecten kunnen worden gemaakt en bewerkt in en verwijderd uit de add-in. U kunt meer dan één van hetzelfde object aan een sjabloon toevoegen. U kunt de volgende objecten maken:
Diagramafbeeldingen
Diagramtabellen
Variabelen
Uitdrukkingen
Niveaus
Pagina's
De verschillende soorten labels
In de volgende tabel staan de beschikbare soorten labels die u in de sjabloon kunt invoeren en informatie over wat elk van de labels doet. Gebruik het Qlik-add-invenster in Excel om de labels toe te voegen.
| Soort label | Beschrijving | Voorbeeld en indeling |
|---|---|---|
| Tabel | Één label die een heel diagram vertegenwoordigt dat is toegevoegd als een tabel. In de uitvoer wordt iedere kolom op dezelfde manier gegenereerd als een individuele kolom. | <Table Name> |
| Kolom | Één label die één kolom in een diagram vertegenwoordigt dat is toegevoegd als een tabel. Of er nou één of meerdere kolommen worden toegevoegd vanuit een tabel, het achterliggende sjabloonobject is altijd een tabel. | <Column Name> |
| Niveau | Een set labels die een instantie van een niveauobject vertegenwoordigt. Tussen de begin- en eindlabels kunnen andere labels worden toegevoegd waarmee wordt aangegeven dat er een nieuwe sectie (niveau) in het rapport moet worden gemaakt, inclusief deze items, voor iedere afzonderlijke entiteit waarop het niveauobject is gebaseerd. | <Entity Name_Level> ... </Entity Name_Level> |
| Veld | Een label dat binnen een niveauobject wordt gebruikt, of in een cel in een werkblad dat is gedefinieerd door een paginalabel, om de veldwaarden weer te geven die per gefilterde sectie of pagina worden gebruikt. | <Field Name> |
| Pagina | Een label dat in de naam van een werkbladtabblad voorkomt en een instantie van een paginaobject vertegenwoordigt. Een nieuwe pagina wordt in het rapport gemaakt voor iedere afzonderlijke entiteit waarop het paginaobject is gebaseerd. | <Entity Name_Page> |
| Variabele | Één label dat een instantie van een variabele vertegenwoordigt die te vinden is in de Qlik Sense-bronapp. | <Variable Name> |
| Uitdrukking | Één label dat een instantie vertegenwoordigt van een uitdrukking die aan de sjabloon als een object is toegevoegd. | <Expression Name> |
| Deleterow | Een label dat een rij in een tabel aangeeft die moet worden verwijderd in de gegenereerde rapportuitvoer.Zie Rijen met het Deleterow-label verwijderen. | <deleterow> |
Appselecties
De selecties die u in de Qlik Sense-bronapp maakt, worden weerspiegeld in de rapportsjabloon wanneer deze wordt geschreven. De selecties worden toegepast op het voorbeeld van het rapport dat u kunt genereren vanuit de add-in. Maar de selecties worden niet weerspiegeld in de uitvoer vanuitrapporttaken in Qlik Cloud. De gegevensreductie in de rapportuitvoer wordt in plaats daarvan geregeld door filters die u in de sectie Rapportage van een Qlik Sense-app maakt. Zie Werken met rapportfilters voor meer informatie.
Als u wilt dat de wijzigingen in de selecties worden weerspiegeld in de sjabloon met als doel voorbeelden en tijdelijke plaatsaanduidingen naar afbeeldingen te kunnen maken, kunt u de selecties in de oorspronkelijke Qlik Sense-app wijzigen en vervolgens de rapportsjabloon vernieuwen. Om de nieuwe selecties in Excel te zien, klikt u op het 
-pictogram rechtsbovenaan in het eigenschappenvenster voor het object. Dit vernieuwt de selecties alleen voor het geselecteerde object.