Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Het uiterlijk van een visualisatie wijzigen

De sectie Uiterlijk in het eigenschappenvenster biedt verschillende opties voor het instellen en wijzigen van het uiterlijk van een visualisatie.

Veel van de instellingen hebben de optie Automatisch, die een optimale presentatie van de visualisatie ondersteunt door rekening te houden met het aantal dimensies en metingen en het type gegevens dat wordt gebruikt. Normaliter hoeft u deze instellingen niet te wijzigen, tenzij u hiervoor een speciale reden hebt, bijvoorbeeld als de ruimte erg beperkt is.

Het uiterlijk kan worden beïnvloed door de sortering van de dimensies en metingen. Ga voor meer informatie naar De sortering wijzigen van een visualisatie.

Algemeen

Titels tonen: staat standaard Aan in alle visualisaties, behalve filtervakken en tekst- en afbeeldingsvisualisaties. Filtervakken bevatten de naam van elke dimensie en hebben in de meeste gevallen geen extra titel nodig. De tekst- en afbeeldingsvisualisatie bevat een werkbalk voor bewerking met vele opties voor het opmaken van de tekst, zodat het titelveld ook voor andere doeleinden kan worden gebruikt.

Titel, Ondertitel en Voetnoot: behalve voor de voor de hand liggende toepassingen van titel, ondertitel en voetnoot als tekstvelden, kunt u deze velden ook gebruiken voor het weergeven van een uitdrukking, met extra informatie als aanvulling op de meting in de visualisatie. U kunt bijvoorbeeld de totalen weergeven in het titelveld zodat de totalen van de geselecteerde waarden altijd beschikbaar zijn.

Voorbeeld:  

In de volgende afbeelding wordt de totale verkoop berekend en gebruikt in de titel. Als een selectie wordt uitgevoerd, wordt de totale verkoop op basis hiervan bijgewerkt.

Cirkeldiagram voor Total sales.

De volgende tekenreeks werd gebruikt voor het toevoegen van de uitdrukking Total Sales aan het veld Titel:

='Total Sales: $'& Round(Sum(Sales)/1000000, 0.1) & 'M'zijn.

Aangezien het titelveld primair een tekstveld is, moet de tekenreeks beginnen met een isgelijkteken (=), om aan te geven dat de tekenreeks een uitdrukking bevat.

Aangezien 'Total Sales: $' een tekenreeks is bij gebruik in een uitdrukking, moet de tekenreeks tussen enkele aanhalingstekens staan.

& wordt gebruikt om de tekenreeks en de uitdrukking aaneen te schakelen.

Round(Sum(Sales)/1000000, 0.1) is de uitdrukking. De aggregatie Sum(Sales) wordt gedeeld door 1000000 en de functie Round (x,0.1) vermindert het aantal decimalen tot één.

Tot slot schakelt & 'M' de uitdrukking aaneen met de eenheid M voor miljoen.

Voor de titel zijn er drie opties beschikbaar voor het toevoegen van een uitdrukking:

  • Direct in het titelveld van een visualisatie. Start de tekenreeks met een isgelijkteken (=).
  • Direct in het vak Titel onder Uiterlijk in het eigenschappenvenster. Start de tekenreeks met een isgelijkteken (=).
  • Via de uitdrukkingseditor in het vak Titel. Klik op Uitdrukking om de uitdrukkingseditor te openen. Een isgelijkteken is niet nodig.

Voor de ondertitel en voetnoot zijn alleen de laatste twee opties beschikbaar.

Details tonen: Standaard Verbergen. Wanneer ingesteld op Tonen, kunnen gebruikers tijdens het analyseren klikken op Info om details te bekijken, zoals beschrijvingen, metingen en dimensies.

Presentatie en vormgeving

Veel van de presentatie-instellingen gelden alleen voor een bepaalde visualisatie.

Presentatie-instellingen in visualisaties
Visualisatie Beschrijving
Staafdiagram

Hiermee stelt u in dat de staven gegroepeerd of gestapeld, verticaal of horizontaal, worden weergegeven.

Boxplot U kunt selecteren of u dwarsstreepjes van whiskers en rasterlijnen wilt weergeven. U kunt de visualisatie verticaal of horizontaal tonen.
CombinatiegrafiekSelecteer of labels moeten worden getoond voor metingen die zijn toegevoegd als markering. U kunt selecteren of u rasterlijnen wilt weergeven op basis van de primaire of secundaire as en u kunt de tussenruimte aanpassen.
VerdelingsplotU kunt selecteren of u punten, achtergrond of allebei wilt tonen. U kunt de visualisatie verticaal of horizontaal tonen.
Meter

Hiermee stelt u in dat de meter wordt weergegeven als radiaal of als staaf. U kunt bereiklimieten instellen en segmenten met limieten gebruiken.

HistogramU kunt selecteren of u rasterlijnen wilt tonen.
Lijndiagram

Hiermee stelt u in dat het lijndiagram wordt weergegeven als een lijn of gebied.

Cirkeldiagram

Hiermee stelt u in dat het cirkeldiagram wordt weergegeven als een cirkel of ring.

Spreidingsplot

Hiermee schakelt u de navigatie in of uit. Hiermee stelt u de grootte in van de bellen in een spreidingsplot. Hiermee stelt u de compressieresolutie voor grote gegevensverzamelingen in spreidingsplots in.

Tabel

Hiermee stelt u in of de totalen bovenaan, onderaan of helemaal niet moeten worden weergegeven.

Structuuroverzicht

Hiermee stelt u de kopteksten, labels, overlaylabels en bladwaarden in. U kunt selecteren of u de gegevenswaarden wilt weergeven.

Voorbeeld:  

Een staafdiagram met twee dimensies wordt standaard weergegeven met gegroepeerde staven.

Staafdiagram met gegroepeerde staven.

Laten we aannemen dat u de totale maandelijkse hoeveelheid voor deze jaren wilt vergelijken. Het is dan een goed idee om over te schakelen naar een gestapeld staafdiagram.

In het eigenschappenvenster, onder Uiterlijk > Presentatie is een optie Gestapeld beschikbaar.

Met gestapelde staven kan gemakkelijker de hoeveelheid voor verschillende maanden worden vergeleken.

Staafdiagram met gestapelde staven.

Nu is het heel gemakkelijk om de hoeveelheden per maand te vergelijken. Er is een legenda voor het weergeven van de jaren.

Onder Kleuren en legenda is Legenda tonen ingesteld op Automatisch. Dit betekent dat de legenda wordt weergegeven als er voldoende ruimte is. In het eigenschappenvenster kunt u tevens instellen waar u de legenda wilt weergeven en of u de legendatitel wilt weergeven.

Er zijn uitsluitend gegevens beschikbaar voor de eerste helft van 2013 (rode staven).

Staafdiagram met gestapelde staven en een legenda.

Stijl

Gebruik het stijlvenster om aanvullende aanpassingen toe te passen op de visualisatie. Het stijlvenster is beschikbaar in het eigenschappenvenster. Onder UiterlijkPresentatie klikt u op Stijlen.

Ga voor meer informatie naar Aangepaste stijl toepassen op een visualisatie.

Kleuren en legenda

In de sectie Kleuren en legenda van het eigenschappenvenster kunt u opties voor kleuren en legenda’s instellen. In Qlik Sense worden automatisch kleuren aan visualisaties toegekend wanneer ze aan werkbladen worden toegevoegd. Het is raadzaam kleuren alleen toe te voegen of te wijzigen als dat een doel dient in de visualisatie. Te veel kleuren of vage kleurkeuzen kunnen visualisaties onduidelijk maken.

U kunt de kleuren en legenda’s handmatig instellen door de optie Automatisch uit te schakelen en uw kleurvoorkeuren te selecteren. In Qlik Sense kunt u kleur toekennen aan uw visualisaties per:

  • Enkele kleur
  • Meerdere kleuren
  • Dimensie
  • Meting
  • Masteritems
  • Uitdrukking

Raadpleeg voor meer informatie over de verschillende kleuropties voor visualisaties: Kleur toekennen aan een visualisatieColoring a visualization Zie Voorbeelden van kleurinstellingen voor visualisaties voor voorbeelden van elk van deze methoden om kleur aan visualisaties toe te wijzen en de gebruikte instellingen.

X-as en Y-as

Voor zowel de X-as als de Y-as zijn opties beschikbaar om te kiezen welke combinatie van labels en titel u wilt weergeven, alsmede hun stand en positie. Soms zijn geen labels en/of titel nodig, omdat de visualisatie voor zich spreekt. In dat geval is het goed om deze elementen te kunnen verbergen. Bovendien geldt dat als u een visualisatie maakt die heel klein is, bijvoorbeeld drie bij drie vakjes, de labels automatisch worden verborgen.

Bereik: de meting-as (gewoonlijk de Y-as) bevat een optie voor het instellen van het bereik van de as. Standaard wordt het bereik aangepast aan de hand van de hoogste positieve of de laagste negatieve metingswaarde, maar als, bijvoorbeeld, een enkele metingswaarde veel groter is dan alle andere waarden, kunt u wellicht beter een bereik instellen dat geschikt is voor de lagere waarden. In het eigenschappenvenster, onder Uiterlijk > Y-as <naam meting>, bevindt zich een knop Bereik, die is ingesteld op Automatisch. Klik op deze knop om over te schakelen naar Aangepast. Nu kunt u het bereik instellen voor Max, Min of beide. In een staafdiagram, worden de staven die zich buiten het bereik bevinden diagonaal doorgesneden om aan te geven dat zij buiten bereik zijn. In een lijndiagram zijn alleen de delen zichtbaar die zich binnen het bereik bevinden.

Labelrichting: u kunt de richting van gegevenslabels op de dimensie-as (meestal de x-as) wijzigen. In het eigenschappenvenster staat onder UiterlijkX-as <dimensienaam> een vervolgkeuzelijst voor labelrichting. De standaardinstelling is Auto. Als er onvoldoende ruimte is om een label in het diagram helemaal weer te geven, wordt het label afgekapt met het weglatingsteken. De volgende opties zijn beschikbaar:

  • Automatisch: selecteert automatisch een van de andere opties, afhankelijk van de beschikbare ruimte in het diagram.

  • Horizontaal: labels worden in een enkele horizontale lijn geplaatst.

  • Schuin: labels worden horizontaal gestapeld in een hoek.

  • Gelaagd: labels verspringen langs twee horizontale lijnen.

Voorbeelden van gelaagde en schuine labels

Gelaagde labels en schuine labels.

Meer informatie

 

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!