Top - diagramfunctie
Top() evalueert een uitdrukking in de eerste rij (bovenste rij) van een kolomsegment in een tabel. De rij waarvoor deze waarde wordt berekend is afhankelijk van de waarde van offset, indien aanwezig. De bovenste rij is de standaardwaarde. Voor andere diagrammen dan tabellen, wordt bij Top() de eerste rij van de huidige kolom in het equivalent van de standaard tabel in het diagram geëvalueerd.
Syntaxis:
Top([TOTAL] expr [ , offset [,count ]])
Retourgegevenstypen: dual
Argumenten:
Argument | Beschrijving |
---|---|
expr | De uitdrukking die of het veld dat de gegevens bevat die moeten worden gemeten. |
offset |
Als een offset n groter dan 1 wordt opgegeven, wordt de evaluatie van de uitdrukking n rijen omlaag verplaatst onder de bovenste rij. Als een negatief getal voor de beginwaarde wordt opgegeven, werkt de functie Top op dezelfde wijze als de functie Bottom met het overeenkomstige positieve getal als beginwaarde. |
count | Als een derde parameter count groter dan 1 is aangegeven, retourneert de functie een bereik van count waarden. Een waarde voor elk van de laatste count rijen van het huidige kolomsegment. In deze vorm kan de functie worden gebruikt als argument voor een van de speciale bereikfuncties. Bereikfuncties |
TOTAL |
Als de tabel eendimensionaal is of als de kwalificatie TOTAL wordt gebruikt als argument, is het huidige kolomsegment altijd gelijk aan de hele kolom. |
Beperkingen:
-
Recursieve oproepen retourneren een NULL-waarde.
-
Het is niet toegestaan te sorteren op y-waarden in grafieken of op uitdrukkingskolommen in tabellen als deze diagramfunctie wordt gebruikt in een van de uitdrukkingen van de grafiek. Deze sorteeropties worden daarom automatisch uitgeschakeld. Als u deze diagramfunctie gebruikt in een visualisatie of tabel, wordt de sortering van de visualisatie teruggezet naar de gesorteerde invoer van deze functie.
Voorbeelden en resultaten:
Voorbeeld: 1
In de schermafbeelding van de tabel die in dit voorbeeld wordt weergegeven, wordt de tabelvisualisatie gemaakt op basis van de dimensie Customer en de metingen Sum(Sales) en Top(Sum(Sales)).
De kolom Top(Sum(Sales)) retourneert 587 voor alle rijen omdat dit de waarde van de bovenste rij is: Astrida.
In de tabel worden tevens complexere metingen weergegeven: één die is gemaakt op basis van Sum(Sales)+Top(Sum(Sales)) en één met het label Top offset 3, die is gemaakt met behulp van de uitdrukking Sum(Sales)+Top(Sum(Sales), 3) en waarvoor het argument offset is ingesteld op 3. Hiermee wordt de waarde Sum(Sales) voor de huidige rij toegevoegd aan de waarde van de rij die zich drie rijen onder de bovenste rij bevindt. Met andere woorden: de huidige rij plus de waarde voor Canutility.
Voorbeeld: 2
In de schermafbeelding van tabellen die worden weergegeven in dit voorbeeld, zijn meer dimensies toegevoegd aan de visualisaties: en . Month en Product. Voor diagrammen met meer dan één dimensie zijn de resultaten van uitdrukkingen met de functies Above, Below, Top en Bottom afhankelijk van de volgorde waarin de kolom met dimensies op Qlik Sense zijn gesorteerd. Qlik Sense evalueert de functies op basis van de kolomsegmenten die het resultaat zijn van de dimensie die als laatste is gesorteerd. De sorteervolgorde van de kolom wordt beheerd in het eigenschappenvenster onder Sorteren en is niet per se gelijk aan de volgorde waarin de kolommen in een tabel worden weergegeven.
Zie voor meer informatie voorbeeld 2 in de Above-functie.
Voorbeeld: 3 |
Resultaat | ||
---|---|---|---|
De functie Top kan worden gebruikt als invoer voor de bereikfuncties. Bijvoorbeeld: RangeAvg (Top(Sum(Sales),1,3)). |
In de argumenten voor de functie Top() is offset ingesteld op 1 en count ingesteld op 3. De functie retourneert de resultaten van de uitdrukking Sum(Sales) voor de drie rijen te beginnen met de rij onder de onderste rij in het kolomsegment (omdat offset=1) en de twee rijen daaronder (waar er een rij is). Deze drie waarden worden gebruikt als invoer voor de functie RangeAvg(), die het gemiddelde van de waarden in het opgegeven bereik van cijfers als resultaat geeft. Een tabel met Customer als dimensie levert de volgende resultaten op voor de uitdrukking RangeAvg(). |
||
|