NumericCount - diagramfunctie
NumericCount() wordt gebruikt om het aantal numerieke waarden in elke diagramdimensie te aggregeren.
Syntaxis:
NumericCount({[SetExpression] [DISTINCT] [TOTAL [<fld {,fld}>]]} expr)
Retourgegevenstypen: geheel getal
Argumenten:
Argument | Beschrijving |
---|---|
expr | De uitdrukking die of het veld dat de gegevens bevat die moeten worden gemeten. |
set_expression | De aggregatiefunctie aggregeert standaard over de set mogelijke records die wordt gedefinieerd door de selectie. Met de uitdrukking Set-analyse kunt u een alternatieve set records definiëren. |
DISTINCT | Als het woord DISTINCT voor de argumenten van de functie wordt geplaatst, worden duplicaten die het resultaat zijn van de evaluatie van de argumenten van de functie genegeerd. |
TOTAL |
Als het woord TOTAL voor de functieargumenten staat, wordt de berekening gemaakt op basis van alle mogelijke waarden bij de huidige selecties, en niet alleen de selecties die betrekking hebben op de huidige dimensiewaarde. Dit betekent dat de dimensies van het diagram worden genegeerd. Wanneer u TOTAL [<fld {.fld}>] gebruikt en de TOTAL-kwalificatie wordt gevolgd door een lijst van één of meer veldnamen als subset van de dimensievariabelen van het diagram, maakt u een subset van de totale mogelijke waarden. |
Voorbeelden en resultaten:
Customer | Product | OrderNumber | UnitSales | Unit Price |
---|---|---|---|---|
Astrida | AA | 1 | 4 | 16 |
Astrida | AA | 7 | 10 | 15 |
Astrida | BB | 4 | 9 | 1 |
Betacab | BB | 6 | 5 | 10 |
Betacab | CC | 5 | 2 | 20 |
Betacab | DD | 25 | ||
Canutility | AA | 15 | ||
Canutility | CC | 19 | ||
Divadip | AA | 2 | 4 | 16 |
Divadip | DD | 3 | 25 |
In de volgende voorbeelden wordt ervan uitgegaan dat alle klanten worden geselecteerd, behalve waar aangegeven.
Voorbeeld | Resultaat |
---|---|
NumericCount([OrderNumber]) |
7, omdat drie van de 10 velden in OrderNumber leeg zijn. Informatie"0" telt als waarde en niet als lege cel. Alleen als een meting aggregeert tot 0 voor een dimensie, wordt die dimensie niet opgenomen in diagrammen.
|
NumericCount([Product]) | 0, omdat alle productnamen in tekstvorm zijn. Normaal gesproken zou u hiermee kunnen controleren of er geen tekstvelden zijn met numerieke inhoud. |
NumericCount (DISTINCT [OrderNumber])/Count(DISTINCT [OrderNumber)] | Hiermee wordt het aantal verschillende numerieke bestelnummers geteld en gedeeld door het aantal numerieke en niet-numerieke bestelnummers. Dit wordt 1 als alle veldwaarden numeriek zijn. Normaal gesproken zou u hiermee kunnen controleren of alle veldwaarden numeriek zijn. In het voorbeeld zijn er 7 distinctieve numerieke waarden voor OrderNumber van 8 distinctieve numerieke en niet-numerieke waarden, zodat de uitdrukking 0.875 retourneert. |
Gebruikte gegevens in voorbeeld:
Temp:
LOAD * inline [
Customer|Product|OrderNumber|UnitSales|UnitPrice
Astrida|AA|1|4|16
Astrida|AA|7|10|15
Astrida|BB|4|9|9
Betacab|CC|6|5|10
Betacab|AA|5|2|20
Betacab|BB||| 25
Canutility|AA|||15
Canutility|CC| ||19
Divadip|CC|2|4|16
Divadip|DD|3|1|25
] (delimiter is '|');