Data Link-eigenschappen
Dit dialoogvenster wordt gebruikt om verbinding te maken met een OLE DB-gegevensbron, meestal via ODBC. U opent het dialoogvenster door te klikken op de knop Verbinden... op de pagina Gegevens van het functievenster Extra's in het dialoogvenster Script bewerken.
Het eerste tabblad bevat de namen van de OLE DB-voorzieningen. Als u een ODBC-gegevensverbinding wilt maken, selecteert u OLE DB-provider voor ODBC-stuurprogramma's en klikt u daarna op Volgende>> om naar het tabblad Verbinding te gaan.
Op het tabblad Verbinding wordt onder 1, De gegevensbron opgeven, een eerder geconfigureerde gegevensbron gekozen. Er zijn twee verschillende typen ODBC-gegevensbronnen die in aanmerking komen.
Vooraf gedefinieerde gegevensbronnen
U hebt toegang tot ODBC-gegevensbronnen die vooraf zijn gedefinieerd door het keuzerondje Gegevensbronnaam gebruiken te selecteren. De vervolgkeuzelijst bevat alle gegevensbronnen die zijn gedefinieerd. Selecteer de gegevensbron die u wilt gebruiken.
Geef, indien nodig, Gebruikersnaam en Wachtwoord op voor de gegevensbron. De verbinding kan tevens worden getest door op de knop Verbinding testen te klikken.
Klik tot slot op de knop OK. De connect-opdracht is gereed.
Generieke gegevensbronnen
Algemene gegevensbronnen worden bijvoorbeeld voor databasebestanden gebruikt. Als u een algemene gegevensbron wilt gebruiken of een nieuwe bron wilt maken, schakelt u het keuzerondje Verbindingenreeks gebruiken in en klikt u op Opstellen. Hiermee wordt het dialoogvenster Gegevensbron selecteren geopend.
Er zijn twee soorten gegevensbronnen beschikbaar: bestandsgegevensbronnen en computergegevensbronnen. De computergegevensbronnen zijn specifiek voor de lokale computer en gebruiker, terwijl bestandsgegevensbronnen specifiek zijn voor een bestand. U kunt elk van de twee typen gebruiken. Elk type heeft een afzonderlijke pagina in het dialoogvenster Gegevensbron selecteren.
Algemene gegevensbronnen worden bijvoorbeeld voor databasebestanden gebruikt. Als u een algemene gegevensbron wilt gebruiken of een nieuwe bron wilt maken, schakelt u het keuzerondje <Verbindingsreeks gebruiken in en klikt u op de knop Opstellen. Hiermee wordt het dialoogvenster Gegevensbron selecteren geopend.
Er zijn twee soorten gegevensbronnen beschikbaar: bestandsgegevensbronnen en computergegevensbronnen. De computergegevensbronnen zijn specifiek voor de lokale computer en gebruiker, terwijl bestandsgegevensbronnen specifiek zijn voor een bestand. U kunt elk van de twee typen gebruiken. Elk type heeft een afzonderlijke pagina in het dialoogvenster Gegevensbron selecteren.
Dubbelklik op een gegevensbron en blader naar het gewenste databasebestand in het dialoogvenster dat wordt geopend.
Als u op RETURN drukt, keert u terug naar de tweede pagina van het dialoogvenster Data Link-eigenschappen.
Geef, indien nodig, Gebruikersnaam en Wachtwoord op voor de gegevensbron. U kunt de verbinding ook testen door op de knop Verbinding testen te klikken.
Klik tot slot op de knop OK. De connect-opdracht is gereed.