Algemene syntaxis voor grafiekuitdrukkingen
De volgende algemene syntaxisstructuur kan worden gebruikt voor diagramuitdrukkingen, met veel optionele parameters:
expression ::= ( constant | expressionname | operator1 expression | expression operator2 expression | function | aggregation function | (expression ) )
waarbij:
constant een tekenreeks (tekst, datum of tijd) is die tussen enkele rechte aanhalingstekens staat, of een getal. Constanten worden geschreven zonder scheidingsteken voor duizendtallen en met een punt als scheidingsteken voor decimalen.
expressionname is de naam (het label) is van een andere uitdrukking in dezelfde grafiek.
operator1 is een unaire operator (werkt op één uitdrukking, de uitdrukking rechts van de operator).
operator2 is een binaire operator (werkt op twee uitdrukkingen, een aan elke zijde).
function ::= functionname ( parameters )
parameters ::= expression { , expression }
Het aantal en de typen parameters zijn niet willekeurig. Deze zijn afhankelijk van de gebruikte functie.
aggregationfunction ::= aggregationfunctionname ( parameters2 )
parameters2 ::= aggrexpression { , aggrexpression }
Het aantal en de typen parameters zijn niet willekeurig. Deze zijn afhankelijk van de gebruikte functie.