Een masterdimensie bewerken
Als u een masterdimensie bijwerkt, worden de veranderingen toegepast op alle instanties, inclusief alle visualisaties die ervan gebruikmaken.
Bewerk een masterdimensie vanuit het bedrijfsmiddelenvenster of tijdens het bewerken van visualisatie-eigenschappen.
Een masterdimensie bewerken vanuit het bedrijfsmiddelenvenster
Gebruik het bedrijfsmiddelenvenster om een masterdimensie te bewerken wanneer u een voorbeeld van de dimensie wilt zien of meerdere masterdimensies wilt bewerken.
Doe het volgende:
-
Klik in de werkbladweergave op Werkblad bewerken op de werkbalk.
Het bedrijfsmiddelenvenster wordt geopend aan de linkerkant.
Klik in het bedrijfsmiddelenvenster op Masteritems.
Klik op de kop Dimensies op het tabblad Masteritems om de categorie uit te vouwen.
Klik op de dimensie die u wilt bewerken.
Het voorbeeld wordt geopend.
Klik op onder aan het voorbeeld.
Als de dimensie wordt gebruikt op een werkblad, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin wordt vermeld dat eventuele wijzigingen in de masterdimensie zullen worden toegepast op alle instanties op de werkbladen.
Klik op OK.
Het dialoogvenster Dimensie bewerken wordt geopend. U kunt hier het veld of de uitdrukking, de naam, de beschrijving en de extra info bijwerken.
- Klik op Opslaan.
De masterdimensie wordt nu bijgewerkt.
Een masterdimensie bewerken via visualisatie-eigenschappen
Wanneer een dimensie in een visualisatie is gekoppeld aan een masterdimensie, kunt u de masterdimensie bewerken via het eigenschappenvenster. Alle visualisaties in de app die de masterdimensie gebruiken, zullen worden bijgewerkt. Als u een gekoppelde dimensie alleen in deze visualisatie wilt bewerken, zonder het masteritem te wijzigen, moet u deze eerst loskoppelen van het masteritem. Zie: Koppeling met een masteritem ongedaan maken.
Doe het volgende:
-
Selecteer de visualisatie in de bewerkingsmodus.
-
Klik in het eigenschappenvenster op het tabblad Gegevens.
Als deze verborgen is, klikt u op Eigenschappen tonen in de rechterbenedenhoek.
-
Klik onder Dimensies op de gekoppelde dimensie die u wilt bewerken.
-
Klik onder Masteritem op Bewerken.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de informatie dat wijzigingen in de masterdimensie worden toegepast op alle visualisaties die gebruikmaken van de dimensie.
- Breng de gewenste wijzigingen aan in de masterdimensie en klik vervolgens op Opslaan.