Wanneer u diagramgegevens aanpast, gebruikt u een subset van het Qlik Sense script dat uit verschillende opdrachten bestaat. Een opdracht kan een normale scriptopdracht of een scriptbesturingsopdracht zijn.
Besturingsopdrachten worden gebruikt om het verloop van de scriptuitvoering te besturen. Elke zin van een besturingsopdracht moet op één scriptregel blijven en kan worden afgesloten met een puntkomma of een regeleinde.
Prefixen worden nooit toegepast op besturingsopdrachten.
Bij het typen van sleutelwoorden in het script kunt u elke combinatie van hoofdletters en kleine letters gebruiken.
Gebruik de vervolgkeuzelijst bij elke functie om een korte beschrijving en de syntaxis van de functie te bekijken. Klik op de functienaam in de beschrijving van de syntaxis voor meer informatie.
De besturingsopdracht call roept een subroutine aan die door een vorige sub-opdracht is gedefinieerd.
De besturingsopdracht do..loop is een herhalingsconstructie voor gebruik in scripts waarmee één of meer opdrachten worden uitgevoerd totdat aan een logische voorwaarde wordt voldaan.
do [ ( while |
until ) condition ] [statements] [exit do [ ( when | unless )
condition ] [statements] loop [ ( while | until ) condition ]
Het sleutelwoord End voor scripts wordt gebruikt om If-, Sub- en Switch-clausules af te sluiten.
Het sleutelwoord Exit voor scripts maakt onderdeel uit van de Exit Script-opdracht, maar kan ook worden gebruikt voor het afsluiten van Do-, For- of Sub-clausules.
Met deze besturingsopdracht wordt de uitvoering van het script stopgezet. Deze opdracht kan overal in het script worden ingevoegd.
De besturingsopdracht for..next is een herhalingsconstructie voor gebruik in scripts met een teller. De opdrachten in de lus tussen for en next worden uitgevoerd voor elke waarde van de tellervariabele tussen de opgegeven onder- en bovengrens.
De besturingsopdracht for each..next is een herhalingsconstructie voor gebruik in scripts waarmee een of meer opdrachten worden uitgevoerd voor elke waarde in een door komma's gescheiden lijst. De opdrachten in de lus tussen for en next worden uitgevoerd voor elke waarde van de lijst.
De besturingsopdracht if..then is een constructie voor scriptselectie waarmee de uitvoering van het script, afhankelijk van één of meer logische voorwaarden, op verschillende manieren kan verlopen.
InformatieOmdat de instructie if..then een besturingsopdracht is en dus wordt afgesloten door een puntkomma of het einde van een regel, mag geen van de vier mogelijke clausules (if..then, elseif..then, else en end if) de regelgrens overschrijden.
De besturingsopdracht switch is een constructie voor scriptselectie waarmee de uitvoering van het script, afhankelijk van de waarde van een uitdrukking, op verschillende manieren kan verlopen.
Het sleutelwoord To voor scripts wordt gebruikt in verschillende scriptopdrachten.
Was deze pagina nuttig?
Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!