Verbruik in de data marketplace

Alle gegevensproducten waartoe u toegang hebt via ruimten zijn zichtbaar in uw catalogusweergave. Om de gecertificeerde en vertrouwde gegevensproducten aan meer gebruikers beschikbaar te maken binnen uw organisatie, inclusief analysegebruikers, moeten ze worden geactiveerd in de data marketplace.

Een gegevensproduct activeren in de data marketplace

1. Selecteer Gegevensintegratie > Catalogus vanuit het startmenu ().

2. Klik op het gegevensproduct dat u wilt activeren

   Het dialoogvenster Gegevensproduct activeren wordt geopend

   

3. In de vervolgkeuzelijst Deelbeleid selecteert u een beheerde ruimte waarin het gegevensproduct wordt gepubliceerd.

   Bij het activeren van een gegevensproduct in een data marketplace wordt er in feite een kopie in de beheerde ruimte gepubliceerd die u tijdens de activering hebt geselecteerd. Hierdoor zien alle gebruikers van deze beheerde ruimte het geacticeerde gegevensproduct zowel in hun catalogus als in de data marketplace.

4. In de velden Namen, Beschrijving en Labels kunt u de informatie controleren of bewerken die tijdens het maken van het gegevensproduct is ingevoerd.

5. Na het bekijken van het Voorbeeld klikt u op Activeren.

Het gegevensproduct heeft nu een actieve versie in de data marketplace. Als eigenaar van het gegevensproduct ziet u in uw catalogus zowel het hoofdgegevensproduct en de gepubliceerde kopie.

Tijdens het bladeren door de data marketplace in de gebruikersmodus ziet u de kopie van de gegevensproducten, gepubliceerd in beheerde ruimten. In de beheerdersmodus ziet u de hoofdgegevensproducten in hun originele ruimten.

Een gegevensproduct deactiveren

U moet mogelijk een gegevensproduct deactiveren in de data marketplace als u het gegevensproduct wilt bijwerken of als het niet langer relevant is.

1. Vanuit de data marketplace, in de gebruikersmodus of beheermodus, klikt u het gegevensproduct dat u wilt deactiveren.

2. Klik rechtsboven het gegevensproduct op het menupictogram met de drie puntjes.

3. Klik op Deactiveren.

4. Klik nogmaals op Deactiveren in het bevestigingsvenster dat wordt geopend.

Zelfs als uw gegevensproduct is gebruikt als bron voor één of meer analyse-apps, kunt u het veilig deactiveren en blijft de app gewoon werken.

Een actief gegevensproduct bijwerken

U kunt bij een actief gegevensproduct alleen wijzigingen doorvoeren op het originele gegevensproduct. Voordat u de wijzigingen toepast, moet u het gegevensproduct eerst deactiveren.

1. Vanuit de data marketplace, in de gebruikersmodus of beheermodus, opent u het gegevensproduct dat moet worden bijgewerkt.

2. Deactiveer het gegevensproduct.

3. Voer de noodzakelijke wijzigingen door in gegevensverzamelingen of details van het gegevensproduct.

4. Activeer het gegevensproduct opnieuw.

Na het opnieuw activeren van uw gegevensproduct zijn de wijzigingen nu ook zichtbaar voor andere gebruikers van de data marketplace. Analyse-apps die zijn gebaseerd op de eerdere versie van het gegevensproduct blijven werken, maar u moet een nieuwe app maken om te profiteren van de laatste gegevens.

Een gegevensproduct gebruiken

Als u een gegevensproduct hebt gevonden met de gegevens die voldoen aan uw behoeften, kunt u hier direct een analyse-app van maken.

1. Vanuit de data marketplace, in de gebruikersmodus of beheermodus, opent u het gewenste gegevensproduct.

2. Om u app te maken, kunt u het volgende doen:

   • Open een gevensproduct in de gebruikersmodus en klik rechtsboven op de knop Analyse-app maken.

   • Open een gegevensproduct in de beheerdermodus, klik rechtsboven op het menupictogram met de drie puntjes en selecteer Analyse-app maken in de lijst met acties.

   Het dialoogvenster App op basis van gegevensproduct maken wordt geopend

3. Geef in het bijbehorende veld een naam op voor de app.

4. Selecteer in de bijbehorende vervolgkeuzelijst in welke ruimte u de app wilt opslaan.

5. Voeg een beschrijving toe om het doel van de app vast te leggen.

6. Voeg Labels toe aan de app zodat deze makkelijk te vinden is.

7. Klik op Volgende.

8. Selecteer via de bijbehorende selectievakjes welke gegevensverzamelingen u in uw app wilt laden, naast de gegevensverzamelingen die deel uitmaken van uw gegevensproduct, en klik op Volgende.

9. Controleer het overzicht van de geselecteerde gegevens. U kunt op elke afzonderlijke gegevensverzameling klikken om een voorbeeld te tonen van de velden die ze bevatten.

10. Schakel desgewent het selectievakje App openen in om de app direct te tonen nadat deze is gemaakt.

11. Klik op Laden in app.

De analyse-app is gemaakt en is momenteel leeg. U kunt vervolgens werkbladen toevoegen en werken aan de app.Ga voor meer informatie naar Analyses maken en gegevens visualiseren.