Richtlijnen voor visualisaties, velden en naamgeving
OP DEZE PAGINA
Richtlijnen voor visualisaties, velden en naamgeving
Er gelden bepaalde conventies en beperkingen waarvan u zich bewust moet zijn bij het werken met Qlik Sense. Bijvoorbeeld, het maximale aantal tekens dat u kunt gebruiken in namen, beschrijvingen en uitdrukkingen, en de tekens die uitsluitend zijn gereserveerd voor gebruik door Qlik Sense.
Maximale aantal visualisaties
Het maximale aantal visualisaties per werkblad wordt beperkt door het aantal cellen op een werkblad: 288 (24 x 12). Het maximale praktische aantal is minder vanwege het beperkte gebruik van visualisaties die uit slechts 1 cel bestaan.
Maximale lengte voor namen
De volgende maxima gelden voor het aantal tekens dat in verschillende situaties kan worden gebruikt in Qlik Sense:
Situatie | Hoogste limiet |
---|---|
Namen (titel, dimensie, voetnoot...) | Max. 255 tekens |
Beschrijvingen | Max. 512 tekens |
Uitdrukkingen | Max. 64.000 tekens |
Extra info | Max. 31 tekens per extra info en max. 30 extra info-items per masteritem |
Tekst- en afbeeldingsdiagram: |
Max. 12.000 tekens |
Naamnotatie
U kunt naar een aantal items verwijzen met hun namen in Qlik Sense, zoals:
- Velden
- Dimensies
- Metingen
- Variabelen
- Bladwijzers
Sommige tekens zijn bestemd voor systeemdoeleinden in Qlik Sense. Om mogelijke fouten te vermijden, moet u de volgende tekens niet in namen gebruiken:
- :
- =
- [
- ]
- {
- }
- $
- ´
- `
- '
Als u lange namen voor uw dimensies en metingen gebruikt, worden deze afgekapt en wordt ‘
Maximumaantal tekens in uitdrukkingen
Het maximale aantal tekens dat kan worden weggeschreven in een visualisatie-uitdrukking bedraagt 64.000. Als u probeert een uitdrukking samen te stellen met meer dan dit aantal tekens, wordt de uitdrukking afgekapt.
Conventies voor getal- en tijdnotaties
Bij veel interpretatie- en opmaakfuncties kunt u een notatie opgeven voor getallen en datums met behulp van een opmaakcode. In dit onderwerp wordt beschreven welke conventies worden gebruikt voor het opmaken van een getal, datum, tijd of tijdstempel. Deze conventies gelden voor zowel script- als diagramfuncties.
Getalnotaties
Gebruik het symbool
Gebruik het symbool
Geef de positie van het scheidingsteken voor duizendtallen en decimalen aan met het desbetreffende teken.
Met de opmaakcode wordt de positie van de scheidingstekens aangeduid. Het is niet mogelijk het scheidingsteken zelf in de opmaakcode in te stellen. Gebruik hiervoor de variabelen DecimalSep en ThousandSep in het script.
U kunt het scheidingsteken voor duizendtallen gebruiken om cijfers te groeperen in elk gewenst aantal posities. Zo kunt u bijvoorbeeld een opmaakreeks
Ga voor meer informatie naar DecimalSep en ThousandSep .
Examples:
Getalnotatie | Beschrijving |
---|---|
|
beschrijft het getal als een geheel getal met een scheidingsteken voor duizendtallen. In dit voorbeeld wordt '.' gebruikt als scheidingsteken voor duizendtallen. |
|
beschrijft het getal als een geheel getal zonder een scheidingsteken voor duizendtallen. |
|
beschrijft het getal als een geheel getal met ten minste vier cijfers. Het getal 123 wordt bijvoorbeeld weergegeven als 0123. |
|
beschrijft het getal met drie decimalen. In dit voorbeeld wordt '.' gebruikt als scheidingsteken voor decimalen. |
Speciale getalnotaties
In Qlik Sense kunnen alle getallen met een radix tussen 2 en 36, inclusief binaire, octale en hexadecimale getallen worden geïnterpreteerd en opgemaakt. Ook Romeinse cijfers kunnen worden verwerkt.
Notatie | Beschrijving |
---|---|
Binaire indeling |
Een opmaakcode voor binaire getallen moet beginnen met |
Octale indeling |
Een opmaakcode voor octale getallen moet beginnen met |
Hexadecimale indeling |
Een opmaakcode voor hexadecimale getallen moet beginnen met |
Decimale indeling |
Het gebruik van |
Aangepaste radixindeling |
Een opmaakcode voor een radix tussen 2 en 36 moet beginnen met |
Romeinse indeling |
Een opmaakcode voor Romeinse cijfers moet beginnen met |
Examples:
Voorbeeld | Resultaat |
---|---|
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
|
retourneert |
Datums
U kunt de volgende symbolen gebruiken voor een datumnotatie. Er kunnen willekeurige scheidingstekens worden gebruikt.
Symbolen | Beschrijving |
---|---|
|
Geef met het symbool |
|
Geef met het symbool Gebruik
Ga voor meer informatie naar MonthNames en LongMonthNames . |
|
Geef met het symbool |
|
Geef met het symbool
Ga voor meer informatie naar DayNames en LongDayNames . |
Examples: (met 31 maart 2013 als voorbeelddatum)
Voorbeeld | Resultaat |
---|---|
|
beschrijft de datum als 13-03-31. |
|
beschrijft de datum als 3/31/13. |
|
beschrijft de datum als 2013-mrt-31. |
|
beschrijft de datum als 31 maart 2013. |
|
beschrijft de datum als 3/31/13. |
|
beschrijft de datum als 6 13-03-31. |
|
beschrijft de datum als za 13-03-31. |
|
beschrijft de datum als zaterdag 13-03-31. |
Tijden
U kunt de volgende symbolen gebruiken voor een tijdnotatie. Er kunnen willekeurige scheidingstekens worden gebruikt.
Symbolen | Beschrijving |
---|---|
|
Geef met het symbool |
|
Geef met het symbool |
|
Geef met het symbool |
|
Geef met het symbool |
|
Gebruik het symbool |
Examples: (met 18.30 als voorbeeldtijd):
Voorbeeld | Resultaat |
---|---|
|
beschrijft de tijd als 18:30 |
|
beschrijft de tijd als 18.30.00.00 |
|
beschrijft de tijd als 06:30:pm |
Tijdstempels
In tijdstempels wordt dezelfde notatie als voor datum en tijd gebruikt.
Examples: (met 31 maart 2013 18.30 als voorbeeld van een tijdstempel):
Voorbeeld | Resultaat |
---|---|
|
beschrijft de tijdstempel als 13-03-31 18:30 |
|
beschrijft de tijdstempel als 3/31/13 18.30.00.0000 |
Systeemvelden gebruiken in een visualisatie
U kunt systeemvelden gebruiken in een visualisatie. Systeemvelden worden gemaakt in Qlik Sense als het script voor het laden van gegevens wordt gegenereerd. Systeemvelden bevatten informatie over de velden en tabellen in de geladen gegevens. Een systeemveld begint met "
